5. Bijzondere voorwaarden voor veilig gebruik (X-Conditions)
5. Bijzondere voorwaarden voor veilig gebruik (X-Conditions)
5.1 Voor alle transmittertypes
De toegestane omgevingstemperatuurbereik is afhankelijk van het maximum ingangs-
vermogen en de temperatuurklasse, zie parameter.
T38.H-****:
Beperking in gebruik met display op omgevingstemperatuurbereik -30 °C ... +60 °C
T38.R-****:
De oppervlakken van de behuizingen zijn niet geleidend. De temperatuurtransmitter moet
zodanig gemonteerd zijn dat er geen elektrostatische opladingen kunnen optreden.
5.2 ATEX- en IECEx-goedkeuring
5.2.1 Transmittertype T38.H-*I** (bovenop gemonteerde versie, Ex ia)
Installatie in veilig gebied of gebied met EPL Gb-vereisten:
De transmitter moet gemonteerd zijn in een behuizing met ten minste beschermings-
■
graad IP20 overeenkomstig EN 60529.
Met de installatie van de transmitter in een behuizing moeten de interne bedrading,
■
lucht- en kruipafstanden en scheidingsafstanden overeenkomstig EN IEC 60079-11 zijn.
Installatie in gebied met EPL Ga:
De transmitter moet gemonteerd zijn in een behuizing met ten minste beschermings-
■
graad IP20 overeenkomstig EN 60529 en waarbij elektrostatische opladingseffecten
zijn uitgesloten.
Met de installatie van de transmitter in een behuizing moeten de interne bedrading,
■
lucht- en kruipafstanden en scheidingsafstanden overeenkomstig EN IEC 60079-11 zijn.
Installatie in veilig gebied of gebied met Da- of Db-vereisten:
De transmitter moet gemonteerd zijn in een behuizing die geschikt is voor installatie
■
in gebieden met EPL Da- of EPL Db en met ten minste beschermingsgraad IP6x
overeenkomstig EN IEC 60079-0 en waarbij elektrostatische opladingseffecten zijn
uitgesloten.
Met de installatie van de transmitter in een behuizing moeten de interne bedrading,
■
lucht- en kruipafstanden en scheidingsafstanden overeenkomstig EN IEC 60079-11
zijn.
Transmittertype T38.H-*C** (bovenop gemonteerde versie, Ex ic)
■
Installatie in veilig gebied of gebied met EPL Gc-vereisten:
De transmitter moet gemonteerd zijn in een behuizing met ten minste beschermings-
■
graad IP20 overeenkomstig EN 60529.
Met de installatie van de transmitter in een behuizing moeten de interne bedrading,
■
lucht- en kruipafstanden en scheidingsafstanden overeenkomstig EN IEC 60079-11 zijn.
WIKA aanvullende gebruikshandleiding type T38x
NL
13