Gebruik van nagalm
1.
Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo
regelaar om "Reverb" weer te geven.
R e v e r b
2.
Druk op bp ENTER.
De NUM indicator verschijnt.
3.
Gebruik de bo regelaar om de gewenste
nagalminstelling te selecteren.
Instellingsnummer
1
2 - 4
5 - 6
7 - 9
10 - 11
Brandt wanneer de nagalminstelling iets anders dan "Off" is.
4.
Druk op bp ENTER om uw instelling toe te
passen.
De NUM indicator verdwijnt.
5.
Druk op bq TONE om het instelscherm te
verlaten.
Parameter
Off
Room 1 - 3
LargeRm1 - 2
Hall 1 - 3
Stadium1 - 2
Gebruik van zweving
Zweving is een functie die diepte en breedte toevoegt aan de
noten.
1.
Druk op bp FUNCTION en gebruik dan de bo
regelaar om "Chorus" weer te geven.
C h o r u s
2.
Druk op bp ENTER.
De NUM indicator verschijnt.
3.
Gebruik de bo regelaar om de gewenste
zwevingsinstelling te selecteren.
Instellingsnummer
1
2
3
4
5
Brandt wanneer de zwevingsinstelling iets anders dan "Tone" is.
• Als u instellingsnummer 1 (Tone) selecteert, worden de
geschikte zwevingsinstellingen aan elke toon toegewezen.
• Het werkelijke effect dat door zweving wordt geproduceerd,
hangt af van de toon die u gebruikt.
4.
Druk op bp ENTER om uw instelling toe te
passen.
De NUM indicator verdwijnt.
5.
Druk op bq TONE om het instelscherm te
verlaten.
Spelen op het toetsenbord
Parameter
Tone
LightCho
Chorus
Deep Cho
Flanger
NL-17