Name Settings (Naaminstellingen)
Klik op "NAME" (Naam) in de linkerkolom onder HOME (Startpagina).
MONITOR NAME
Hiermee kunt u de naam van de monitor aanpassen, tot een maximum lengte van 16 tekens. Deze
(Monitornaam)
naam wordt getoond bij het zoeken naar apparaten op het netwerk bij gebruik van een toepassing
zoals NaViSet Administrator. Door de monitor een unieke naam te geven, kan deze gemakkelijk
worden geïdentificeerd bij het bekijken van een lijst met monitors op het netwerk. De standaardnaam
is de modelnaam van de monitor.
HOST NAME
Typ de hostnaam van het netwerk dat aan de monitor is verbonden.
(Hostnaam)
U kunt maximaal 15 alfanumerieke tekens gebruiken.
DOMAIN NAME
Typ de domeinnaam van het netwerk waarmee de monitor is verbonden.
(Domeinnaam)
U kunt maximaal 60 alfanumerieke tekens gebruiken.
Netwerkservice-instellingen
Klik op "NETWORK SERVICE" (Netwerkservice) in de linkerkolom onder HOME (Startpagina).
HTTP PASSWORD
Hiermee kunt u een wachtwoord voor de HTTP-server instellen. Het wachtwoord mag max. 10 tekens
(HTTP-wachtwoord)
lang zijn. Het standaardwachtwoord is 0000.
HTTP PASSWORD
Een HTTP PASSWORD (HTTP-wachtwoord) is vereist voor aanmelding bij de HTTP-server.
ENABLE (HTTP-
Stel de monitornaam in als USER NAME (Gebruikersnaam) wanneer u het wachtwoord invoert.
wachtwoord
inschakelen)
Opdrachten
Bij het aansluiten van de monitor via RS-232C of het aansluiten op een netwerk via LAN, worden de besturingsopdrachten
tussen de monitor en het aangesloten apparaat doorgegeven. Zo kan de monitor via een aangesloten apparaat op afstand
worden bediend.
Instructies voor beide soorten bedieningsopdrachten zijn te vinden in de externe documenten.
Raadpleeg de handleiding op de volgende website voor meer informatie over elk van de opdrachten.
https://www.sharp-nec-displays.com/global/index.html
Nederlands−46