14.
ONDERHOUD
Controleer minstens eens in de zes maanden de werking van
het systeem en besteed hierbij met name aandacht aan de
werking van de veiligheidsvoorzieningen (ook de duwkracht
van de aandrijving) en de ontgrendelvoorzieningen.
14.1. DEMONTAGE
TRANSFORMATOR
Als het nodig is de groep kaart -transformator te demonteren,
moet u als volgt te werk gaan.
Verwijder alle klemmenborden en connectors van de kaart.
Draai de 3 bevestigingsschroeven van de kaart en de 2
schroeven van de transformator los. Licht de groep op en
verwijder de transformator voorzichtig van de verbindingen
op de kaart, zoals aangegeven op fig. 53.
14.2. BIJVULLEN VAN DE OLIE
Controleer regelmatig de hoeveelheid olie in de aandrijving.
Voor gemiddeld-lage gebruiksfrequenties is een jaarlijkse
controle voldoende; bij intensiever gebruik, is het raadzaam
de olie eens in de 6 maanden te controleren.
Om toegang te verkrijgen tot het reservoir moet de olievuldop
tijdelijk worden verwijderd (fig. 54).
Het oliepeil, dat op het oog gecontroleerd kan worden, moet
tot aan de koperen spoelen van de elektromotor staan.
Vul de olie eventueel tot aan dit peil bij.
Gebruik uitsluitend olie van het type FAAC XD 220.
15.
REPARATIES
Neem voor eventuele reparaties contact op met een erkend
FAAC reparatiecentrum.
VAN
DE
GROEP
KAART-
Fig. 53
Fig. 54
106