4
BEDIENING
4.1
Algemeen
De bediening van de System Manager MICC
kan worden opgedeeld in drie onderdelen (zie
figuur 4 voor de aangegeven letters tussen
haken [ ]):
Power System Control Panel [A, B, C, D].
•
Door middel van een LCD display en een LED-
balk worden functies zoals de accuspanning,
stroom en resterende tijd weergegeven.
Het "Power System Control Panel" kan ook
gebruikt worden om een optioneel accu-alarm
relais aan te sturen.
Zie ook hoofdstukken 5 t/m 8 voor instellingen
en programmeren van het Power System
Control Panel.
Charger Control [E, F1...F5, G].
•
De "Charger Control" geeft de laadstatus van de
accu weer. Met behulp van een potentiometer
kunt u de laadstroom instellen.
A
B
E
F5
F1
G
Mei 2003 / System Manager MICC / NL
Inverter Control [H, J, K, L].
•
U kunt de omvormer op afstand in- en
uitschakelen met behulp van de "Inverter
Control". Zodra een fout van de omvormer wordt
geconstateerd, wordt dit weergegeven door de
storingsindicatie.
4.2
Power System Control Panel
LED balk
Op de LED-balk [A] ziet u hoever de accu ongeveer
is opgeladen. Elke LED geeft 20% van het
accuvermogen aan. De extra gele LED geeft aan
dat de accu opgeladen is en klaar is voor gebruik.
Wanneer de accu wordt ontladen, gaan er
minder LED's branden. Wanneer de accu na
een ontlading wordt opgeladen, gaan er meer
LED's branden, afhankelijk van de oplaadstatus
van de accu. Wanneer de accu 92-100% is
opgeladen, gaat de gele LED branden als teken
dat de accu gereed is voor een nieuwe cyclus.
C
D
K
L
H
J
Figuur 4: bediening
System Manager MICC
9