9 .8 .2 Parametersets opslaan
De parametersets worden opgeslagen met de
bestandsuitgang ".cpkpreset".
f Klik op
Opslaan in bestand
f Bevestig de geheugenplaats voor de gegevens.
f Klik in het dialoogvenster van het besturingssysteem
op Opslaan.
9 .8 .4 Parametersets bewerken
f Selecteer de parameterset in het overzicht en klik op
Bewerken
.
6
1
2
3
f Wijs in het veld
Benaming
toe aan de parameterset, bijv. "016".
Een naam kan niet twee keer worden gegeven.
f Selecteer de gewenste
Hoogte spankracht
Kwaliteit.
Gebruikershandleiding • AT2000 CPK • 07-2019 • v03 • 106-29004
.
4
4
een naam van drie tekens
1
en
9 .8 .3 Parametersets laden
f Klik op
Uit bestand
laden.
f Selecteer het bestand met de bestandsuitgang
".cpkpreset".
f Klik in het dialoogvenster van het besturingssysteem
op Openen.
; De parametersets worden in het overzicht
weergegeven.
5
f Selecteer in het vervolgkeuzemenu
bundelingsmodus. De volgende instellingen zijn
beschikbaar:
• Hoogte spankracht
• Sleuf
f Selecteer in het vervolgkeuzemenu
de soort snijmodus. De volgende instellingen zijn
beschikbaar:
HT Data Management
1
6
Modus
de soort
2
Snijmodus
3
28