De motorlagers zijn voor de gehele levensduur gesmeerd
en onderhoudsvrij.
Ook als al het vereiste onderhoud wordt verricht, zoals
het vervangen van filters, kunnen stof en vet zich lang-
zaam ophopen in de ventilatoren. Dit verslechtert de
efficiëntie.
1. Ontkoppel de voedingskabels van de ventilator. De ka-
bels bevinden zich naast de ventilator aan de
achterkant.
2. Trek de ventilatoren naar u toe. Mogelijk moet u hierbij
wat kracht uitoefenen.
3. Maak de ventilatoren schoon met een doek of een
zachte borstel. Gebruik geen water. Gebruik kunstter-
pentijn (white spirit) voor het verwijderen van hardnek-
kige afzettingen.
Laat de ventilatoren goed drogen voordat ze weer wor-
den gemonteerd.
4. Monteer de ventilatoren. Vergeet niet de voedingska-
bels van de ventilatoren weer aan te sluiten.
4.7
De rotor aandrijfriem vervangen
• Controleer of de netvoeding naar de unit is losgehaald, voordat onderhouds- of elektrische werkzaamheden worden
verricht!
Als de alarmtekst Rotorbescherming wordt getoond kan de rotor aandrijfriem zijn beschadigd of gebroken, zie
hoofdstuk 3.2.3.
De unit wordt geleverd met een reserve aandrijfriem op de rotor van de warmtewisselaar.
A
1
1
2
In het geval dat beide gelaste riemen breken, is het mogelijk om een verbindingsnippel te gebruiken als een tijdelijke
snelle reparatieoplossing totdat de gelaste riem kan worden vervangen door een nieuwe. Afhankelijk van de wijze
waarop de unit is geïnstalleerd, kan het onnodig zijn om de behuizing van de warmtewisselaar te verwijderen om een
kapotte aandrijfriem tijdelijk te repareren als de riempoelie toegankelijk is.
33355813 | v1.1
2
D
D
C
Fig. 6 Afvoer- en toevoerventilatoren
B
C
E
B
A
Onderhoud van de unit |
13