9. Gebruiksaanwijzing bij storingen
Symptoom
Geen display weergave
Stop van de pomp
testbedrijf
Menu4: Test Suction
not possible
Autostop: 6:00 min
Stop with ENTER/NEXT
Batterij‐indicator
---- Attention ----
System runs on accu.
all actions disabled.
9V-Accu: 9.47V
Aanduiding naar
stroomuitval
A power failure has
occurred.
Auto-Restart in 30 s
or press ENTER/Next
Aanduiding naar
stroomuitval
Power failure during
pump working,
Auto restart in 30 s
or press ENTER/Next
Geen watertoevoer in de
schoonwatertank
Korte stand tijd van de
membranen
Oorzaak
‐ Kabelbrug (zie hfdst 6.1) niet
ingestoken
‐ Geen 24 V Spanningsverzorging
en batterij loopt leeg
‐ Displaykabel los of defect
‐
Waterstand in de
schoonwatertank heeft het
maximum bereikt of de
vlotterschakelaar CLmax is
niet aangesloten
‐
Waterstand in de Bioreactor
heeft het minimum bereikt
‐ Stroomuitval
‐ 24 V schakelvoeding niet
aangesloten
‐ 24 V Schakelvoeding defect
‐ Display (30 sec) na stroomuitval
van de 24V spanningsbron
‐ Display bij stroomuitval tijdens
de pompcyclus
‐ Aanzuigpomp defect
‐ Vlotterschakelaar BR min of CI‐
max verkeerd gemonteerd of
defect
‐ Terugspoelpomp spoelt de
membraan niet geregeld
schoon
‐ dichtheid blokkeert de vezels
van binnenuit
28
Oplossing
‐ Kabelbrug insteken
‐ Controleer schakelvoeding
batterij laadt over het interne
laad circuit weer op * controleer
de display kabel of display
vervangen.
‐ ‐Wachten tot de waterstanden
weer het testbedrijf toelaten
‐ Waterstanden controleren
‐ De inschakelstand van de
vlotters aanpassen
‐ ‐ Wacht tot de stroom weer
terug is
‐ Schakelvoeding aansluiten
‐ Schakelvoeding vervangen
‐ Aantal storingen in de
statusmode gedurende bijv. 24
uur controleren. Als het aantal
niet stijgt en de oorzaak ligt niet
in een algemene stroomstoring,
dan moet de stroomvoorziening
gecontroleerd worden.
‐ Via het testmenu de pompen
controleren. Treedt er bij de
werkingstest weer een
stroomstoring in, dan is een
defect in een pomp of de
voeding uit te sluiten.
‐ Aanzuigpomp in testmodus
controleren en eventueel
vervangen
‐ Vlotterschakelaar positie en
functie controleren en eventueel
vervangen
‐ Terugspoelpomp in testmodus
controleren (zie
inbedrijfstelling) en indien
nodig vervangen ‐
Dichtheidsproef uitvoeren (zie.
Hfdst. 8) en indien nodig
dichtheid verhelpen