Gemiddelde tijd voor de functie resterende
tijd instellen. (24)
AVERAGE TIME
10 MN
In het derde niveau kunt u de gemiddelde tijd voor
de functie resterende tijd instellen. Wanneer deze
waarde op 0 wordt ingesteld, betekent dit dat de
resterende tijd direct ingaat en dat direct wordt
vermeld hoelang de accu's met de aangesloten
lading kunnen worden gebruikt. Er wordt een
nauwkeurigere
en
weergegeven wanneer u de gemiddelde aflezing
op 10, 20 of 30 minuten instelt. Wanneer u dit
niveau selecteert, kunt u met de knop Set de
waarde instellen. De standaard fabrieksinstelling
voor dit niveau is 10 minuten.
Het aantal ampère voor "volledig opgeladen"
instellen (25)
RETURN AMPS
2.0%
Wanneer u wilt controleren of de accu volledig is
opgeladen, moet aan diverse parameters worden
voldaan voordat de System Manager MICC de
accu als volledig opgeladen beschouwt. Een van
de parameters is het aantal ampère dat door
een volledig opgeladen accu stroomt. Hoe meer
een accu is opgeladen, hoe minder laadstroom
deze nodig heeft. Wanneer deze stroom minder
dan
2%
van
het
geïnstalleerde accu (C20-vermogen) bedraagt,
kan de accu als volledig opgeladen worden
beschouwd, mits ook aan de spanning voor
"volledig opgeladen" is voldaan. Wanneer de
accu veel ouder wordt (ouder dan de normale
levensduur), kan deze meer stroom gaan
verbruiken
wanneer
opgeladen, en kan de meter dus niet op nul
worden ingesteld en het rendement niet juist
worden berekend. Dit betekent dat dit instelpunt
op een hogere waarde moet worden ingesteld
wanneer u oude accu's gebruikt waarvan de
economische levensduur al overschreden is,
maar nog niet kunnen worden vervangen. Met
de knop Set kan het aantal ampère voor
"volledig opgeladen" tussen 1% en 10% van het
installatievermogen
standaard fabrieksinstelling is 2%.
22
bruikbaardere
waarde
vermogen
van
de
accu
volledig
worden
ingesteld.
De spanning voor "volledig opgeladen"
instellen. (26)
FLOAT LEVEL
27.2V
Een andere vereiste waaraan moet worden
voldaan voordat System Manager MICC een
accu als volledig opgeladen beschouwt, is de
minimumspanning die moet worden bereikt.
Deze spanning moet worden ingesteld op de
laagste spanning van alle oplaadapparatuur in
het systeem. Dit betekent bijvoorbeeld wanneer
de spanning van de acculader 14,25 volt is en
die van de dynamo 14,0 volt, dat de spanning net
onder de laagste spanning, dus onder 14,0 volt
moet worden ingesteld.
De hierboven genoemde spanningsniveaus
worden gemeten bij de uitgangspolen van het
oplaadsysteem. Om het spanningsverlies in de
kabels
te
spanningsniveaus ongeveer 0,4 volt lager
worden ingesteld. In het hierboven genoemde
voorbeeld moet de spanning dus op 13,6 volt
worden ingesteld.
Deze waarde wordt automatisch ingesteld voor
een
12-
fabrieksinstellingen zijn 13,6 volt voor een 12-
volt-systeem of 27,2 volt voor een 24-volt-
systeem.
Met de knop Set kunt u de waarde tussen 13,0
de
en 15,0 volt instellen wanneer u een 12 volts
accu hebt geselecteerd, of tussen de 26,0 en
30,0 volt bij een 24volts systeem.
De verbruikte Ah nulstellen (27)
RESET AHR
is
->PRESS SET-UP
In het laatste niveau van dit menu kunt u de
verbruikte Ah weer op nul instellen door de
knop Set 5 seconden in te drukken. Dit is alleen
nodig als de System Manager MICC niet meer
is gesynchroniseerd door onjuiste instellingen of
wanneer de accu's zijn vervangen.
Stel de verbruikte Ah alleen opnieuw in
De
wanneer u zeker weet dat de accu's 100% zijn
opgeladen.
compenseren,
moeten
of
24-volt-systeem.
Mei 2003 / System Manager MICC / NL
deze
De