Voor gebruik
Instellingen van het apparaat
● Voor
het
audioscherm.
● Voor het videoscherm.
■ Schakelen
dagbeeld.
Raak
1
Day
weergegeven.
● Bij elke aanraking schakelt de weergave
tussen nacht- en dagbeeld.
AANDACHT
Als u het apparaat inschakelt blijven de
paneelknoppen voortdurend opgelicht.
■ Schermen verbergen
Raak
1
Off
het aanpassen van de beeldkwaliteit.
● Druk op
opnieuw op te roepen.
36
36
navigatiescherm
en
tussen
nacht-
aan als nachtbeeld wordt
aan op het scherm voor
of
om het scherm
het
■ De beeldkwaliteit aanpassen
U
kunt
het
afzonderlijk aanpassen.
en
● Voor het navigatiescherm en het audioscherm.
● Voor het videoscherm.
Helderheid
Raak
+
1
verhogen. Raak
helderheid te verlagen.
● De aanvankelijke instelling voor wanneer
de
lichten
maximumwaarde (helderste stand).
Kleurbalans (geldt alleen voor het
videoscherm)
Raak
G
1
versterken. Raak
versterken.
dagbeeld
en
nachtbeeld
aan om de helderheid te
aan om de
−
uitgeschakeld
zijn
aan om groen te
aan om rood te
R
is
de