e) Werkt u met elektrisch gereedschap in de open
lucht? Gebruik dan uitsluitend verlengkabels die ge
schikt zijn voor gebruik buitenshuis. Het gebruik van
een voor toepassing buitenshuis geschikte verlengkabel
verkleint de kans dat u een elektrische schok oploopt.
f) Is gebruik van uw elektrisch werkend gereedschap
in een vochtige omgeving niet vermijdbaar? Sluit
uw gereedschap dan aan op een contactdoos in
een circuit dat met een zwerf/lekstroomveiligheids
schakelaar is beveiligd. Toepassing van een zwerf-/lek-
stroomveiligheidsschakelaar verkleint de kans de kans
dat u een elektrische schok oploopt.
2 .1 .3 Veiligheid van mensen
a) Blijf alert, let op wat u doet en gebruik uw gezond
verstand als u een elektrisch werkend gereedschap
gebruikt. Werk niet met elektrisch gereedschap als u
vermoeid bent of onder de invloed van verdovende
middelen, alcohol of medicijnen verkeert. Al een kort
moment van onoplettendheid bij de omgang met elek-
trisch werkend gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
b) Draag uw persoonlijke beschermmiddelen. Het dra-
gen van persoonlijke beschermmiddelen zoals stofmas-
ker, slipvaste veiligheidsschoenen, veiligheids helm of ge-
hoorbeschermer verkleint de kans op letsel en wel
afhankelijk van de soort gereedschap en de manier van
inzet ervan.
c) Voorkom dat elektrisch werkend gereedschap per
abuis in werking wordt gesteld. Verifieer of het elek
trisch werkend gereedschap is uitgeschakeld, voor
dat u het op de netvoeding en/of op een accu aan
sluit, het gereedschap optilt of dat transporteert.
Draagt u uw elektrisch werkend gereedschap, houd
u daarbij uw vinger op de schakelaar of is het gereed-
schap ingeschakeld terwijl u het aan de voeding aan-
sluit? Dan kan dat tot ongelukken leiden.
d) Neem alle instelorganen en schroefsleutels weg
voordat u elektrisch werkend gereedschap inscha
kelt. Een beitel of sleutel, achtergebleven in een draai-
end deel van het elektrisch werkend gereedschap kan u
letsel toebrengen.
e) Vermijd een abnormale lichaamshouding. Zorg er
voor dat u stabiel staat en bewaar uw evenwicht. Op
die manier kunt u elektrisch werkend gereedschap onder
onverwachte omstandigheden beter beheersen.
f) Draag geschikte kleding. Draag geen wijde kleren of
sieraden. Houd uw hoofdhaar en kleding vrij van be
wegende machinedelen. Bewegende machinedelen
kunnen loshangende kleding, sieraden en lang haar
meetrekken.
g) Kunnen voorzieningen voor het afzuigen en opvan
gen van stof worden gemonteerd? Sluit die dan aan
en gebruik ze op de juiste manier. Door stof af te zui-
gen kunt u door stof veroorzaakt gevaar verminderen.
Gebruikershandleiding • AT2000 CPK • 07-2019 • v03 • 106-29004
h) Laat u door valse veiligheid niet in slaap wiegen en
negeer de veiligheidsvoorschriften voor elektrisch
werkend gereedschappen niet, ook niet als u na
veelvuldig gebruik van elektrisch werkend gereed
schap daarmee vertrouwd bent. Achteloos handelen
kan binnen een mum tot ernstig letsel leiden.
2 .1 .4 Gebruiken en hanteren van elektrisch werkend
gereedschap
a) Overbelast elektrisch werkend gereedschap niet. Ge
bruik voor uw werkzaamheden uitsluitend het daar
voor bedoelde elektrisch werkend gereedschap. Met
het juiste elektrisch werkend gereedschap werkt u beter
en veiliger binnen het daarop vermelde vermogensbe-
reik.
b) Gebruik geen elektrisch werkend gereedschap waar
van de schakelaar defect is. Elektrisch werkend gereed-
schap dat zich niet meer laat inschakelen of uitschakelen
is gevaarlijk. Laat het defect terstond verhelpen.
c) Neem de steker uit de contactdoos en/of neem de
afneembare accu uit voordat u uw gereedschap gaat
instellen, inzetstukken vervangt of als u het gereed
schap terzijde legt. Een dergelijke uit voorzorg getrof-
fen maatregel voorkomt dat elektrisch werkend gereed-
schap per abuis in werking wordt gesteld.
d) Bewaar niet gebruikt elektrisch werkend gereed
schap buiten bereik van kinderen. Laat niet iemand
elektrisch werkend gereedschap gebruiken die daar
mee niet vertrouwd is of die niet de gebruikershand
leiding heeft gelezen. Elektrisch werkend gereedschap
is gevaarlijk in handen van onervaren mensen.
e) Verzorg uw elektrisch werkend gereedschap en de
inzetstukken zorgvuldig. Verifieer of bewegende
delen onberispelijk functioneren en niet klemmen,
of er geen delen zijn gebroken of zodanig zijn be
schadigd dat de goede werking van elektrisch wer
kend gereedschap erdoor wordt belemmerd. Laat
beschadigde onderdelen herstellen of repareren alvo
rens u elektrisch werkend gereedschap gaat gebrui
ken. Veel ongevallen vinden hun oorzaak in slecht on-
derhouden elektrisch werkend gereedschap.
f) Houd snijbeitels scherp en schoon. Zorgvuldig onder-
houden snijbeitels met scherpe snijranden lopen minder
snel vast en zijn gemakkelijker te hanteren.
g) Gebruik elektrisch werkend gereedschap en eventu
ele inzetstuk(ken) in overeenstemming met de in
structies. Houd daarbij rekening met de arbeidsom
standigheden en met de uit te voeren handelingen.
Gebruik van elektrisch werkend gereedschap voor een
ander doel dan beoogd kan leiden tot gevaarlijke situa-
ties.
h) Houd de greep en de greepvlakken droog, schoon
en vrij van olie en vet. Gladde grepen en greepvlakken
maken het veilig bedienen en sturen ven elektrisch wer-
kend gereedschap onder onvoorziene omstandigheden
niet mogelijk.
Veiligheidsinstructies
7