Knoppen/bedieningsring/bedieningsknoppen/hendels die voor het opnemen worden gebruikt
Bedieningsring/functiewieltje achterop
Menuonderdelen enzovoort kunnen worden geselecteerd door het functiewieltje achterop
te draaien.
Met de bedieningsring ( )/het functiewieltje achterop ( ) kunt u de instellingen voor
opname wijzigen.
Hieronder staan de vooraf geregistreerde instellingen.
Modusknop
*
1
Wanneer handmatig scherpstellen wordt ingesteld, wordt de bedieningsring aan scherpstellen
toegewezen.
*
2
Druk op
om te schakelen tussen aanpassing van de sluitertijd en het diafragma.
*
3
Wanneer [Belicht.stand] is ingesteld op [A], [S] of [M], kunt u de diafragmawaarde en de sluitertijd
op dezelfde manier wijzigen als wanneer de modusknop is ingesteld op [
*
4
De bewerking is alleen mogelijk wanneer de Scene Guide-modus is ingesteld op [Gerechten].
*
5
De bewerking is alleen mogelijk wanneer de Scene Guide-modus is ingesteld op [Artistieke
nachtopname].
Met de bedieningsring/het functiewieltje achterop kunt u uw voorkeursinstellingen wijzigen.
(→50)
36
*
1
Bedieningsring
Stapsgewijze zoom
*
2
Diafragma-instelling
Aanpassing diafragma
Beeldeffecten veranderen
Aanpassing diafragma
Beeldeffecten veranderen
Functiewieltje achterop
Programme Shift
Diafragma-instelling
Sluitertijdinstelling
*
3
/
Aanpassing sluitertijd
*
4
/
Aanpassing sluitertijd
Basisbediening
—
*
2
Sluitertijdinstelling
*
3
*
5
], [
] of [
].