EEN ANDERE CURVE (HELLING)
SELECTEREN:
Voorzichtig!
Als u maar één klimaatsysteem hebt, is het
nummer van de curve al aangevinkt als het
menuvenster wordt geopend.
1.
Selecteer het klimaatsysteem (als er meerdere zijn)
waarvan u de curve wilt wijzigen.
2.
Wanneer de klimaatsysteemselectie is bevestigd,
wordt het nummer van de curve gemarkeerd.
Druk op OK om de instelmodus te openen.
3.
4.
Selecteer een nieuwe curve. De curves zijn genum-
merd van 0 tot 15 en hoe hoger het nummer, hoe
steiler de helling en hoe hoger de aanvoertempera-
tuur. Curve 0 betekent dat
1.9.7) wordt gebruikt.
5.
Druk op OK om de instelling te verlaten.
EEN CURVE AFLEZEN:
1.
Draai de selectieknop dusdanig dat de ring op de as
met de buitentemperatuur is gemarkeerd.
Drukt u op OK.
2.
Volg de grijze lijn tot aan de curve en vervolgens
3.
naar links om de waarde af te lezen voor de aanvoer-
temperatuur bij de geselecteerde buitentemperatuur.
4.
U kunt nu waarden selecteren voor de verschillende
buitentemperaturen door de selectieknop naar rechts
of links te draaien en de bijbehorende aanvoertem-
peratuur af te lezen.
5.
Druk op OK of Terug om de modus voor aflezen te
verlaten.
TIP
Wacht 24 uur voordat u een nieuwe instelling
invoert, zodat de kamertemperatuur tijd heeft
om zich te stabiliseren.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur
te laag is, verhoogt u de helling van de curve
met één stap.
Als het buiten koud is en de kamertemperatuur
te hoog is, verlaagt u de helling van de curve
met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertempera-
tuur te laag is, verhoogt u de verschuiving van
de curve met één stap.
Als het buiten warm is en de kamertempera-
tuur te hoog is, verlaagt u de verschuiving van
de curve met één stap.
NIBE VVM 320
eigen stooklijn
(menu
KOELING IN SYSTEEM MET 2 LEIDINGEN
VVM 320 bevat een ingebouwde functie voor de toepas-
sing van koeling in een systeem met twee leidingen tot
17 °C, fabrieksinstelling 18 °C. Dit vereist dat de buiten-
module kan koelen. (zie de Installateurshandleiding voor
uw lucht/water-warmtepomp) Als de buitenmodule de
koeling kan uitvoeren, worden de koelmenu's geacti-
veerd op het display op de binnenmodule (VVM).
Om de bedrijfsstand "koeling" te kunnen toestaan, moet
de gemiddelde temperatuur hoger zijn dan de instelwaar-
de voor "start koelen" in menu 4.9.2
De koelingsinstellingen voor het afgiftesysteem worden
ingesteld in het binnenklimaatmenu, menu 1.
Warmtapwatercirculatie
instellen
WARMTAPW.RECIRC.
bedrijfstijd
Instelbereik: 1 – 60 min
Fabrieksinstelling: 60 min
stilstand
Instelbereik: 0 – 60 min
Fabrieksinstelling: 0 min
Hier stelt u warmtapwatercirculatie in voor maximaal
drie periodes per dag. Tijdens de ingestelde periodes
zal de circulatiepomp voor warmtapwater draaien vol-
gens de bovengenoemde instellingen.
"bedrijfstijd" bepaal hoe lang de circulatiepomp voor
warmtapwater moet draaien per activering.
"stilstand" bepaal hoe lang de circulatiepomp voor
warmtapwater niet mag draaien tussen activeringen.
Voorzichtig!
Warmtapwatercirculatie wordt geactiveerd in
menu 5.4 "ingangen en uitgangen software".
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
45