6. INBEDRIJFSTELLING
6.1.
ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN
Breng alle aansluitingen op de kaart tot stand zoals beschreven
in hoofdstuk 5, inclusief aarding van de aandrijving (fig. 39).
6.2.
DEFINITIE VAN DE OPENINGSRICHTING EN WERKING
VAN DE LED VAN DE EINDAANSLAG
Voed het systeem en stel op de kaart de openingsrichting in (zie par.
5.5.1).
Als de openingsrichting naar RECHTS
led eindaanslag OPENING = F C 1
led eindaanslag SLUITING = F C 2
Als de openingsrichting naar LINKS
led eindaanslag OPENING = F C 2
led eindaanslag SLUITING = F C 1
6.3. BEPALING VAN DE STOPPUNTEN MET EINDSCHAKELAAR
De aandrijving 844 is voorzien van een eindschakelaarsensor die de
beweging van de poort laat stoppen door detectie van passage van
een bepaald referentiepunt op de tandheugel. De eindschakelaar
kan van een MLS- (fig. 41) of inductieve eindschakelaar (fig. 42) zijn.
6.3.1. MLS-eindschakelaar
De MLS-eindschakelaarsensor detecteert de passage van twee
magneten die op de zijkant van de tandheugel aangebracht zijn,
naar de aandrijving gericht.
Ga als volgt te werk om de twee bijgeleverde magneten correct te
plaatsen:
1) Controleer of de aandrijving op handbediening staat (zie
hoofdstuk 8).
2) Breng de poort met de hand in geopende positie, op (2 ÷ 5) cm
afstand tot de mechanische eindaanslag.
3) Breng de magneet aan (zonder de beschermfolie te verwijderen
van de zelfklevende kant) op de kant van de tandheugel die
naar de aandrijving gericht is, en laat de bovenkanten
samenvallen. Verschuif de magneet over de tandheugel in de
openingsrichting totdat de bijbehorende led uitgaat (fig. 22 en
41); verplaats de magneet vervolgens nog 45 mm vooruit.
4) Breng de poort met de hand in gesloten positie, op (2 ÷ 5) cm
afstand tot de mechanische eindaanslag.
5) Breng de magneet aan (zonder de beschermfolie te verwijderen
van de zelfklevende kant) op de kant van de tandheugel die
naar de aandrijving gericht is, en laat de bovenkanten
samenvallen. Verschuif de magneet over de tandheugel in de
sluitingsrichting totdat de bijbehorende led uitgaat (fig. 22 en 41);
verplaats de magneet vervolgens nog 45 mm vooruit.
6) Breng de poort halverwege de slag en blokkeer het systee weer
(zie hoofdstuk 9).
7) Bepaal de gewenste waarden van de verlangzamingen voor
en na de eindschakelaar (zie par. 5.5.2.) en laat het automatische
systeem minstens een volledige cyclus uitvoeren.
8) Controleer of de poort op 2-5 cm afstand van de mechanische
aanslag stopt. Corrigeer de positie van de
indien nodig, en controleer of het stoppunt correct is.
9) Teken de positie van de magneten op de tandheugel af, en haal
hen weg.
10) Maak de tandheugel schoon op de punten waar de magneten
moeten worden aangebracht, verwijder de folie van de
zelfklevende kant van de magneten (fig. 41 ref. 1) en plaats hen
weer met de zelfklevende zijde tegen de tandheugel (fig. 41 ref. 2).
Fig. 40
(
):
IS
(
):
IS
m a g n e t e n
Let op: door de sterkte van het magnetische veld dat veroorzaakt
wordt door de bijgeleverde magneten, kunnen voorwerpen met
een magneetband (credit cards, magnetische banden, diskettes
enz.) en elektronische en mechanische apparaten (b.v. horloges,
LCD-schermen) worden beschadigd. Het wordt geadviseerd niet in
de buurt van de magneten te komen met voorwerpen die mogelijk
beschadigd kunnen worden door magnetische velden.
Opmerkingen over het plaatsen van de magneten
•
Voor een correcte werking is het noodzakelijk dat er in de
stoppositie van de poort tenminste 2 cm afstand van de
mechanische eindaanslag is. Deze controle moet worden
uitgevoerd na de waarden voor de verlangzaming voor en na
de eindschakelaar te hebben vastgesteld (zie par. 5.5.2.) en na
het automatische systeem tenminste één complete cyclus te
hebben laten uitvoeren.
•
De afstand tussen de eindschakelaars en de magneten moet
tussen 5 en 12 mm liggen.
•
De magneten moeten worden aangebracht op de tandheugel,
nooit op de bevestigingsschroeven. In dat geval, de magneet
tegen de schroef plaatsen en de verlangzamingen regelen (par.
5.5.2) om het juiste stoppunt te verkrijgen.
FC2
1
2
6.3.2.
Inductieve eindschakelaar
De aandrijving 844 met inductieve eindschakelaar detecteert de
passage van twee plaatjes die op de bovenkant van de tandheugel
bevestigd zijn.
Ga als volgt te werk om de twee bijgeleverde plaatjes correct te
plaatsen:
1) Monteer de eindaanslag waarbij u het plaatje centreert ten
opzichte van de schroefpennen van de drager (fig. 42).
2) Controleer of de aandrijving in de handbediende werking is (zie
hoofdstuk 8).
3) Breng de poort met de hand in geopende positie, op (2 ÷ 5) cm
afstand van de mechanische eindaanslag.
4) Laat het plaatje in de openingsrichting over de tandheugel
glijden totdat de bijbehorende led uitgaat (fig. 22 en 42);
beweeg het plaatje vervolgens nog eens ongeveer 45 mm
vooruit en zet het vast op de tandheugel door de schroeven aan
te halen.
5) Breng de poort met de hand in de gesloten positie, op (2 ÷ 5) cm
afstand van de mechanische eindaanslag.
6) Laat het plaatje in de sluitingsrichting over de tandheugel glijden
totdat de bijbehorende led uitgaat (fig. 22 en 42); beweeg het
plaatje vervolgens nog eens ongeveer 45 mm vooruit en zet het
vast op de tandheugel door de schroeven aan te halen.
FC2
103
FC1
Fig. 41
FC1
Fig. 42