Beveiliging instellen en de schermbediening vergrendelen
Bij normaal gebruik kan de monitor worden bediend door iedereen met behulp van de afstandsbediening of het
bedieningspaneel van de monitor. U kunt ongeautoriseerd gebruik en wijzigingen aan de monitorinstellingen voorkomen door de
opties voor Beveiliging en Vergrendelingsinstellingen in te schakelen.
De beveiligings- en vergrendelingsfuncties die in dit gedeelte worden behandeld, zijn:
•
Het wachtwoord instellen
•
Wachtwoordbeveiliging inschakelen
•
Vergrendeling van de knoppen van de afstandsbediening (zie
•
Vergrendelen van de knoppen op het bedieningspaneel van de monitor (zie
Locatie van instellingen
De instructies in dit gedeelte helpen u de beveiligings- en vergrendelingsfuncties te configureren in het OSD-menu van
de monitor. Deze instellingen kunnen ook worden geconfigureerd met behulp van de internetbediening van de monitor.
Zie
pagina
45.
De menu-opties voor beveiligings- en vergrendelingsinstellingen bevinden zich in het menu [Protect] (Beveiligen) van zowel het
schermmenu als de webbediening.
nWachtwoordbeveiliging
Wanneer wachtwoordbeveiliging is ingeschakeld, wordt er een alfanumeriek wachtwoord tussen 4 en 64 tekens van
één byte gevraagd bij het inschakelen van de hoofdschakelaar en/of het openen van het menu [Administrator Settings]
(Beheerdersinstellingen) (zie
knoppen worden ingedrukt tijdens de periode die u hebt ingesteld voor [OSD Time] (Tijd schermweergave), wordt de monitor
automatisch vergrendeld en wordt het wachtwoord opnieuw gevraagd.
TIP:
Als u het wachtwoord wijzigt, moet u het wachtwoord op een veilige locatie noteren. Als u uw wachtwoord bent vergeten,
moet u contact opnemen met de technische ondersteuning om een vervangend wachtwoord aan te vragen waarmee u
weer toegang kunt krijgen tot het schermmenu van de monitor.
pagina
37). De monitor functioneert normaal nadat het wachtwoord is ingevoerd. Als er geen
pagina
13)
pagina
Nederlands−36
14)