8
INITIËLE WEERGAVECONFIGURATIE
Wanneer de kachel is ingeschakeld, toont het display de bedrijfsstatus. In de eerste opstart toont het display het
model van de kachel en de geïnstalleerde firmwareversie.
De kachel moet onder spanning worden gezet met de ON/OFF veiligheidsschakelaar aan de achterkant, na
enkele seconden is hij klaar voor ontsteking.
De kachel zal zijn vermogen moduleren volgens de ingestelde omgevingstemperatuur, afgelezen door de sonde
op de kachel.
8.1 AANSLUITING OP EEN EXTERNE THERMOSTAAT
Functie niet actief in deze versie.
9
BEDIENINGSPANEEL
A
B
C
A - SET Gebruikersmenu
B - AUTO om weekprogramma in te schakelen
C - ON/OFF en uitgang van menufuncties
D - Instellen Temperatuur + en menufuncties
E - Instellen Temperatuur - en menufuncties
F - Verwarmingsprogramma + instelling en menufuncties
G - Inwisselen programma-instelling – en menufuncties
H - Afstandsbediening infraroodsensor
I - 16x2 alfanumeriek LCD-scherm
9.1 HET PANEEL GEBRUIKEN
Met
SET worden de verschillende programma's geopend en doorlopen, terwijl met
TEMP- de te wijzigen variabelen worden doorlopen. Gebruik vervolgens de
toetsen om de vereiste waarden in te stellen.
1 - Datum en tijd instellen
2 - Instellen weekprogramma
3 - Thermostaatmodus
4 - Kachelparameters
5 - Foutlogboek
6 - Taalselectie
7 - Brandstofselectie
D
I
E
04/2023 - NL
F
H
G
TEMP+ en
PROG+ en
PROG-
17