Optionele
aansluitingen
LAADMONITOR
Geïntegreerde vermogensregeling
VVM 320 is voorzien van een eenvoudige vorm van een
geïntegreerde vermogensregeling, die de vermogentrap-
pen voor de elektrische bijverwarming beperkt door te
berekenen of toekomstige vermogentrappen kunnen
worden aangesloten op de relevante fase zonder dat de
gespecificeerde hoofdzekering wordt overschreden. In
die gevallen waarin de stroom de gespecificeerde
hoofdzekering zou overschrijden, is de vermogenstrap
niet toegestaan. De grootte van de hoofdzekering van
het gebouw is gespecificeerd in menu 5.1.12.
Vermogensregeling met stroomsensor
Als er in het gebouw veel stroomverbruikende producten
zijn aangesloten terwijl de elektrische bijverwarming in
bedrijf is, bestaat het risico dat de hoofdzekeringen van
het gebouw doorslaan. VVM 320 is voorzien van een
vermogensregeling die met behulp van stroomsensoren
de elektrische stappen voor de elektrische bijverwarming
controleert door de stroom tussen de verschillende fa-
sen te verdelen of de elektrische bijverwarming uit te
schakelen bij een overbelasting in een fase. De elektri-
sche bijverwarming wordt opnieuw ingeschakeld wan-
neer het andere stroomverbruik is afgenomen.
Aansluiten van stroomsensoren
Om de stroom te meten, moet een stroomsensor wor-
den gemonteerd op iedere ingaande faseleiding in de
verdeelkast. De verdeelkast is een prima plek voor de
installatie.
Sluit de stroomsensoren aan op een meeraderige kabel
in een behuizing direct naast de elektrische verdeelkast.
De meeraderige kabel tussen de behuizing en de
VVM 320 moet een kabeldikte van minimaal 0,5 mm²
hebben.
36
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
Sluit de kabel aan op de ingangskaart (AA3) op klemmen-
strook X4:1-4, waarbij X4:1 de gezamenlijke klemmen-
strook is voor de drie stroomsensoren.
Ingaande elektriciteit
PEN
L
L
L
1
2
3
Elektrische
hoofdverdeelkast
VVM 320
VVM320
AA3-X4
Voorzichtig!
De vermogensschakelaar heeft in eenfasige
installatie geen functie
Als de geïnstalleerde warmtepomp frequentiegeregeld
is, wordt deze beperkt wanneer alle vermogenstrappen
worden uitgeschakeld.
NIBE UPLINK
Sluit de op het netwerk aangesloten kabel (recht, Cat.5e
UTP) met RJ45-contact (mannelijk) aan op RJ45-contact
(vrouwelijk) op de achterkant van de binnenunit.
EXTERNE AANSLUITOPTIES (AUX)
De VVM 320 heeft softwaregestuurde AUX-in- en uitgan-
gen op de ingangskaart (AA3) voor het aansluiten van
de externe schakelaar of sensor. Dit houdt in dat bij het
aansluiten van een externe schakelaar (de schakelaar
moet potentiaalvrij zijn) of sensor op één van de zes
speciale aansluitingen, deze functie moet worden gese-
lecteerd voor de correcte aansluiting in menu 5.4.
in-/uitgangen software 5.4
activeer tijd. luxe
Voor sommige functies zijn wellicht accessoires nodig.
-T1 -T2 -T3
1 2 3 4
AA3-X4
blokkeer verw.
niet gebruikt
niet gebruikt
niet gebruikt
alarmuitgang
NIBE VVM 320