4 De geregistreerde gegevens uit de geheugenplaatsen wissen
Wis de geregistreerde gegevens uit de geheugenplaatsen.
1. Houd de [F(SETUP)] toets > [RESET] > [4 MEMORY CH RESET] ingedrukt.
2. 2. Druk op de DIAL-knop. Het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
3. Draai aan de DIAL-draaiknop om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de DIAL-draaiknop.
Alle geheugenplaatsen worden gewist en het zendontvangtoestel zal opnieuw opstarten.
5 De APRS-instelling terugstellen
Resetten van de APRS-instelling.
1. Druk op de [F(SETUP)] toets > [RESET] > [5 APRS RESET] en houd deze ingedrukt.
2. Druk op de DIAL-toets. Het bevestigingsscherm wordt weergegeven.
3. Draai aan de DIAL-draaiknop om [OK] te selecteren en druk vervolgens op de DIAL-draaiknop.
Wis alle APRS-instellingen en het toestel zal automatisch opnieuw opstarten.
Instelmenu: CLONE
Alle gegevens die zijn opgeslagen op de transceivermap kunnen worden gekopieerd (gekloond) naar
andere FTM-300DR/DE zendontvangers.
Zie "Kopiëren van de Radiogegevens naar een andere zendontvanger" (bladzijde 30) voor nadere bij-
zonderheden.
Instelmenu: CALLSIGN
De op de zendontvanger geregistreerde roepnaam-ID kan worden veranderd met behulp van het in-
stelmenu.
1. Houd de [F(SETUP)] toets > [CALLSIGN] ingedrukt.
2. Druk op de DIAL-toets. De eerste letter van de roepnaam-ID knippert.
3. Draai aan de DIAL knop om de gewenste letter te selecteren en druk vervolgens op de DIAL knop.
De cursor verspringt naar rechts. Er kunnen maximaal 10 alfanumerieke tekens, inclusief koppelteken
en schuine streep, worden ingevoerd.
4. Herhaal stap 3 om het invoeren van de nieuwe roepnaam te voltooien.
5. Druk op de DIAL knop en houd deze ingedrukt.
De nieuwe roepnaam wordt weergegeven.
6. Druk op de toets [DISP].
Hiermee wordt de roepnaam ingesteld en keert het display terug naar het eerder weergegeven bedie-
ningsscherm.
61