Storing / melding
ERROR INVERTER 1
ERROR INVERTER 2
ERROR INVERTER 3
ERROR INVERTER 4
ERROR INVERTER 5
ERROR INVERTER 11
ERROR INVERTER 51
ERROR INVERTER 52
ERROR INVERTER 60
ERROR INVERTER 72
ERROR INVERTER 85
Bij andere storingen en foutmeldingen contact opnemen met de klantendienst.
Na het verhelpen van de oorzaak van de storing moet bij de volgende fouten de besturing weer worden
uitgeschakeld of moet een herstart plaatsvinden (> menu INVOER > parameter RESTART> ON):
− ERROR DR.-VELD
− ERROR LOOPTIJD
− ERROR EINDPOS.
Oorzaak
Stroompiek.
– Motorvermogen komt niet overeen met het
omvormervermogen.
– Kortsluiting in de motorkabel.
– Aardlek.
Overspanning.
– Netspanning te hoog.
– Motor werkt als generator door te snel
stopzetten of door een actieve belasting die de
motor aandrijft.
Onder spanning.
– Netspanning te laag.
– Netspanning uitgevallen.
Omvormer-overtemperatuur.
– Omvormer overbelast.
– Omgevingstemperatuur te hoog.
Inverter I2T
– Omvormer overbelast.
– Motorvermogen komt niet overeen met
omvormervermogen.
– Lastspeling te hoog.
Motorovertemperatuur I2.T
– Motor overbelast.
Interne fout.
Interne fout.
Interne fout.
Interne fout.
Externe fout.
– Externe fout door commando-invoer via
terminals.
Opheffing
– Motorvermogen / omvormervermogen controleren.
– Motor / motorkabel op kortsluiting en aardfout controleren.
– Ingestelde motorparameters met de gegevens op het
typeplaatje controleren.
– Beweging deursysteem op stroefheid controleren.
– Bij sectionaaldeuren veerbalans controleren.
– Met STOP bevestigen.
– Voeding van aandrijving en besturing controleren.
– Met STOP bevestigen.
– Voeding van aandrijving en besturing controleren.
– Alle aansluitingen op goede bevestiging controleren.
– Met STOP bevestigen.
– Motorvermogen / omvormervermogen controleren.
– Ingestelde motorparameters met de gegevens op het
typeplaatje controleren.
– Inschakelduur controleren.
– Beweging deursysteem op stroefheid controleren.
– Bij sectionaaldeuren veerbalans controleren.
– Met STOP bevestigen.
– Motorvermogen / omvormervermogen controleren.
– Ingestelde motorparameters met de gegevens op het
typeplaatje controleren.
– Lastspeling controleren.
– Beweging deursysteem op stroefheid controleren.
– Bij sectionaaldeuren veerbalans controleren.
– Met STOP bevestigen.
– Contact opnemen met de klantenservice.
– Contact opnemen met de klantenservice.
– Contact opnemen met de klantenservice.
– Contact opnemen met de klantenservice.
– Aansluitklemmen van de communicatiekabel (D) controleren.
– Met STOP bevestigen.
Deurbesturing CS 310 FU / Rev.D 1.50 – 47
NL