Nederlands (NL) Installatie- en bedieningsinstructies
Vertaling van de oorspronkelijke Engelse versie.
INHOUD
1.
Symbols used in this document
2.
Algemene informatie
3.
Product omschrijving
4.
Toepassingen
5.
Spoelvloeistof
5.1 Maximale druk en temperatuur van de spoelvloeistof
6.
Spoelvloeistof aansluitingen
7.
In bedrijf nemen
8.
Bedrijf
8.1 Vorstbescherming en afvoeren van vloeistof.
9.
Afmetingen
10. Afvalverwijdering
Waarschuwing
Lees voor installatie deze installatie- en bedie-
ningsinstructies door. De installatie en bediening
dienen bovendien volgens de locaal geldende
voorschriften en regels plaats te vinden.
1. Symbols used in this document
Waarschuwing
Als deze veiligheidsvoorschriften niet in acht
worden genomen, kan dit resulteren in persoon-
lijk letsel!
Als deze veiligheidsvoorschriften niet in acht
Voorzichtig
worden genomen, kan dit resulteren in techni-
sche fouten en schade aan de installatie!
Opmerkingen of instructies die het werk eenvou-
N.B.
diger maken en zorgen voor een veilige werking.
2. Algemene informatie
Deze installatie- en bedieningsinstructies zijn een aanvulling op
de installatie- en bedieningsinstructies van de standaard
CR, CRI, CRN pompen, publicatienummer 96462123, en voor
CRN-SF pompen, publicatienummer 96530119.
3. Product omschrijving
Dit type dubbele asafdichting bestaat uit twee asafdichtingen als
tandem opstelling gemonteerd in een aparte afdichtingskamer.
De seal kan in deze gevallen worden toegepast:
•
De pomp draait met een negatieve druk (vacuüm).
•
De pomp verpompt gekristaliseerde vloeistoffen (bijv. suiker).
•
De pomp verpompt verharde vloeistoffen (olie producten).
•
De vloeistoftemperatuur gaat tot +150 °C.
Er kunnen alleen Grundfos cartridge asafdichtin-
N.B.
gen worden gebruikt.
Als de asafdichting lek is, zal de verpompte vloeistof wegge-
spoeld worden door de spoelvloeistof.
4. Toepassingen
De asafdichting is beschikbaar voor de volgende Grundfos pom-
pen:
Pomp
CR
CR
CR
CR
CR
CR
type
1s
1
3
5
10
15
CR
●
●
●
●
●
CRI
●
●
●
●
●
CRN
●
●
●
●
●
Pagina
CR
CR
CR
CR
CR
CR
20
32
45
64
90
120
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
●
5. Spoelvloeistof
De spoelvloeistof dient te worden geselecteerd op basis van de
toepassing en mag het materiaal van de pomp en de asafdichting
niet chemisch aantasten.
De volumestroom van de spoelvloeistof dient ook afgestemd te
3
zijn op de toepassing (aanbevolen volumestroom 25-200 l/h).
3
3
Waarschuwing
3
Sluit nooit de toevoer van de spoelvloeistof
direct aan op het publieke watervoorzieningsy-
3
steem. Lokale regelgeving moet nageleefd wor-
3
den.
3
Het is mogelijk om de afdichtingskamer aan te sluiten op een
5
aparte spoelvloeistoftank. In dergelijke gevallen moeten de instal-
5
latie- en bedieningsinstructies van de fabrikant worden opge-
5
volgd.
5
5.1 Maximale druk en temperatuur van
5
de spoelvloeistof
I.v.m. het ontwerp van de asafdichting mag de druk in de afdich-
tingskamer niet hoger zijn dan 25 bar. De druk van de spoelloei-
stof moet altijd lager zijn dan de druk van de verpompte vloeistof.
De max. temperatuur van de spoelvloeistof is afhankelijk van het
rubberen materiaal van de asafdichting.
Asafdichting
EPDM
FKM
FFKM
FXM
6. Spoelvloeistof aansluitingen
Verklaring van de letters die gebruikt worden in de tekeningen:
Pos. A = verpompte vloeistof.
Pos. C/D = uitlaat, spoelvloeistof.
Pos. E = inlaat, spoelvloeistof, CR, CRN, CRI 1-20 en
CR, CRN 120-150 (C/D voor CR en CRN 32-90).
Afbeeldingen 4,
5
en
kamer voor de spoelvloeistof. Ze tonen ook waar de sensor moet
worden geplaatst (pos. A), indien achteraf geplaatst.
Minimaal
1 meter
C/D
Uitlaat 1/2"
Afb. 1 Tandem afdichtingsarrangement met circulerende
CR
spoelvloeistof
150
In afb.
1
circuleert de spoelvloeistof tussen een verhoogde tank
●
en de pomp door natuurlijke circulatie. Verwarmde spoelvloeistof
stijgt van de afdichtingskamer naar de tank, waar het afkoelt.
●
De afgekoelde spoelvloeistof gaat terug naar de afdichtingska-
mer.
Maximale temperatuur [°C]
+120
+90
+120
+120
6
tonen de aansluitingen van de afdichtings-
E
Inlaat 1/2"
3