■ Instellingen voor waarschuwingen
U kunt bepaalde nuttige waarschuwen activeren en met de veilige modus kunt u het
aanraakscherm uitschakelen in een rijdend voertuig. Raak de volgende knoppen aan: [Menu],
[Settings], [Warnings]
Aanraakknop
[Warn When Speeding]
[Speed Camera Warning]
[Safety Mode]
■ Menu-instellingen
U kunt het uitzicht en de werking van de menuschermen aanpassen. Raak de volgende
knoppen aan: [Menu], [Settings], [Menu]
61
Kaarten kunnen informatie bevatten over de maximumsnelheden van
wegsegmenten. Het navigatiesysteem kan u waarschuwen als u de
huidige beperking overschrijdt. Het is mogelijk dat deze informatie niet
beschikbaar is in uw regio (vraag informatie aan uw plaatselijke
dealer). Die informatie is mogelijk ook niet geheel correct voor alle
wegen op de kaart. Met deze instelling kunt u beslissen of u de
waarschuwingen wenst te krijgen. U kunt het relatieve niveau van te
hard rijden instellen waarbij de toepassing u waarschuwt (100%
vertegenwoordigt de huidige maximumsnelheid):
● In de bebouwde kom
● Elders: op alle andere plaatsen
Er zijn twee soorten waarschuwingen. U kunt ze onafhankelijk van
elkaar in- en uitschakelen.
● Hoorbare waarschuwing: u hoort een spraakbericht met het
geselecteerde spraakbegeleidingsprofiel.
● Zichtbare waarschuwing: er verschijnt een symbool met de
snelheidsbeperking in de hoek van de kaart (bijvoorbeeld:
Met deze functie kunt u gewaarschuwd worden als u een
snelheidscamera nadert. Het is uw eigen verantwoordelijkheid te
controleren of deze functie legaal is in het land waar u ze wilt
gebruiken.
Dit zijn de opties:
● Hoorbare waarschuwing: u hoort een zoemtoon als u een camera
nadert. U kunt het apparaat ook zo instellen dat er slechts een
waarschuwing komt als u de snelheidsbeperking overtreedt bij het
naderen.
● Zichtbare waarschuwing: het soort camera en de gecontroleerde
maximumsnelheid verschijnen op het kaartscherm als u nadert.
De veilige modus schakelt het aanraakscherm uit als u sneller dan 10
km/u rijdt om uw aandacht op de weg te houden. U kunt geen nieuwe
bestemming invoeren of instellingen wijzigen tijdens het rijden. Het
enige bedieningselement op het scherm dat ingeschakeld blijft, is de
beweging die u terug naar het kaartscherm brengt.
Beschrijving
)
61