Voor gebruik
Instellingen van het apparaat
Naast de instellingen voor navigatie en audio, kunt u ook de volgende dingen instellen.
● De achteruitkijkcamera instellen (Raadpleeg pagina 31)
● Het bedieningsgeluid instellen (Raadpleeg pagina 32)
● Kleurenpatroon instellen (Raadpleeg pagina 32)
● De knopverlichting instellen (Raadpleeg pagina 33)
● De uitvoer van de navigatiestem instellen (Raadpleeg pagina 34)
● De VTR-ingang instellen (Raadpleeg pagina 34)
● De afstandsbediening aan het stuur instellen (Raadpleeg pagina 221)
● Het scherm aanpassen en instellen (Raadpleeg pagina 35)
● ESN instellen (Eclipse Security Network) (Raadpleeg pagina 37)
Camera instellen
Stel de camera in op bedieningsmodus
AUTO of MANUAL.
Met AUTO wordt er op het camerabeeld
overgeschakeld als u de achteruitversnelling
selecteert. Met MANUAL wordt er op het
camerabeeld
overgeschakeld
aanraakt.
Camera Screen
1
Druk op
.
2
Raak
aan.
Info
31
3
Raak
als
u
4
Raak
● Raak om te vervolledigen
de instelling op te slaan en terug te keren
naar
voorafging.
aan.
Setting
of
Auto
Manual
Done
het
scherm
dat
aan.
aan om
onmiddellijk
31