Inhoudsopgave
Advertenties
Schedule (Schema)
Schedule (Schema)
Power On Schedule
(Inschakelschema)
Add Power On Schedule
(Inschakelschema toevoegen)
Power Off Schedule
(Uitschakelschema)
Add Power Off Schedule
(Uitschakelschema toevoegen)
Reboot Schedule
(Herstartschema)
Add Reboot Schedule
(Herstartschema toevoegen)
Schedule List (Schemalijst)
Reset (Opnieuw instellen)
TIP:
•
De [Date & Time] (Datum en tijd) moeten worden ingesteld voordat schema's worden toegevoegd.
•
Elk schema moet worden ingesteld met een interval van 5 minuten of meer.
•
Er kunnen maximaal 15 verschillende schema's worden gemaakt.
Network (Netwerk)
Network (Netwerk)
Ethernet
Ethernet
Obtain IP Address
Automatically (IP-adres
automatisch verkrijgen)
IP Address (IP adres)
Default Gateway
(Standaardgateway)
Netmask (Netmasker)
DNS 1
DNS 2
MAC Address (MAC-adres)
Proxy
Ping (Pingen)
IP Address (IP adres)
Execute (Uitvoeren)
Network Settings
(Netwerkinstellingen)
HTTP Server (HTTP-server)
AMX
Hiermee wordt de monitor ingeschakeld op het opgegeven tijdstip. Zie
Instellingen voor het configureren van het inschakelschema voor de monitor.
Hiermee wordt de monitor uitgeschakeld op het opgegeven tijdstip.
Instellingen voor het configureren van het uitschakelschema voor de monitor.
Hiermee wordt het Android-systeem opnieuw opgestart op het opgegeven tijdstip.
Instellingen voor het configureren van wanneer het Android-systeem opnieuw moet worden opgestart.
Toont een lijst met schema's die voor de monitor zijn geconfigureerd.
Schema's kunnen worden ingeschakeld, uitgeschakeld, bewerkt of verwijderd uit de lijst.
Hiermee zet u alle schemamenu-instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
Hiermee stelt u in of er een LAN-aansluiting moet worden gebruikt.
Het IP-adres en de netwerkinformatie worden automatisch of handmatig geconfigureerd.
Hiermee stelt u in of het IP-adres automatisch van de DHCP-server moet worden verkregen.
Neem bij het handmatig instellen van het IP-adres en andere netwerkinstellingen contact op met de
netwerkbeheerder voor de vereiste informatie.
Voer het IP-adres in dat de monitor moet gebruiken op het aangesloten netwerk als u [Obtain IP Address
Automatically] (IP-adres automatisch verkrijgen) niet gebruikt.
Voer de gateway voor het netwerk in als u [Obtain IP Address Automatically] (IP-adres automatisch
verkrijgen) niet gebruikt.
Voer de subnetmaskergegevens voor het netwerk in als u [Obtain IP Address Automatically] (IP-adres
automatisch verkrijgen) niet gebruikt.
Voer de primaire DNS-serverinstellingen voor het netwerk in als u [Obtain IP Address Automatically] (IP-
adres automatisch verkrijgen) niet gebruikt.
Voer de secundaire DNS-serverinstellingen voor het netwerk in als u [Obtain IP Address Automatically]
(IP-adres automatisch verkrijgen) niet gebruikt.
Hiermee geeft u het [MAC Address] (MAC-adres) van de monitor weer.
Hiermee stelt u de proxyserverinstellingen in van het netwerk dat op de monitor is aangesloten.
None (Geen):
De proxy niet instellen.
Manual (Handmatig): De hostnaam, het poortnummer en het adres instellen.
Proxy Auto-Config (Automatische proxyconfiguratie): De URL instellen waarop het proxy-PAC-bestand staat.
Bevestigen van een succesvolle verbinding met het netwerk door te communiceren met een vooraf
ingesteld IP-adres.
Hiermee stelt u een [IP Address] (IP-adres) in voor het verzenden van een [Ping] (Ping-opdracht).
Hiermee controleert u of een respons naar de monitor kan worden verzonden vanaf het [IP Address] (IP-
adres) door een [Ping] (Ping-opdracht) te verzenden.
Hiermee stelt u in of HTTP-serverfuncties moeten worden gebruikt.
Voor het in- of uitschakelen van AMX-apparaatdetectie bij verbinding met een netwerk dat wordt
ondersteund door het NetLinx-besturingssysteem van AMX.
Nederlands−58
pagina
35.
Advertenties
Inhoudsopgave
