De scherpstelling automatisch koppelen aan een bewegend onderwerp
(Tracking)
Bij bediening met de cursortoets
Plaats het Tracking AF-gebied over uw onderwerp en druk
de ontspanknop half in
Tracking AF-gebied
Wanneer het onderwerp wordt herkend, wordt het Tracking AF-gebied
groen. Wanneer u de ontspanknop loslaat, wordt het Tracking AF-
gebied geel en wordt uw onderwerp automatisch scherp in beeld
gehouden.
• Tracking AF opheffen → Druk op [MENU/SET].
• Scherpstelbereik: hetzelfde als bij macro-opnamen [
Bij bediening via het aanraakscherm
Raak het onderwerp aan
Voer deze bedieningsfuncties uit met de aanraaksluiterfunctie
uitgeschakeld.
Het Tracking AF-gebied wordt geel terwijl het onderwerp is
vergrendeld.
• Uitschakelen van Tracking AF → Raak [
●
Als de AF-vergrendeling mislukt, knippert even een rood kader dat weer verdwijnt.
●
Als u [Meetfunctie] instelt op [
vergrendeld onderwerp.
●
Onder bepaalde opname-omstandigheden, zoals wanneer het onderwerp te klein of te donker is,
kan de Tracking AF niet goed werken. Wanneer de Tracking AF niet werkt, wordt er scherpgesteld
op [
] (scherpstellen op 1 punt).
●
Deze functie is niet beschikbaar in de volgende situatie:
• Bij gebruik van [Intervalopname]
●
In de volgende situaties voert [
• [Glinsterend water], [Fonkelende verlichting], [Bloemen], [Zwart-wit] (Scene Guide modus)
• [Sepia], [Zwart-wit], [Dynamisch zwart/wit], [Ruw zwart-wit], [Zacht zwart-wit], [Zachte focus],
[Sterfilter], [Zonneschijn] (Creative Control modus)
• [Zwart-wit], [L.Zwart-wit] ([Fotostijl])
87
Scherpstelling, helderheid (belichting) en kleurtintinstellingen
Foto's maken met automatische scherpstelling
] aan.
] (Multimeting), stemt de camera de belichting af op een
(→171)
] de bewerking [
]
(→96)
] (scherpstellen op 1 punt) uit.