6.2. De horizontale oriëntatie instellen
Neem om de detectiezone in te stellen de detector
in de hand en oriënteer hem in de gewenste
richting via de inkepingen van 15°.
Bovenaanzicht van een horizontale
oriëntatie ingesteld op de middeninkeping.
6.3. De gevoeligheid instellen
Deze instelling maakt het mogelijk het gevoeligheidsniveau van de detector aan te passen.
Het is aanbevolen een hoog gevoeligheidsniveau te behouden op de 2 bundelgroepen (fabrieksconfiguratie).
32
Instelling
45°
Niet-beveiligde zone
Microschakelaar
voor de
gevoeligheidskeuze
De detectiezone bedraagt 60° bestaande uit
5 detectiebundels die steeds 15° van elkaar
verwijderd staan. Deze zone kan van links naar
rechts per 15° verschoven worden.
Instelling
Niet-
45°
beveiligde
zone
Detectie -
bundels
Aanbevolen instelling: de groep
ON
detectiebundels bovenaan: hoge
gevoeligheid (fabrieksconfiguratie)
Groep detectiebundels bovenaan:
ON
zwakke gevoeligheid
Aanbevolen instelling: de groep
ON
detectiebundels onderaan: hoge
gevoeligheid (fabrieksconfiguratie)
Groep detectiebundels onderaan:
ON
zwakke gevoeligheid
Niet-
beveiligde
zone
Instelling 45°
Detectiebundels
60°
Instelling
45°
Niet-beveiligde zone