Kopiëren van de radiogegevens naar een andere zendontvanger
De geheugenkanalen en instellingen in het instelmenu kunnen worden gekopieerd naar een andere
FTM- 300DR/DE .Dit is handig wanneer u de instellingen van collega-zenders waarmee u vaak mee
communiceert.
1. Schakel beide zendontvangers UIT.
2. Sluit de optionele kloonkabel "CT-166" aan op de DATA aansluiting
op de achterkant van de hoofdversterker.
3. Zet beide zendontvangers AAN.
4. Houd de [F(SETUP)] toets [CLONE] ingedrukt.
5. Op het zendontvangtoestel waarvan de gegevens moeten worden
gekopieerd, draait u de DIAL-draaiknop om [1 Deze andere] te kiezen en drukt u vervolgens op de DI-
AL-toets drukken.Het bevestigingsscherm verschijnt.
6. Op de transceiver waarnaar de gegevens moeten worden gekopi-
eerd, draait u de DIAL-draaiknop om [2 Other This] te kiezen en druk
vervolgens op de DIAL-draaiknop. Het bevestigingsscherm verschijnt.
7. Op de zendontvanger waarnaar de gegevens moeten worden geko-
pieerd, draait u aan de DIAL-knop om [OK] te selecteren, en druk ver-
volgens op de DIAL knop.
8. Draai aan de DIAL-knop op de transceiver waarvan de gegevens
moeten worden gekopieerd om [OK] te selecteren en druk vervolgens
op de DIAL-knop. De gegevensoverdracht begint. Wanneer de gege-
vensoverdracht voltooid is, verschijnt "Completed".
9. Druk op de [DISP]-toets of de PTT-schakelaar om terug te keren
naar de normale bedieningsweergave.
10. Zet beide zendontvangers UIT en koppel vervolgens de kloonkabel
los.
Wanneer "ERROR" op het scherm verschijnt tijdens het klonen, is de bewerking niet vol-
tooid. Controleer de aansluiting van de kloonkabel en herhaal de procedure vanaf het be-
gin. Als het klonen wordt beëindigd als gevolg van een stroomonderbreking tijdens de ge-
gevensoverdracht, moet de zendontvanger waarnaar de gegevens worden gekopieerd
automatisch worden gereset. Controleer de stroomvoorziening, kabels en aansluitingen,
en herhaal dan de procedure vanaf het begin.
30