3.1) Programmeren van de werkingsduur
De "Werkingsduur" is de tijd dat de besturingseenheid de motor
aanstuurt; de waarde die in de fabriek is afgesteld of na het wissen
van het geheugen terugkomt is ongeveer 150 seconden. Indien u
dat wenst, kunt u de werkingsduur wijzigen, en wel van een mini-
mum van 4 seconden tot een maximum van 240. De programme-
ringsprocedure wordt uitgevoerd in "zelfinstelling", d.w.z. door de tijd
Tabel "A4"
Programmeren werkingsduur (afb. 16)
1.
Druk op toets I van een reeds in het geheugen opgeslagen zender en houd die ingedrukt
totdat u (na ongeveer 5 seconden) een geluidssignaal hoor en laat hem dan los.
2.
Druk opnieuw op toets I totdat u (na ongeveer 5 seconden) 4 korte geluidssignalen hoort,
en laat hem dan los
3.
Druk op toets L (of toets M) om de manoeuvre van start te laten gaan en het meten van
de tijdsduur te laten beginnen
4.
Wacht tot de motor de manoeuvre beëindigd heeft en druk na enkele seconden op toets I omhet meten van de
tijdsduur te laten stoppen; 3 geluidssignalen zullen aangeven dat een nieuwe werkingsduur in het geheugen is opgeslagen
N.B.: Om tot de door de fabriek ingestelde werkingsduur (150 seconden) terug te keren, drukt u bij punt 3 op toets 5 totdat u de eerste van
3 geluidssignalen hoort die aangeven dat programmering heeft plaatsgevonden
4) Verdere details
De besturingseenheid herkent behalve de zenders uit de serie
"ERGO" en "PLANO"ook andere door Nice vervaardigde typen zen-
ders (zie hoofdstuk 4.1 "Bruikbare zenders").
Met speciale proedures voor geheugenopslag van de zenders kunt
4.1) Bruikbare zenders
In tabel "A5" zijn de zenders aangegeven die met de desbetreffende radio-
codering gebruikt kunnen worden.
Tabel "A5"
CODERING
FLOR
Rolling code
SMILO
Rolling code
FLO
Fixed code
Omdat de zenders verschillende coderingen hebben en de besturingseenheid ze niet tegelijkertijd kan herkennen, bepaalt de eerste zender
die in het geheugen opgeslagen is, het type codering en daarmee de zenders die daarna in het geheugen kunnen worden opgeslagen.
Indien u het type zenders zou willen veranderen, dient u alle codes te wissen (zie de tabellen "A3" "A10").
U kunt het type codering verifiëren door het aantal geluidssignalen te tellen dat u hoort op het moment dat u de besturingseenheid aan zet.
abel "A6"
GELUIDSSIGNALEN
1 kort geluidssignaal
2 korte geluidssignalen
3 korte geluidssignalen
2 lange geluidssignalen
4.2) Geheugenopslag van zenders in Modus I en Modus II
In de tabellen "A1" en "A2" wordt de geheugenopslag van de zen-
ders in Modus I beschreven waarbij aan elke toets een bedienings-
opdracht is gekoppeld:
toets 1= L = OMHOOG
toets 2 = I = STOP
toets 3 = M = OMLAAG
40
Zenders
ERGO1 - ERGO4 - ERGO6
PLANO1 - PLANO4 - PLANO6 - PLANO TIME
VOLO S RADIO
FLO1R - FLO2R - FLO4R
VERY VR
SM2 - SM4
FLO1 - FLO2 - FLO4
VERY VE
TType codering van de in het geheugen opgeslagen zenders
Zenders met codering FLO
Zenders met codering FLOR
Zenders met codering SMILO
Geheugen leeg (geen enkele zender in het geheugen opgeslagen)
te meten die er nodig is om de gehele manoeuvre uit te voeren.
U dient de motor bij een eindstand te brengen en vandaar de voor
de motor de zwaarste (en dus de langste) manoeuvre (normaal
gesproken het oprollen) te meten. Het verdient aanbeveling de wer-
kingsduur een paar seconden langer te programmeren dan voor de
manoeuvre strikt noodzakelijk is.
Om tot het programmeren over te gaan voert u de stappen van
onderstaande tabel uit.
u ook aan elke toets van de zender een speciale bedieningsopdracht
koppelen (zie hoofdstuk 4.2 "Programmeren van zenders in Modus I
en Modus II").
FLO4R
PLANO
VERY
SM2
De zenders kunnen ook in Modus II worden opgeslagen; deze modus
biedt u een maximum aan flexibiliteit bij het gebruik van de zenders
In dezelfde besturingseenheid kunt u zenders zowel in Modus I als in
Modus II in het geheugen opslaan.
Hieronder worden de verschillen tussen de 2 manieren van program-
meren opslaan beschreven:
Voorbeeld
5s
5s
VOLO S RADIO
ERGO
SM4