Verbruikte ampère-uur (6)
CAP. CONSUMED
-
86 Ah
In dit niveau wordt informatie gegeven over het
aantal ampère-uur dat uit de accu kan worden
gehaald. Tijdens het opladen geeft deze waarde
aan hoeveel Ah er nodig is om de accu 100%
op te laden (0 Ah verbruikt). Deze waarde wordt
gecompenseerd door de Charge Efficiency
Factor (C.E.F. - laadrendementfactor).
Wanneer u nogmaals op de toets Select drukt,
keert de display terug naar het gebruikersmenu.
De
display
keert
gebruikersmenu wanneer deze toets gedurende
15 seconden niet wordt ingedrukt.
4.3
Charger Control
De "Charger Control" van de System Manager
MICC bestaat uit een potentiometer waarmee
de laadstroom kan worden ingesteld [E], een
accu
capaciteitsmeter
foutindicatie [G].
U kunt de acculader niet uitschakelen
met behulp van de System Manager
MICC.
Instelling laadstroom
Indien
de
beschikbare
netspanningbron
beperkt
vanwege een lichte walzekering), kunt u het
totale
stroomverbruik
reduceren
door
de
acculader te beperken. Dit kan met behulp van
de potentiometer [E]. Draai de potentiometer
naar links om de laadstroom te reduceren of
naar rechts om de laadstroom te vergroten.
Accu capaciteitsmeter.
De Accu capaciteitsmeter is te vergelijken met
de benzinemeter van een auto. Hoe meer
lampjes (LED's) er branden, des te voller is de
accu.
De betekenis van deze lampjes wordt hieronder
uitgelegd. Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de acculader voor aanvullende informatie
over de drietraps laadkarakteristiek
Mei 2003 / System Manager MICC / NL
ook
terug
naar
het
[F1...F6]
en
een
stroom
van
is
(bijvoorbeeld
van
uw
acculader
laadstroom
van
uw
Bulk (Lampje [F1] brandt)
Als alleen het "on / bulk charge" lampje oplicht,
is de accu in principe leeg. De acculader levert
in deze fase de maximale laadstroom. Hierdoor
zal de accuspanning geleidelijk toenemen.
Wanneer de accuspanning de 13,8V (voor een
12V type) of 27,6V (voor een 24V type) bereikt
kunnen we stellen dat de accu voor 25%
geladen is en zal lampje 2 oplichten.
(Lampje [F1] en [F2] branden)
De accu is ±25% geladen. De lader laadt nog
steeds de maximale stroom. De spanning zal
geleidelijk
spanning is bereikt.
Absorption (lampjes [F1] t/m [F3] branden)
Als het absorption lampje oplicht, is de accu
voor 50% geladen. De acculader gaat nu de
laadspanning begrenzen. De laadstroom zal
langzaam afnemen.
(Lampjes [F1] t/m [F4] branden)
De accu is ongeveer 75% geladen. In deze fase
wordt de laadspanning begrensd op het
absorption niveau. De laadstroom zal verder
afnemen omdat de accu steeds voller wordt.
Float (lampjes [F1] t/m [F5] branden)
Wanneer alle gele lampjes branden is de accu
geheel geladen. De acculader is nu bezig met
het druppellaad-programma. In deze fase is de
laadspanning verlaagd zodat de accu niet aan
slijtage onderhevig is. De acculader kan in deze
de
fase wel de maximale stroom leveren om de op
de accu aangesloten verbruikers te voeden.
Storingsindicatie Lader
De System Manager MICC is voorzien van een
lader storingsindicatie ("failure") [G]. Tijdens
normaal
gebruik
oplichten.
Zodra de lader een storing constateert, zal deze
indicatie rood oplichten. De oorzaak van deze
fout
wordt
capaciteitsmeter [F1] t/m [F5]. Zie tabel 2 voor
een beschrijving van de foutcodes.
doorstijgen
tot
de
zal
deze
indicatie
weergegeven
door
absorption
niet
de
accu
11