7.1 Montage Membraanstation
Het membraanstation wordt geleverd in afzonderlijke delen. Alle verbindingen worden gemaakt
door O‐ringen of pakkingen.
Installatievolgorde:
‐ Centrale buis met onderste en bovenste spruitstuk verbinden (vergeet niet gewicht te plaatsen).
‐ Membraancartridge op de onderste en bovenste verdeler vastschroeven. Let op de
stroomrichting, zie de instructies AL‐MEM!
`
Opmerking:
Voor een dichte en spanningsvrije montage moeten alle schroeven slechts losjes vastgeschroefd
worden. Als ten minste 1 of 2 membraancartridges zijn vastgeschroefd, kunnen alle aansluitingen, ook
die van de centrale buis, worden vastgezet.
‐ De pomp moet tot aan de aanslag op de bovenste verdeelster worden vastgeschroefd (afdichting op
geïntegreerde O‐ring). De pomp kan in beide richtingen worden gemonteerd omdat beide pompen
identiek zijn. Er moet alleen bij de elektrische aansluiting erop gelet worden dat de onderste pomp als
aanzuiging werkt (klemverbinding: suction pump) en de bovenste als terugspoelpomp
(klemverbinding: back flush pomp).
‐ De terugspoelhouder moet tot aan de aanslag op de bovenste pompaansluiting worden
vastgeschroefd.
Abb: Montage van het membraanstation
GS 1: 1 ¼" O‐Ring
GS 2: 1" vlakke afdichting
GS 3: 1 ¼" vlakke afdichting
GS 4: 1" O‐Ring
23