De scherpstelfunctie selecteren
Er zijn twee methoden om de scherptediepte te wijzigen. automatisch en
handmatig scherpstellen.
Automatisch scherpstellen gebruiken
1
Stel de schakelaar van de
scherpstellingsfunctie in op "AF".
2
Druk de ontspanknop half in om
de scherpstelling te controleren
en neem de opname.
• De scherpstellingsindicator z of
(blz. 68) gaat branden nadat de
scherpstelling is bevestigd.
• De groene kaders worden aangegeven
in een gebied waarvan de scherpstelling
is bevestigd.
Opnametechnieken
• Stel het [AF-gebied] in (blz. 71) om het gebied te kiezen dat wordt
gebruikt voor de scherpstelling.
Scherpstellings-indicator
Scherpstellings-
indicator
z brandt
brandt
brandt
z knippert
68
NL
Status
Scherpstelling vergrendeld. Klaar om op te nemen.
Scherpstelling is bevestigd. Het scherpstelpunt beweegt doordat
het een bewegend onderwerp volgt. Klaar om op te nemen.
Nog bezig met scherpstellen. U kunt de ontspanknop niet
loslaten.
Kan niet scherpstellen. De sluiter is vergrendeld.
Sensor scherpstelveld
Scherpstelveld
Scherpstellings-indicator