Download Print deze pagina

Advertenties

BEDIENINGSHANDLEIDING 2017
701 Enduro
Artikelnr. 3402114nl

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Husqvarna 701 Enduro 2017

  • Pagina 1 BEDIENINGSHANDLEIDING 2017 701 Enduro Artikelnr. 3402114nl...
  • Pagina 3 BESTE HUSQVARNA MOTORCYCLES-KLANT, We wensen u veel geluk met uw keuze voor een Husqvarna-motorfiets. U bent nu in het bezit van een moderne sportieve motorfiets en BESTE HUSQVARNA MOTORCYCLES-KLANT, we zijn er zeker van dat u er veel plezier mee zult beleven, mits u de motorfiets goed onderhoudt.
  • Pagina 4 Nadruk, ook gedeeltelijk, en vermenigvuldigingen van welke aard dan ook zijn uitsluitend toegestaan met toestemming van de auteur. ISO 9001(12 100 6061) Husqvarna Motorcycles past kwaliteitsborgingsprocessen toe in de zin van de internationale kwaliteitsmanagementsnorm ISO 9001 om een zo hoog mogelijke productkwaliteit te bereiken.
  • Pagina 5 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE Typeplaatje ............20 SYMBOLEN EN FORMATERINGEN ........7 Sleutelnummer............21 Gebruikte pictogrammen ......... 7 Motornummer ............21 Gebruikte formatering..........8 Artikelnummer voorvork......... 22 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN ..........9 Artikelnummer schokdemper......... 22 Gebruiksdefinitie - beoogd gebruik ......9 BEDIENINGSELEMENTEN..........23 Onjuist gebruik............9 Koppelingshendel ..........
  • Pagina 6 INHOUDSOPGAVE Tachometer instellen..........35 11.2 Ingaande demping voorvork instellen....65 kilometer of mijl instellen ........37 11.3 Uitgaande demping voorvork instellen ....66 Tijd instellen ............38 11.4 Ingaande demping schokdemper ......67 service-indicatie instellen........39 11.5 Ingaande demping low speed voor schokdemper instellen...........
  • Pagina 7 INHOUDSOPGAVE 12.12 Zijbekleding monteren ........... 85 13.9 Uitgangspositie rempedaal instellen ....115 12.13 Spatbord voor demonteren ........86 13.10 Remvloeistofpeil achterwielrem controleren..116 12.14 Spatbord voor monteren........86 13.11 Remvloeistof achterwielrem bijvullen ....117 12.15 Luchtfilter demonteren ........87 13.12 Remplaketten achterwielrem controleren .... 119 12.16 Luchtfilter monteren ...........
  • Pagina 8 INHOUDSOPGAVE 15.12 Lichtbundelbreedte koplamp instellen....155 22.3 Vulhoeveelheid............. 191 KOELSYSTEEM..............157 22.3.1 Motorolie ............191 16.1 Koelsysteem ............157 22.3.2 Koelmiddel ............191 16.2 Antivries en koelmiddelpeil controleren ....158 22.3.3 Brandstof............191 16.3 Koelmiddelpeil controleren ........160 22.4 Chassis ..............192 16.4 Koelmiddel aftappen ........
  • Pagina 9 Alle werkzaamheden die met dit pictogram zijn gekenmerkt vereisen vakkennis en technisch begrip. Laat de werk- zaamheden voor uw eigen veiligheid uitvoeren in een geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage! Daar wordt uw motorfiets door speciaal geschoolde vakkundige medewerkers met het benodigde hulpgereedschap optimaal onderhouden.
  • Pagina 10 SYMBOLEN EN FORMATERINGEN Gebruikte formatering Hieronder worden de gebruikte letterformaten verklaard. Eigennaam Kenmerkt een eigennaam. Naam ® Kenmerkt een beschermde naam. Merk™ Kenmerkt een merk in het handelsverkeer. Onderstreepte woorden Verwijzen naar technische details van het voertuig of kenmerken vaktermen die in de begrippenlijst worden uitgelegd.
  • Pagina 11 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN Gebruiksdefinitie - beoogd gebruik Husqvarna-motorfietsen zijn ontworpen en gebouwd om te voldoen aan de normale eisen van het reguliere weggebruik en op eenvou- dig terrein (onverharde wegen). Ze zijn echter niet geschikt voor het rijden op racecircuits. Info De motorfiets is alleen in de gehomologeerde versie toegelaten voor het rijden op de openbare weg.
  • Pagina 12 VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN Gevarenniveau en pictogrammen Gevaar Waarschuwing voor een gevaar dat direct en met zekerheid overlijden of zwaar blijvend letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatregelen neemt. Waarschuwing Waarschuwing voor een gevaar dat waarschijnlijk overlijden of zwaar letsel tot gevolg heeft als u niet de juiste voorzorgsmaatre- gelen neemt.
  • Pagina 13 Het voertuig uitsluitend in technisch goede staat, op de boogde wijze, en veiligheids- en milieubewust gebruiken. Voor het wegverkeer is het juiste rijbewijs vereist. Storingen die de veiligheid beperken, onmiddellijk door een geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage laten verhelpen. De op het voertuig aangebrachte stickers met aanwijzingen en waarschuwingen in acht nemen.
  • Pagina 14 – Draag altijd beschermende kleding die zich in een goede staat bevindt en voldoet aan de wettelijke voorschriften. Voor uw eigen veiligheid adviseert Husqvarna Motorcycles om het voertuig uitsluitend met geschikte beschermende kleding te gebrui- ken. Werkinstructies Voor enkele werkzaamheden zijn hulpgereedschappen vereist. Deze maken geen deel uit van het voertuig, maar kunnen worden besteld onder vermelding van de aangegeven nummers tussen haakjes.
  • Pagina 15 Bewaar de bedieningshandleiding op een eenvoudig toegankelijke plaats, zodat u deze op ieder moment kunt raadplegen wanneer dat nodig is. Neem contact op met een geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-dealer als u meer over het voertuig wilt weten of als tijdens het lezen iets niet duidelijk is.
  • Pagina 16 De in het serviceschema voorgeschreven werkzaamheden mogen uitsluitend door een erkende Husqvarna Motorcycles-dealer wor- den uitgevoerd en moeten zowel in het service- en garantieboekje als in Husqvarna Motorcycles Dealer.net worden bevestigd, omdat anders de aanspraak op garantie vervalt. Bij schade of gevolgschade, die door manipulaties en/of wijzigingen aan het voertuig zijn ver- oorzaakt, bestaat er geen aanspraak op garantie.
  • Pagina 17 Houdt u zich aan de aanwijzingen in de tekst. Klantenservice De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-dealer beantwoordt graag uw vragen over uw voertuig of over Husqvarna Motorcycles. De lijst met geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-dealers vindt u op de Husqvarna Motorcycles-website.
  • Pagina 18 AFBEELDING VOERTUIG Afbeelding voertuig linksvoor (symbolische weergave) V00523-10...
  • Pagina 19 AFBEELDING VOERTUIG Koppelingshendel ( pag. 23) Zadel Tankdop Grepen ( pag. 30) Bijrijder-voetsteunen ( pag. 31) Zijstandaard ( pag. 33) Zadelontgrendeling ( pag. 30) Versnellingshendel ( pag. 31) Motornummer ( pag. 21) Remklauw voor...
  • Pagina 20 AFBEELDING VOERTUIG Afbeelding voertuig rechtsachter (symbolische weergave) V00522-10...
  • Pagina 21 AFBEELDING VOERTUIG Contact-/stuurslot ( pag. 27) Lichtschakelaar ( pag. 25) Richtingaanwijzerschakelaar ( pag. 25) Claxonknop ( pag. 24) Noodstopschakelaar ( pag. 26) E-starterknop ( pag. 26) Gashendel ( pag. 24) Remhendel ( pag. 23) Framenummer ( pag. 20) Rempedaal ( pag.
  • Pagina 22 SERIENUMMERS Framenummer  Het framenummer is in de rechterzijde van het balhoofd gegraveerd. 401945-10 Typeplaatje  Het typeplaatje bevindt zich rechts aan het frame. H01049-10...
  • Pagina 23 SERIENUMMERS Sleutelnummer  staat op de KEYCODECARD. Sleutelnummer Info U hebt het sleutelnummer nodig voor het bestellen van een reservesleutel. Bewaar de KEYCODECARD op een veilige plaats. 402642-10 Motornummer  Het motornummer is in de linkerzijde van de motor onder het ketting-aandrijfwiel gegraveerd.
  • Pagina 24 SERIENUMMERS Artikelnummer voorvork  Het artikelnummer van de voorvork is aan de binnenzijde van de asopname gegra- veerd. 401947-10 Artikelnummer schokdemper  Het artikelnummer van de schokdemper is aan de linkerkant van de schokdemper aangebracht. 402025-10...
  • Pagina 25 BEDIENINGSELEMENTEN Koppelingshendel  De koppelingshendel is aan de linkerkant van het stuur aangebracht. De koppeling wordt hydraulisch bediend en automatisch bijgesteld. E00057-10 Remhendel  De remhendel is aan de rechterzijde van het stuur aangebracht. De voorwielrem wordt geschakeld met de remhendel. E00058-10...
  • Pagina 26 BEDIENINGSELEMENTEN Gashendel  De gashendel is aan de rechterzijde van het stuur aangebracht. E00059-10 Claxonknop  De claxonknop is aan de linkerzijde van het stuur aangebracht. Mogelijke toestanden • Claxonknop in de uitgangspositie ingedrukt – In deze stand wordt de claxon gebruikt. •...
  • Pagina 27 BEDIENINGSELEMENTEN Lichtschakelaar  De lichtschakelaar is aan de linkerzijde van het stuur aangebracht. Mogelijke toestanden Dimlicht aan – Lichtschakelaar naar beneden geschakeld. In deze stand is het dimlicht en achterlicht ingeschakeld. Groot licht aan – Lichtschakelaar naar boven geschakeld. In deze stand is het groot licht en achterlicht ingeschakeld.
  • Pagina 28 BEDIENINGSELEMENTEN Noodstopschakelaar  De noodstopschakelaar is aan de rechterzijde van het stuur aangebracht. Mogelijke toestanden Noodstopschakelaar uit – In deze stand is het ontstekingscircuit onder- broken. Een draaiende motor schakelt uit en een stilstaande motor kan niet worden gestart. Noodstopschakelaar aan – Deze stand is noodzakelijk bij het rijden, het ontstekingscircuit is gesloten.
  • Pagina 29 BEDIENINGSELEMENTEN Contact-/stuurslot Het contact-/stuurslot bevindt zich voor het zadel. Mogelijke toestanden Ontsteking uit OFF – In deze stand is het ontstekingscircuit onderbroken. Een draaiende motor schakelt uit en een stilstaande motor schakelt niet in. De contactsleutel kan eruit worden getrokken. Contact ingeschakeld ON –...
  • Pagina 30 BEDIENINGSELEMENTEN Controlelampje richtingaanwijzer knippert groen – Richtingaanwijzer is ingeschakeld. Waarschuwingslampje oliedruk brandt rood – Motoroliedruk is te laag. 6.11 Tankdop openen Gevaar Gevaar voor brand Brandstof is licht ontvlambaar. De brandstof in de tank wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uit de tank stromen. –...
  • Pagina 31 BEDIENINGSELEMENTEN Waarschuwing Gevaar voor het milieu Ondeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu. – Er mag geen brandstof in het grondwater, de bodem of riolering terechtkomen. –  Klep op de tankdop openklappen en contactsleutel insteken. – Contactsleutel 90° tegen de klok in draaien en tankdop verwijderen. Info De tankdop is voorzien van een brandstoftankontluchting.
  • Pagina 32 BEDIENINGSELEMENTEN 6.13 Zadelontgrendeling  De handgreep ontgrendelt het zadel. V00492-10 6.14 Grepen  De grepen zijn bestemd voor het rangeren van de motorfiets. Bij het rijden met een bijrijder kan deze zich hieraan vasthouden. S00997-10...
  • Pagina 33 BEDIENINGSELEMENTEN 6.15 Bijrijder-voetsteunen De bijrijder-voetsteunen zijn inklapbaar uitgevoerd. Mogelijke toestanden Bijrijder-voetsteunen ingeklapt – Voor het rijden zonder bijrijder. • Bijrijder-voetsteunen uitgeklapt – Voor het rijden met bijrijder. • V00505-01 6.16 Versnellingshendel  De versnellingshendel is aan de linkerzijde van de motor gemonteerd. 401950-10...
  • Pagina 34 BEDIENINGSELEMENTEN De positie van de versnellingen zijn weergegeven op de afbeelding. De neutrale of vrije stand bevindt zich tussen de 1e en 2e versnelling. 401950-11 6.17 Rempedaal  Het rempedaal bevindt zich voor de voetsteun. De achterwielrem wordt geschakeld met het rempedaal. 401956-10...
  • Pagina 35 BEDIENINGSELEMENTEN 6.18 Zijstandaard  De zijstandaard bevindt zich aan de linkerzijde van het voertuig. De zijstandaard is bestemd voor het parkeren van de motorfiets. Info Tijdens het rijden moet de zijstandaard omhooggeklapt zijn. De zijstandaard is gekoppeld aan het veiligheidsstartsysteem. Lees de rij-instructies.
  • Pagina 36 TACHOMETER overzicht Controlelampjes-overzicht ( pag. 27) Linker toets Display Rechter toets H01067-10 Activering Tachometer activeren De tachometer wordt geactiveerd als u op een van de toetsen drukt of als hij van de wiel- toerentalsensor een impuls ontvangt. H01069-10...
  • Pagina 37 TACHOMETER Meldingen op de tachometer Mogelijke toestanden Accuspanning tachometer – De accuspanning van de tachometer is te laag. Accu vervangen. 401901-01 Tachometer instellen Voorwaarden De motorfiets staat stil. – Beide toetsen 3-5 seconden ingedrukt houden. Het setupmenu wordt weergegeven. De indicatie UNIT knippert. –...
  • Pagina 38 TACHOMETER – 5 seconden wachten. De tachometer gaat naar het volgende menupunt. Het pictogram knippert. – Op een van de knoppen drukken om de 24-uursweergave of 12-uursweergave van de klok te selecteren. 401911-01 – 5 seconden wachten. De tachometer gaat naar het volgende menupunt. Het pictogram knippert.
  • Pagina 39 TACHOMETER Service-interval verlengen – Rechter toets indrukken. De waarde verhoogt. Service-indicatie uitschakelen – Linker toets ingedrukt houden. Op het display verschijnt off. 401914-01 kilometer of mijl instellen Info Als de eenheid wordt gewijzigd, blijft de waarde ODO bewaard en wordt dienovereenkomstig omgerekend. Voorwaarden De motorfiets staat stil.
  • Pagina 40 TACHOMETER – Beide toetsen 3-5 seconden ingedrukt houden. Het setupmenu wordt weergegeven. De indicatie UNIT knippert. – Eén van de toetsen indrukken om de eenheid UNIT voor de snelheid te kiezen: kilo- meter KM/H of mijl M/H. 401909-01 Tijd instellen Voorwaarden De motorfiets staat stil.
  • Pagina 41 TACHOMETER – 5 seconden wachten. De tachometer gaat naar het volgende menupunt. Het symbool klok knippert. Tijd terugzetten – Linker toets indrukken. De waarde verlaagt. Tijd vooruit zetten – Rechter toets indrukken. De waarde verhoogt. 401912-01 service-indicatie instellen Voorwaarden De motorfiets staat stil. –...
  • Pagina 42 TACHOMETER Service-indicatie uitschakelen – Linker toets ingedrukt houden. Op het display verschijnt off. 401914-01 Snelheid, tijd en DST afstand 1 – Eén van de toetsen indrukken tot DST op de tachometer weergegeven wordt. KM/H of M/H geeft de snelheid weer. geeft de tijd weer.
  • Pagina 43 TACHOMETER Rechter toets 3 - 5 DST wordt op 0,0 gereset. seconden indruk- ken. Snelheid, tijd en DST2 afstand 2 – Eén van de toetsen indrukken tot DST2 op de tachometer weergegeven wordt. KM/H of M/H geeft de snelheid weer. geeft de tijd weer.
  • Pagina 44 TACHOMETER 7.10 AVG gemiddelde snelheid, ART rij-uren en ODO totale afstand – Op een van de knoppen drukken tot AVG, ART en ODO op de tachometer worden weergegeven. AVG geeft de gemiddelde snelheid sinds de laatste reset aan. ART geeft de rij-uren weer. ODO geeft de rij-uren weer.
  • Pagina 45 Zorg ervoor dat voor- en achterwiel steeds van banden met hetzelfde profiel zijn voorzien. Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Niet-vrijgegeven of aanbevolen banden en wielen bemoeilijken het rijgedrag. – Gebruik alleen door Husqvarna Motorcycles goedgekeurde en aanbevolen banden en wielen met de bijbehorende snelheids- index. Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Verminderde wegligging bij nieuwe banden.
  • Pagina 46 Houd er bij het gebruik van het voertuig rekening mee dat andere mensen last kunnen hebben van overmatig lawaai. – Zorg ervoor dat de werkzaamheden van de leveringsinspectie worden uitgevoerd door een geautoriseerde Husqvarna Motorcycles- garage. U ontvangt het leveringsdocument en het service- en garantieboekje bij de overdracht van het voertuig.
  • Pagina 47 INBEDRIJFNAME Motor inrijden – Tijdens de inrijperiode het aangegeven motortoerental niet overschrijden. Voorgeschreven waarde Maximaal motortoerental Tijdens de eerste: 1.000 km 6.000 1/min Na de eerste: 1.000 km 7.800 1/min – Vol gas geven vermijden! Voertuig beladen Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Instabiel rijgedrag. –...
  • Pagina 48 INBEDRIJFNAME Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Gevaar voor breken van het bagagesysteem. – Als u een bagagedrager op uw motorfiets hebt gemonteerd, moet u rekening houden met de gegevens van de producent over de maximale belasting. Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Door verschoven bagage bent u slecht zichtbaar voor andere verkeersdeelnemers. –...
  • Pagina 49 INBEDRIJFNAME Voorgeschreven waarde Maximaal toegestaan totaalgewicht 350 kg Maximale asbelasting voor 150 kg Maximale asbelasting achter 200 kg...
  • Pagina 50 RIJ-INSTRUCTIES Controle en onderhoud voor iedere inbedrijfname Info Voordat u gaat rijden controleren of het voertuig in een goede staat is en of er veilig mee kan worden gereden. Tijdens het rijden moet het voertuig technisch in een onberispelijke staat zijn. –...
  • Pagina 51 RIJ-INSTRUCTIES Starten Gevaar Gevaar voor vergiftiging Uitlaatgassen zijn giftig en kunnen bewusteloosheid en/of de dood tot gevolg hebben. – Zorg bij gebruik van de motor steeds voor voldoende ventilatie. – Gebruik een geschikte afzuiging, als u de motor in een gesloten ruimte start of laat draaien. Voorzichtig Gevaar voor ongevallen Als de motorfiets met een lege of zonder accu wordt gebruikt, kunnen elektronische componenten en veiligheidsvoorzieningen worden beschadigd.
  • Pagina 52 – Zijstandaard ontlasten en met de voet tot de aanslag naar boven klappen. ABS uitschakelen Husqvarna Motorcycles raadt aan om altijd met ABS te rijden. Er kunnen zich echter rijsituaties voordoen, waarin een ABS niet gewenst is. Voorwaarde De motorfiets staat stil.
  • Pagina 53 RIJ-INSTRUCTIES Beginnen met rijden – Koppelingshendel trekken, in de 1e versnelling zetten, koppelingshendel langzaam vrijgeven en gelijktijdig voorzichtig gas geven. Schakelen, rijden Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Bij een abrupte verandering van de belasting kunt u de controle over de motorfiets verliezen. –...
  • Pagina 54 RIJ-INSTRUCTIES Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Verminderde wegligging bij koude banden. – Iedere keer dat u gaat rijden moeten de eerste kilometers voorzichtig en met gematigde snelheid worden gereden, totdat de banden hun rijtemperatuur hebben bereikt en zo een optimale wegligging garandeerd is. Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Verminderde wegligging bij nieuwe banden.
  • Pagina 55 Info Wanneer bij draaiende motor ongewone geluiden optreden, onmiddellijk stoppen, de motor uitzetten, het voertuig volgens de verkeersregels stallen en contact opnemen met een erkende Husqvarna Motorcycles-dealer. – Als de omstandigheden het toestaan (helling, rijsituatie e.d.), kunt u naar hogere ver- snellingen schakelen.
  • Pagina 56 Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Een poreus drukpunt van voor- en/of achterwielrem vermindert de remwerking. – Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles- garage is u graag van dienst.) Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Het remsysteem valt uit bij oververhitting.
  • Pagina 57 RIJ-INSTRUCTIES Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Langere remweg door hoger totaalgewicht. – Houd rekening met een langere remweg, als u met een bijrijder of bagage rijdt. Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Vertraagde remwerking op wegen met strooizout. – Strooizout kan zich afzetten op de remschijven. Om de normale remwerking weer te herstellen moeten de remschijven eerst schoon geremd worden.
  • Pagina 58 RIJ-INSTRUCTIES Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Schuine stand of zijdelings afhellende ondergrond vermindert de maximaal mogelijke vertraging. – Beëindig het remmen indien mogelijk voordat u een bocht inrijdt. – Het remmen moet altijd voor het begin van de bocht zijn afgerond. Schakel daarbij afhankelijk van de snelheid naar een lagere ver- snelling.
  • Pagina 59 RIJ-INSTRUCTIES Aanwijzing Gevaar voor brand Hete voertuigdelen vormen een brand- en explosiegevaar. – Plaats het voertuig niet in de buurt van licht ontvlambare of explosiegevaarlijke materialen. – Laat het voertuig afkoelen alvorens het te bedekken. – Motorfiets afremmen. – Versnelling in vrij schakelen. –...
  • Pagina 60 RIJ-INSTRUCTIES Aanwijzing Gevaar voor brand Hete voertuigdelen vormen een brand- en explosiegevaar. – Plaats het voertuig niet in de buurt van licht ontvlambare of explosiegevaarlijke materialen. – Laat het voertuig afkoelen alvorens het te bedekken. – Motor uitzetten en contactsleutel eruit trekken. –...
  • Pagina 61 In sommige landen en regio's is de beschikbare brandstofkwaliteit en -reinheid eventueel onvoldoende. Dit leidt tot problemen in het brandstofsysteem. – Tank uitsluitend schone brandstof die aan de aangegeven norm voldoet. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.) Waarschuwing Gevaar voor het milieu Ondeskundige omgang met brandstof is gevaarlijk voor het milieu.
  • Pagina 62 RIJ-INSTRUCTIES – Motor uitzetten. – Tankdop openen. ( pag. 28) –  Brandstoftank maximaal tot maat met brandstof vullen. Voorgeschreven waarde 20 mm  Maat Brandstoftankvo- 13 l Brandstof super loodvrij (ROZ 95) lume totaal ca. pag. 201) S01027-10 – Tankdop sluiten.
  • Pagina 63 20.000 km alle 10.000 km na 1.000 km ○ ● ● ● ● Foutgeheugen met diagnostisch hulpmiddel van Husqvarna Motorcycles uitlezen. ○ ● ● ● ● Werking van de elektrische installatie controleren. ○ ● ●...
  • Pagina 64 ● ● Antivries en koelmiddelpeil controleren. ( pag. 158) ● ● ● ● Kabels controleren op beschadiging en legging zonder knikken. ● ● Luchtfilter vervangen. Luchtfilterbak reinigen. ● ● ● ● Brandstofdruk controleren. ● ● CO-aanpassing met Husqvarna Motorcycles‑diagnosetool controleren.
  • Pagina 65 Eindcontrole: controleren of het voertuig verkeersveilig is en een proefrit maken. ○ ● ● ● ● Foutgeheugen met van Husqvarna Motorcycles-diagnosetool na de proefrit uitlezen. ○ ● ● ● ● Service op Husqvarna Motorcycles Dealer.net invoeren en noteren in het service- en garantieboekje. ○ Eenmalig interval ● Periodiek interval...
  • Pagina 66 SERVICESCHEMA 10.3 Aanbevolen werkzaamheden om de vier jaren ieder jaar alle 30.000 km alle 10.000 km na 1.000 km ● Frame controleren. ● Achterbrug controleren. ● ● Achterbruglagers op speling controleren. ● ● Wiellagers op speling controleren. ○ ● ● ●...
  • Pagina 67 CHASSIS AFSTELLEN 11.1 Voorvork/schokdemper Voorvork en schokdemper bieden veel mogelijkheden, om het chassis aan te passen aan uw rijstijl en eventuele extra belading. Info Om deze aanpassing voor u te vereenvoudigen, hebben we onze ervaringsgege-  vens in tabel samengevat. U vindt de tabel onder het zadel. Deze instelwaarden zijn richtwaarden en vormen altijd slechts de basis voor uw eigen persoonlijke afstelling van het chassis.
  • Pagina 68 CHASSIS AFSTELLEN Voorgeschreven waarde Ingaande demping Comfort 15 klikken Standaard 12 klikken Sport 10 klikken Info Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien tegen de klok in ver- laagt de demping bij het inveren. 11.3 Uitgaande demping voorvork instellen Info De hydraulische uitgaande demping bepaalt het gedrag bij het uitveren van de voorvork.
  • Pagina 69 Gevaar voor letsel Delen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvakkundig uit elkaar wordt genomen. De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof. – Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.)
  • Pagina 70 Gevaar voor letsel Delen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvakkundig uit elkaar wordt genomen. De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof. – Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.)
  • Pagina 71 Gevaar voor letsel Delen van de schokdemper worden rondgeslingerd, als de schokdemper onvakkundig uit elkaar wordt genomen. De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof. – Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.)
  • Pagina 72 CHASSIS AFSTELLEN –  Stelschroef met de klok mee draaien tot de laatste voelbare klik. – Afhankelijk van het schokdempertype een aantal klikken tegen de klok in draaien. Voorgeschreven waarde Uitgaande demping Standaard 15 klikken Info Draaien met de klok mee verhoogt de demping, draaien tegen de klok in ver- S01000-10 laagt de demping bij het uitveren.
  • Pagina 73 CHASSIS AFSTELLEN 11.9 Statische veerweg schokdemper controleren –  Maat achterwiel in ontlaste toestand bepalen. ( pag. 70) – De motorfiets met behulp van iemand die assisteert rechtop houden. – Opnieuw de afstand meten tussen de achteras en het vaste punt. 0 0 A –...
  • Pagina 74 CHASSIS AFSTELLEN 11.10 Dynamische veerweg schokdemper controleren –  Maat achterwiel in ontlaste toestand bepalen. ( pag. 70) – Met behulp van een persoon, die de motorfiets vasthoudt, gaat de bestuurder met volledige beschermende kleding in een normale zitpositie (voeten op de voetsteunen) 0 0 A op de motorfiets zitten en beweegt enkele keren op en neer.
  • Pagina 75 De schokdemper is gevuld met zeer sterk gecomprimeerd stikstof. – Let op de aangegeven beschrijving. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.) Info Voordat u de veervoorspanning verandert, moet u de huidige instelling noteren - bijv. de veerlengte opmeten.
  • Pagina 76 CHASSIS AFSTELLEN Hoofdwerk – Contraring  losdraaien. –  Stelring draaien tot de veer volledig ontspannen is. Haaksleutel (T106S) – Totale veerlengte in ontspannen toestand meten. –  Veer door het draaien van de stelring op de voorgeschreven maat spannen. Voorgeschreven waarde Veervoorspanning 22 mm...
  • Pagina 77 CHASSIS AFSTELLEN – Motorfiets van de montagestandaard nemen. 11.12 Dynamische veerweg instellen Voorwerk – Motorfiets met montagebok opkrikken. – Zadel verwijderen. ( pag. 84) – Zijbekleding verwijderen. ( pag. 85) – Luchtfilterkast demonteren. – Achterbekleding uitbouwen. – Zijbekleding linksachter demonteren. –...
  • Pagina 78 CHASSIS AFSTELLEN – Achterbekleding inbouwen. – Luchtfilterbak monteren. – Zijbekleding monteren. ( pag. 85) – Zadel monteren. ( pag. 84) – Motorfiets van de montagestandaard nemen. – Statische veerweg schokdemper controleren. ( pag. 71) – Uitgaande demping voor schokdemper instellen. ( pag.
  • Pagina 79 CHASSIS AFSTELLEN –  Schroeven verwijderen. Stuurklemmen verwijderen. Stuur verwijderen en opzij leg- gen. Info Componenten door afdekken tegen beschadiging beschermen. Kabels en leidingen niet knikken. –   Schroeven verwijderen. Stuuradapter verwijderen. –   Rubberen bussen positioneren en moeren van onderaf erdoor steken.
  • Pagina 80 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.1 Motorfiets met hefbok opkrikken Aanwijzing Gevaar voor beschadiging Het geparkeerde voertuig kan wegrollen of omvallen. – Zet het voertuig op een stevige en vlakke ondergrond. – Motorfiets bij de onderbumper onder de motor optillen. Beide wielen hebben geen contact met de grond. –...
  • Pagina 81 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS –  Motorfiets van hefbok nemen en op zijstandaard zetten. – Hefbok verwijderen. 401943-10 12.3 Vorkpoten ontluchten Voorwerk – Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 78) Hoofdwerk –  Ontluchtingsschroeven losdraaien. Als de druk te hoog is, dan verdwijnt de overtollige druk uit de binnenruimte van de voorvork.
  • Pagina 82 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.4 Vuilschrapers vorkpoten reinigen Voorwerk – Voorvorkprotector demonteren. ( pag. 81) Hoofdwerk –  Vuilschrapers aan beide vorkpoten omlaag schuiven. Info De vuilschrapers schrapen stof en grof vuil van de binnenpoot af. In de loop van de tijd kan er vuil achter te vuilschrapers terechtkomen. Als deze vervuiling niet wordt verwijderd, kunnen de daarachter liggende oliekeerringen gaan lek- ken.
  • Pagina 83 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.5 Voorvorkprotector demonteren –  Schroeven verwijderen en klem verwijderen. –  Schroeven aan linker vorkpoot verwijderen. Voorvorkprotector verwijderen. –  Schroeven aan rechter vorkpoot verwijderen. Voorvorkprotector verwijderen. E00070-10 12.6 Voorvorkprotector monteren –  Voorvorkprotector op linker vorkpoot positioneren. Schroeven monteren en vast- draaien.
  • Pagina 84 Gevaar voor ongevallen Verkeerde speling van het balhoofdlager beïnvloedt het rijgedrag negatief en beschadigt componen- ten. – Corrigeer onjuiste speling van het balhoofdlager onmiddellijk. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.) Info Als er gedurende langere tijd wordt gereden met speling in de balhoofdlagers, beschadigen de lagers en daardoor ook de lager- zittingen in het frames.
  • Pagina 85 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.8 Balhoofdlagerspeling instellen Voorwerk – Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 78) Hoofdwerk –   Schroeven losdraaien. Schroef verwijderen. –  Schroef losdraaien en weer vastdraaien. Voorgeschreven waarde Schroef balhoofd boven M20x1,5 12 Nm – Met een kunststofhamer zacht op de bovenste kroonplaat kloppen om spanning te voorkomen.
  • Pagina 86 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.9 Zadel verwijderen –  Aan de greep trekken en tegelijkertijd het zadel achter optillen. – Zadel aan voorste einden zijdelings van de zijbekleding lostrekken. – Zadel naar achteren trekken en naar boven toe verwijderen. V00492-10 12.10 Zadel monteren –...
  • Pagina 87 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.11 Zijbekleding verwijderen Voorwerk – Zadel verwijderen. ( pag. 84) Hoofdwerk –   Schroeven verwijderen. – Zijbekleding verwijderen. – Werkstappen aan de andere kant herhalen. V00507-10 12.12 Zijbekleding monteren Hoofdwerk –  Zijbekleding positioneren, schroeven monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde Schroef bekleding M5x12...
  • Pagina 88 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.13 Spatbord voor demonteren Voorwerk – Contact uitschakelen, daarvoor de contactsleutel in de stand OFF draaien. – Koplampkap met koplamp demonteren. ( pag. 149) Hoofdwerk –  Schroeven verwijderen. – Schroeven  verwijderen en spatbord weghalen. S01037-10 12.14 Spatbord voor monteren Hoofdwerk –...
  • Pagina 89 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS – Koplampstand controleren. ( pag. 155) 12.15 Luchtfilter demonteren Voorwerk – Zadel verwijderen. ( pag. 84) Hoofdwerk –  Schroeven verwijderen. –  Bovendeel luchtfilterbak verwijderen. V00498-10 Aanwijzing Motorschade Ongefilterde aanzuiglucht heeft een negatief effect op de levensduur van de motor. Zonder luchtfilter dringt stof en vuil in de motor.
  • Pagina 90 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.16 Luchtfilter monteren Hoofdwerk – Luchtfilterbak reinigen. –  Luchtfilter monteren. Info  Het luchtfilter moet met het volledige afdichtingvlak op het luchtfilterbak liggen. Wanneer het luchtfilter niet correct gemonteerd is, kunnen stof en vuil in de motor dringen en schade veroorzaken. V00500-10 –...
  • Pagina 91 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.17 Kettingvervuiling controleren – Ketting controleren op grove vervuiling. » Als de ketting erg vuil is: – Ketting reinigen. ( pag. 89) 400678-01 12.18 Ketting reinigen Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Smeermiddel op de banden vermindert de grip van de banden. –...
  • Pagina 92 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS Info De levensduur van de ketting is voor een groot deel afhankelijk van het onderhoud. Voorwerk – Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 78) Hoofdwerk – Ketting regelmatig reinigen. – Grove vervuiling afspoelen met een zachte waterstraal. – Verbruikte smeerresten met een kettingreiniger verwijderen.
  • Pagina 93 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS – Motorfiets op zijstandaard zetten. – Versnelling in vrij schakelen. –   Ketting in afstand van het glijblok omhoog duwen en de kettingspanning bepalen. Info  Het bovenste deel van de ketting moet daarbij gespannen zijn. De ketting slijt niet altijd gelijkmatig. Daarom de meting op verschillende plek- ken van de ketting herhalen.
  • Pagina 94 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.20 Kettingspanning instellen Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Een verkeerde kettingspanning beschadigt componenten en leidt tot ongevallen. Als de ketting te strak gespannen is, sluiten de ketting, het ketting-aandrijfwiel, het kettingwiel alsmede transmissie- en achter- wiellagers sneller. Sommige componenten kunnen bij overbelasting scheuren of breken. Als de ketting te los is, kan de ketting van het ketting-aandrijfwiel of van het kettingwiel vallen.
  • Pagina 95 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS Hoofdwerk – Moer  losdraaien. –  Moeren links en rechts losdraaien. –  Kettingspanning door het draaien van de stelschroeven links en rechts instellen. Voorgeschreven waarde Kettingspanning 5 mm  Stelschroeven links en rechts zo draaien, dat de markeringen aan de linker ...
  • Pagina 96 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.21 Ketting, kettingwiel, ketting-aandrijfwiel en kettinggeleiding controleren Voorwerk – Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 78) Hoofdwerk – Versnelling in stationair schakelen. – Kettingwiel en ketting-aandrijfwiel op slijtage controleren. » Als kettingwiel of ketting-aandrijfwiel versleten zijn: – Aandrijfset vervangen. Info Ketting-aandrijfwiel, kettingwiel en ketting moeten altijd samen worden vervangen.
  • Pagina 97 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS –  Aan het bovenste deel van de ketting met het aangegeven gewicht trekken. Voorgeschreven waarde Gewicht voor meting van de kettingslij- 15 kg tage 0 0 A –  De afstand van 18 kettingschakels aan het onderste deel van de ketting meten. Info Kettingen slijten niet altijd gelijkmatig, daarom moet de meting op verschil- lende plekken van de ketting worden herhaald.
  • Pagina 98 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS – Glijblok controleren op slijtage. » Als de onderkant van de bout aan de ketting zich op dezelfde hoogte of onder het bovenste glijblok bevindt: – Glijblok vervangen. – Controleren of het glijblok goed vastzit. » Als het glijblok loszit: –...
  • Pagina 99 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS – Onderste glijblok op slijtage controleren. » Als de onderkant van de bout aan de ketting zich op dezelfde hoogte of onder onderste glijblok bevindt: – Onderste glijblok vervangen. – Controleren of het onderste glijblok goed vastzit. » Als het onderste glijblok loszit: –...
  • Pagina 100 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS – Controleren of de kettinggeleiding goed vastzit. » Als de kettinggeleiding loszit: – Schroeven van de kettinggeleiding vastdraaien. Voorgeschreven waarde Overige schroeven chassis 10 Nm V00514-01 Nawerk – Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 78)
  • Pagina 101 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.22 Kettinggeleiding instellen –   Schroeven verwijderen. Kettinggeleiding verwijderen. Voorwaarde Aantal tanden kettingwiel: ≤ 44 tanden –   Moer in boorgat steken. Kettinggeleiding positioneren. –   Schroeven monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde Schroef kettinggeleiding 8 Nm Voorwaarde Aantal tanden kettingwiel: ≥...
  • Pagina 102 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.23 Uitgangspositie van de koppelingshendel instellen Info Als de stelschroef met de klok mee wordt gedraaid, komt de koppelingshendel verder van het stuur af te staan. Als de stelschroef tegen de klok in wordt gedraaid, komt de koppelingshendel dichter bij het stuur te staan. Het instelbereik is beperkt.
  • Pagina 103 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.24 Vloeistofpeil hydraulische koppeling controleren/corrigeren Waarschuwing Huidirritaties Remvloeistof veroorzaakt huidirritaties. – Bewaar remvloeistof buiten het bereik van kinderen. – Geschikte beschermende kleding en een veiligheidsbril dragen. – Voorkom contact van remvloeistof met de huid, de ogen of kleding. – Raadpleeg onmiddellijk een arts, als remvloeistof werd ingeslikt.
  • Pagina 104 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS –  Schroeven verwijderen. –   Deksel met membraan verwijderen. – Vloeistofpeil controleren. 4 mm  Vloeistofpeil lager dan bovenkant van reservoir » Als het vloeistofpeil niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde: – Vloeistofpeil van de hydraulische koppeling corrigeren. V00501-10 Remvloeistof DOT 4 ( pag.
  • Pagina 105 SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 12.26 Motorbescherming inbouwen –  Motorbescherming achteraan in de houder schuiven. –  Motorbescherming positioneren. Schroeven monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde Overige schroeven chassis 10 Nm S01036-11...
  • Pagina 106 ABS is uitgeschakeld. – Breng geen wijzigingen aan de veerweg aan. – Gebruik voor het remsysteem uitsluitend door Husqvarna Motorcycles goed- gekeurde en aanbevolen reserveonderdelen. – Gebruik alleen door Husqvarna Motorcycles goedgekeurde en aanbevolen banden en wielen met bijbehorende snelheidsindex.
  • Pagina 107 REMSYSTEEM Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Voertuig slaat om – In extreme rijsituaties (bijvoorbeeld bagage met hoog zwaartepunt, wisselend wegdek, steil bergaf rijden, vol remmen zonder uitkoppelen) kan niet altijd wor- den voorkomen dat het voertuig omslaat. Pas het rijgedrag aan de toestand van de rijweg en uw rijvaardigheden aan.
  • Pagina 108 Remschijven controleren Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Versleten remschijven verminderen de remwerking. – Zorg ervoor dat versleten remschijven onmiddellijk worden vervangen. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.) – Dikte van de remschijven voor en achter op meerdere plekken controleren op ...
  • Pagina 109 Als het remvloeistofpeil onder de aangegeven markering of de aangegeven waarde daalt, is het remsysteem ondicht of zijn de remplaketten versleten. – Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles- garage is u graag van dienst.) Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Te oude remvloeistof vermindert de remwerking.
  • Pagina 110 Als het remvloeistofpeil onder de aangegeven markering of de aangegeven waarde daalt, is het remsysteem ondicht of zijn de remplaketten versleten. – Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles- garage is u graag van dienst.)
  • Pagina 111 Gevaar voor ongevallen Te oude remvloeistof vermindert de remwerking. – Controleer of de remvloeistof van de voor- en achterrem overeenkomstig het serviceschema wordt ververst. (De geautori- seerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.) Waarschuwing Gevaar voor het milieu Probleemstoffen veroorzaken schade aan het milieu.
  • Pagina 112 Remplaketten voorwielrem controleren Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Versleten remvoeringen verminderen de remwerking. – Zorg ervoor dat versleten remvoeringen onmiddellijk worden vervangen. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.) Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Beschadigde remschijven verminderen de remwerking. Als de remplaketten te laat worden vervangen, slepen de stalen plakethouders tegen de remschijf. Hierdoor vermindert de rem- werking aanmerkelijk en worden de remschijven onherstelbaar beschadigd.
  • Pagina 113 Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Het remsysteem valt uit bij onvakkundig onderhoud. – Controleer of onderhoudswerkzaamheden en reparaties vakkundig worden uitgevoerd. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.) Waarschuwing Huidirritaties Remvloeistof veroorzaakt huidirritaties. – Bewaar remvloeistof buiten het bereik van kinderen.
  • Pagina 114 Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Niet-toegestane remplaketten veranderen de remwerking. Niet alle remplaketten zijn voor Husqvarna‑motorfietsen toegestaan. Opbouw en wrijvingswaarde van de remplaketten en daar- mee ook het remvermogen kunnen sterk afwijken van de originele remplaketten. Als remplaketten worden gebruikt die afwijken van de eerste uitrusting, is overeenstemming met de originele toelating niet gegarandeerd.
  • Pagina 115 REMSYSTEEM – Het aan het stuur gemonteerde remvloeistofreservoir horizontaal zetten. –  Schroeven verwijderen. –   Deksel met membraan verwijderen. – Remklauw met de hand naar de remschijf duwen om de remzuigers naar achteren te drukken. Erop letten dat er geen remvloeistof uit het remvloeistofreservoir stroomt, indien nodig afzuigen.
  • Pagina 116 REMSYSTEEM –   Controleren of het veerplaatje in de remklauw en de glijplaat goed op de rem- klauwhouder zitten. – Nieuwe remplaketten plaatsen, bout erin steken en veerstekker monteren. Info Remplaketten altijd per paar vervangen. – Remhendel meerdere keren indrukken tot de remplaketten tegen de remschijf liggen en een drukpunt aanwezig is.
  • Pagina 117 REMSYSTEEM – Rempedaal tussen eindaanslag en voetremcilinderzuiger heen en weer bewegen en  vrije slag controleren. Voorgeschreven waarde Vrije slag rempedaal 3… 5 mm Info Het raken van de voetremcilinderzuiger is te merken aan de grotere weerstand bij het intrappen van het rempedaal. 402027-10 »...
  • Pagina 118 Gevaar voor ongevallen Het remsysteem valt uit bij onvoldoende onderhoud. Als het remvloeistofpeil onder de MIN-markering daalt, is het remsysteem ondicht of zijn de remplaketten versleten. – Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles- garage is u graag van dienst.)
  • Pagina 119 Gevaar voor ongevallen Het remsysteem valt uit bij onvoldoende onderhoud. Als het remvloeistofpeil onder de MIN-markering daalt, is het remsysteem ondicht of zijn de remplaketten versleten. – Controleer het remsysteem en rij pas verder, als het probleem is opgelost. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles- garage is u graag van dienst.)
  • Pagina 120 Gevaar voor ongevallen Te oude remvloeistof vermindert de remwerking. – Controleer of de remvloeistof van de voor- en achterrem overeenkomstig het serviceschema wordt ververst. (De geautori- seerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.) Waarschuwing Gevaar voor het milieu Probleemstoffen veroorzaken schade aan het milieu.
  • Pagina 121 Remplaketten achterwielrem controleren Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Versleten remvoeringen verminderen de remwerking. – Zorg ervoor dat versleten remvoeringen onmiddellijk worden vervangen. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.) Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Beschadigde remschijven verminderen de remwerking. Als de remplaketten te laat worden vervangen, slepen de stalen plakethouders tegen de remschijf. Hierdoor vermindert de rem- werking aanmerkelijk en worden de remschijven onherstelbaar beschadigd.
  • Pagina 122 Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Het remsysteem valt uit bij onvakkundig onderhoud. – Controleer of onderhoudswerkzaamheden en reparaties vakkundig worden uitgevoerd. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-garage is u graag van dienst.) Waarschuwing Huidirritaties Remvloeistof veroorzaakt huidirritaties. – Bewaar remvloeistof buiten het bereik van kinderen.
  • Pagina 123 Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Niet-toegestane remplaketten veranderen de remwerking. Niet alle remplaketten zijn voor Husqvarna‑motorfietsen toegestaan. Opbouw en wrijvingswaarde van de remplaketten en daar- mee ook het remvermogen kunnen sterk afwijken van de originele remplaketten. Als remplaketten worden gebruikt die afwijken van de eerste uitrusting, is overeenstemming met de originele toelating niet gegarandeerd.
  • Pagina 124 REMSYSTEEM – Voertuig rechtop zetten. –   Schroefdop met membraan verwijderen. – Remklauw met de hand naar de remschijf duwen om de remzuiger naar achteren te drukken. Erop letten dat er geen remvloeistof uit het remvloeistofreservoir stroomt, indien nodig afzuigen. Info Opletten dat bij het naar achteren drukken van de remzuiger de remklauw niet tegen de spaken wordt geduwd.
  • Pagina 125 REMSYSTEEM – Remvloeistofpeil corrigeren tot de MAX-markering. Remvloeistof DOT 4 ( pag. 202) – Schroefdop met membraan monteren. Info Overgelopen of gemorste remvloeistof meteen met water afspoelen.
  • Pagina 126 WIELEN, BANDEN 14.1 Voorwiel demonteren Voorwerk – Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 78) Hoofdwerk – Remklauw met de hand naar de remschijf duwen om de remzuigers naar achteren te drukken. Info Opletten dat bij het naar achteren drukken van de remzuigers de remklauw niet tegen de spaken worden geduwd.
  • Pagina 127 WIELEN, BANDEN Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Beschadigde remschijven verminderen de remwer- king. – Leg het wiel altijd zodanig neer dat de remschijf niet wordt beschadigd. – Voorwiel vasthouden en steekas eruit trekken. Voorwiel uit de voorvork nemen. Info Remhendel niet bedienen als het voorwiel is gedemonteerd. S01057-10 –...
  • Pagina 128 WIELEN, BANDEN – Wiellager controleren op beschadiging en slijtage. » Als het wiellager beschadigd of versleten is: – Wiellager voor vervangen. –   Keerringen en loopvlakken van de afstandsbussen reinigen en invetten. Duurzaam vet ( pag. 204) – Afstandsbussen erin zetten. H00935-10 –...
  • Pagina 129 WIELEN, BANDEN 14.3 Achterwiel demonteren Voorwerk – Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 78) Hoofdwerk – Remklauw met de hand naar de remschijf duwen om de remzuiger naar achteren te drukken. –   Schroef verwijderen en wieltoerentalsensor uit de boring trekken. –...
  • Pagina 130 WIELEN, BANDEN 14.4 Achterwiel monteren Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Olie of vet op de remschijven vermindert de remwerking. – Houd de remschijven steeds olie- en vetvrij. – Reinig de remschijven indien nodig met remreinigingsmiddel. Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Na montage van het achterwiel remt de achterwielrem eerst niet. –...
  • Pagina 131 WIELEN, BANDEN –  Schroefdraad van de steekas en moer reinigen en invetten. Duurzaam vet ( pag. 204) – Demperpakking en kettingwieldrager in het achterwiel monteren. – Achterwiel positioneren. Remvoeringen zijn correct gepositioneerd. – Achterwiel zo ver mogelijk naar voren schuiven en ketting op het kettingwiel leggen. –...
  • Pagina 132 WIELEN, BANDEN Nawerk – Motorfiets van hefbok nemen. ( pag. 78) – Kettingspanning controleren. ( pag. 90) 14.5 Demperpakkingen achterwielnaaf controleren Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Beschadigde remschijven verminderen de remwerking. – Leg het wiel altijd zodanig neer dat de remschijf niet wordt beschadigd. Info De kracht van de motor wordt door het kettingwiel overgebracht via 6 demperpakkingen op het achterwiel.
  • Pagina 133 WIELEN, BANDEN – Achterwiel met het kettingwiel omhoog op een werkbank leggen en de steekas in de wielnaaf steken. –  Om de speling te controleren, het achterwiel vasthouden en proberen het ketting- wiel met de hand te draaien. Info De speling wordt gemeten aan de buitenkant van het kettingwiel.
  • Pagina 134 WIELEN, BANDEN Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Niet-vrijgegeven of aanbevolen banden en wielen bemoeilijken het rijgedrag. – Gebruik alleen door Husqvarna Motorcycles goedgekeurde en aanbevolen banden en wielen met de bijbehorende snelheids- index. Waarschuwing Gevaar voor ongevallen Verminderde wegligging bij nieuwe banden. –...
  • Pagina 135 De eerste twee cijfers wijzen op de week van de productie en de laatste twee cijfers op het productiejaar. Husqvarna Motorcycles adviseert de banden te wisselen, onafhankelijk van de daadwerkelijke slijtage van de banden, echter uiterlijk na 5 jaar. H01144-10 »...
  • Pagina 136 Als de spaken te vast zijn gespannen, barsten de spaken door overbelasting. Als de spaken te los zijn gespannen, ontstaat een zij- of hoogteslag in het wiel. Hierdoor komen andere spaken ook los te zitten. – Controleer de spaakspanning regelmatig, in het bijzonder bij een nieuw voertuig. (De geautoriseerde Husqvarna Motorcycles- garage is u graag van dienst.) Info Door een losse spaak kan het wiel uit balans raken en ertoe leiden dat er binnen korte tijd meer spaken los gaan zitten.
  • Pagina 137 WIELEN, BANDEN – Kort met het handvat van een schroevendraaier op elke spaak slaan. Info De toonfrequentie is afhankelijk van de spaaklengte en van de spaakdiameter. Als er verschillende toonfrequenties op de afzonderlijke spaken met gelijke lengte en diameter te horen zijn, wijst dat op verschillen in de spaakspanning. De toon moet helder zijn.
  • Pagina 138 ELEKTRONICA 15.1 Accu demonteren Waarschuwing Gevaar voor letsel Accuzuur en accugassen kunnen ernstige brandwonden veroorzaken. – Houd accu's buiten bereik van kinderen. – Draag geschikte beschermende kleding en een veiligheidsbril. – Voorkom contact met accuzuur en accugassen. – Vonken of open vlammen uit de buurt van de accu houden. De accu alleen in goed geventileerde ruimtes laden. –...
  • Pagina 139 ELEKTRONICA –  Schroeven verwijderen. –  Steunplaat van de accu naar voren trekken en verwijderen. F00565-10 – Minkabel  van de accu loskoppelen. –  Pluspoolafdekking verwijderen. F00566-10 –   ABS-aansluitkabel en pluskabel van de accu loskoppelen. – Accu naar boven toe verwijderen.
  • Pagina 140 ELEKTRONICA 15.2 Accu monteren Hoofdwerk – Accu met de polen naar achteren in het accuvak plaatsen. Accu (YTZ10S) ( pag. 193) –    Ring , pluskabel en ABS-aansluitkabel positioneren. –  Schroef monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde Schroef accupool 4,5 Nm F00568-10 –...
  • Pagina 141 ELEKTRONICA –   Steunplaat positioneren en schroeven monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde Overige schroeven chassis 10 Nm F00565-11 – Motorelektronica-besturingsunit  positioneren. F00564-11 Nawerk – Zadel monteren. ( pag. 84) – Tijd instellen. ( pag. 38)
  • Pagina 142 Gevaar voor het milieu Accu's bevatten milieubelastende materialen. – Gooi de accu niet bij het huishoudelijk afval. – Geef de accu af bij uw geautoriseerde Husqvarna Motorcycles-dealer of bij een verzamelpunt voor oude accu's. Waarschuwing Gevaar voor het milieu Probleemstoffen veroorzaken schade aan het milieu. –...
  • Pagina 143 ELEKTRONICA Info Ook als de accu niet wordt belast verliest hij dagelijks aan lading. De laadtoestand en de wijze van laden zijn erg belangrijk voor de levensduur van de accu. Snel laden met een hogere laadstroom heeft een negatief effect op de levensduur. Als de laadstroom, laadspanning en laadtijd worden overschreden, ontsnapt elektrolyt via de veiligheidskleppen.
  • Pagina 144 ELEKTRONICA Hoofdwerk – Acculader met accu verbinden. Acculader inschakelen. Acculader (81229074000) Met deze acculader kunt u ook de rustspanning en het startvermogen van de accu en dynamo testen. Bovendien kan met deze lader de accu niet worden overladen. Info  Deksel nooit verwijderen.
  • Pagina 145 ELEKTRONICA 15.4 Hoofdzekering vervangen Waarschuwing Gevaar voor brand Verkeerde zekeringen overbelasten de elektrische installatie. – Gebruik alleen zekeringen met de voorgeschreven ampère-waarde. – Overbrug of repareer geen zekeringen. Info Met de hoofdzekering worden alle stroomverbruikers van het voertuig gezekerd. Deze bevindt zich in de behuizing van het start- relais naast de accu.
  • Pagina 146 ELEKTRONICA –  Defecte hoofdzekering met een punttang verwijderen. Info  Een defecte zekering herkent u aan de gebroken smeltdraad  In het startrelais bevindt zich een reservezekering – Nieuwe hoofdzekering plaatsen. Zekering (58011109130) ( pag. 193) F00570-10 Info Nieuwe reservezekering in het startrelais plaatsen, zodat u er een bij u hebt als het nodig is.
  • Pagina 147 ELEKTRONICA Info Twee zekeringen voor het ABS bevinden zich onder het zadel. Met deze beide zekeringen zijn de retourpomp en de hydraulische unit van de ABS afgezekerd. De derde zekering, waarmee de ABS-besturingsunit is afgezekerd bevindt zich in het zekeringen- blok.
  • Pagina 148 ELEKTRONICA Zekering hydraulische ABS-unit vervangen: – Beschermkapje verwijderen en zekering  verwijderen. – Nieuwe zekering plaatsen. Zekering (58011109115) ( pag. 193) – Beschermkap monteren. F00573-10 Zekering ABS-retourpomp vervangen: –  Beschermkapje verwijderen en zekering verwijderen. – Nieuwe zekering plaatsen. Zekering (58011109125) ( pag.
  • Pagina 149 ELEKTRONICA –   Steunplaat positioneren en schroeven monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde Overige schroeven chassis 10 Nm F00565-12 Nawerk – Motorelektronica-besturingsunit positioneren. – Zadel monteren. ( pag. 84) 15.6 Zekeringen afzonderlijke stroomverbruikers vervangen Info Het zekeringenblok met de zekeringen van de afzonderlijke stroomverbruikers bevindt zich onder het zadel. Voorwerk –...
  • Pagina 150 ELEKTRONICA Hoofdwerk – Zekeringenblokdeksel  openen. F00575-10 – Defecte zekering verwijderen. Voorgeschreven waarde Zekering 1 - 10 A - ontsteking Zekering 2 - 10 A - ontsteking, tachometer, motorelektronica-besturingsunit, Lamb- dasonde, ABS‑schakelaar Zekering 3 - 10 A - brandstofpomp Zekering 4 - 10 A - radiateurventilator Zekering 5 - 10 A - claxon, remlicht, knipperlichten, oliedrukschakelaar Zekering 6 - 15 A - groot licht, dimlicht, zijlicht, achterlicht, nummerplaatverlichting Zekering 7 - 10 A - voor extra apparatuur (continu plus)
  • Pagina 151 ELEKTRONICA Waarschuwing Gevaar voor brand Verkeerde zekeringen overbelasten de elektrische instal- latie. – Gebruik alleen zekeringen met de voorgeschreven ampère-waarde. – Overbrug of repareer geen zekeringen. – Voldoende sterke reservezekering plaatsen. Zekering (75011088010) ( pag. 193) Zekering (75011088015) ( pag. 193) Nieuwe reservezekering in het zekeringenblok plaatsen, zodat u er een bij u hebt als het nodig is.
  • Pagina 152 ELEKTRONICA Hoofdwerk – Spatbord met een doek afdekken en zo beschermen tegen beschadigingen. –  Remleiding en kabelstreng op de houder losmaken. –  Schroeven aan beide zijden verwijderen. – Koplampkap naar voren zwenken. K00397-10 – Stekkerverbinding  van de koplamp lostrekken. –...
  • Pagina 153 ELEKTRONICA 15.8 Koplampkap met koplamp monteren Hoofdwerk –  Stekkerverbinding van de koplamp verbinden. – Controleren of het licht werkt. V00503-11 – Doek van spatbord verwijderen, koplampkap positioneren.   Beide nokken pakken in de boringen van het spatbord. K00399-10...
  • Pagina 154 ELEKTRONICA –  Schroeven monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde Schroef koplampkap 5 Nm –  Remleiding en kabelboom op de houder monteren. K00397-12 Nawerk – Koplampstand controleren. ( pag. 155) 15.9 Lamp koplamp vervangen Aanwijzing Beschadiging van de reflector Lagere lichtsterkte. –...
  • Pagina 155 ELEKTRONICA Hoofdwerk – Beschermkap  met de daaronder liggende lampfitting tot de aanslag tegen de klok in draaien en optillen. E00036-10 – Lamp koplamp  eruit draaien. – Nieuwe lamp in koplamp plaatsen. Koplamp (H4 / sokkel P43t) ( pag. 193) –...
  • Pagina 156 ELEKTRONICA 15.10 Zijlichtlamp vervangen Aanwijzing Beschadiging van de reflector Lagere lichtsterkte. – Vet op deze lampbuisjes verdampt door de hitte en zet zich af op de reflector. De buisjes voor de montage reinigen en vetvrij hou- den. Voorwerk – Contact uitschakelen, daarvoor de contactsleutel in de stand OFF draaien.
  • Pagina 157 ELEKTRONICA 15.11 Koplampstand controleren – Voertuig op een horizontale ondergrond voor een lichte muur zetten en in de hoogte van het midden van de koplamp een markering aanbrengen. –  Nog een markering aanbrengen op een afstand onder de eerste markering. Voorgeschreven waarde ...
  • Pagina 158 ELEKTRONICA Hoofdwerk – Schroef  losdraaien. – Door zwenken van de koplamp de lichtbundelbreedte instellen. Voorgeschreven waarde De grens tussen licht en donker moet bij een rijklare motorfiets met bestuurder pre- cies op de onderste markering liggen (aangebracht bij koplampstand controleren). Info Extra belasting kan mogelijk een correctie van de koplamplichtbundelbreedte V00504-10...
  • Pagina 159 KOELSYSTEEM 16.1 Koelsysteem  Door de waterpomp in de motor vindt er een gedwongen circulatie van het koelmid- del plaats. De druk die bij verwarming in het koelsysteem ontstaat wordt geregeld door een klep in  de radiateurdop . Door de uitzetting van de warmte stroomt het overtollige koelmiddel ...
  • Pagina 160 KOELSYSTEEM 16.2 Antivries en koelmiddelpeil controleren Waarschuwing Gevaar voor brandwonden Koelmiddel wordt bij gebruik van de motorfiets zeer heet en staat onder druk. – Open noch de koeler, de koelerslangen noch andere componenten van het koelsysteem, als de motor of het koelsysteem bedrijfswarm zijn.
  • Pagina 161 KOELSYSTEEM – Motorfiets op een horizontale ondergrond op de zijstandaard zetten. –  Deksel van het compensatiereservoir verwijderen. – Antivries van het koelmiddel controleren. −25… −45 °C » Als de antivries van het koelmiddel niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde: –...
  • Pagina 162 KOELSYSTEEM Koelvloeistof ( pag. 201) –  Radiateurdop monteren. 16.3 Koelmiddelpeil controleren Waarschuwing Gevaar voor brandwonden Koelmiddel wordt bij gebruik van de motorfiets zeer heet en staat onder druk. – Open noch de koeler, de koelerslangen noch andere componenten van het koelsysteem, als de motor of het koelsysteem bedrijfswarm zijn.
  • Pagina 163 KOELSYSTEEM – Motorfiets op een horizontale ondergrond op de zijstandaard zetten. –  Koelmiddelpeil in het compensatiereservoir controleren. Het koelmiddelpeil moet zich tussen de twee markeringen bevinden. » Als het koelmiddelpeil niet overeenkomt met de voorgeschreven waarde: – Koelmiddelpeil corrigeren. Koelvloeistof ( pag.
  • Pagina 164 KOELSYSTEEM 16.4 Koelmiddel aftappen Waarschuwing Gevaar voor brandwonden Koelmiddel wordt bij gebruik van de motorfiets zeer heet en staat onder druk. – Open noch de koeler, de koelerslangen noch andere componenten van het koelsysteem, als de motor of het koelsysteem bedrijfswarm zijn. –...
  • Pagina 165 KOELSYSTEEM Hoofdwerk – Motorfiets rechtop zetten. – Geschikte bak onder de motor zetten. –  Schroef verwijderen. – Radiateurdop verwijderen. – Koelmiddel volledig laten uitlopen. –  Schroef met nieuwe afdichtring monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde K00402-10 Sluitschroef aftapboring van de water- M10x1 15 Nm pomp...
  • Pagina 166 KOELSYSTEEM – Motorfiets op een horizontale ondergrond op de zijstandaard zetten. –  Radiateurdop verwijderen. V00520-10 – Koelmiddel vullen. Koelmiddel 1,20 l Koelvloeistof ( pag. 201) – Radiateur helemaal met koelmiddel vullen. –  Radiateurdop monteren. V00521-10 –  Deksel van het compensatiereservoir verwijderen.
  • Pagina 167 KOELSYSTEEM Gevaar Gevaar voor vergiftiging Uitlaatgassen zijn giftig en kunnen bewusteloos- heid en/of de dood tot gevolg hebben. – Zorg bij gebruik van de motor steeds voor voldoende ventilatie. – Gebruik een geschikte afzuiging, als u de motor in een gesloten ruimte start of laat draaien.
  • Pagina 168 MOTOR AFSTELLEN 17.1 Uitgangspositie versnellingshendel controleren Info De versnellingshendel mag bij het rijden in de uitgangspositie niet tegen de laars liggen. Als de versnellingshendel steeds tegen de laars ligt, wordt de versnelling teveel belast. –  In de rijpositie op het voertuig gaan zitten en de afstand meten tussen de boven- kant van de laars en versnellingshendel.
  • Pagina 169 MOTOR AFSTELLEN –  Tanden van versnellingshendel en schakelas reinigen. –  Versnellingshendel in de gewenste positie op de schakelas steken en de tanden laten grijpen. Info Het instelbereik is beperkt. De versnellingshendel mag bij het schakelen de voertuigcomponenten niet raken.
  • Pagina 170 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR 18.1 Brandstofzeef vervangen Gevaar Gevaar voor brand Brandstof is licht ontvlambaar. De brandstof in de tank wordt verwarmd zet deze in de brandstoftank uit en kan uit de tank stromen. – Tank het voertuig niet in de buurt van open vuur of brandende sigaretten. –...
  • Pagina 171 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR –  Steekverbinding van de brandstofleiding grondig reinigen met perslucht. Info Er mag in geen geval vuil in de brandstofleiding terechtkomen. Ingedrongen vuil verstopt het inspuitventiel! –  Steekverbinding van de brandstofleiding loskoppelen. – Brandstofzeef  uit het aansluitstuk trekken. –...
  • Pagina 172 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR Hoofdwerk – Motoroliepeil controleren. Info Na het afzetten van de motor eerst een minuut wachten en dan pas controle- ren.   De motorolie moet tussen markering en markering van het kijkglas staan. »  Als de motorolie onder markering ligt: S01051-10 –...
  • Pagina 173 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR Voorwerk – Motorbescherming demonteren. ( pag. 102) Hoofdwerk – Geschikte bak onder de motor zetten. –  Olievulschroef met keerring van het koppelingsdeksel verwijderen. H01066-10 –  Olieaftapschroef met magneet en afdichtring verwijderen. – Motorolie volledig laten uitlopen. F00579-10...
  • Pagina 174 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR – Olieaftapschroef met magneet grondig reinigen. – Olieaftapschroef met magneet en nieuwe afdichtring monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde Olieaftapschroef met magneet M12x1,5 20 Nm F00580-01 – Schroeven  verwijderen. Oliefilterdeksel  met keerring verwijderen. –  Oliefilter uit het oliefilterhuis trekken. Seegerringtang verkeerd (51012011000) F00582-10 –...
  • Pagina 175 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR –   Sluitschroef met oliezeef en keerringen verwijderen. F00581-10 – Sluitschroef  met oliezeef  en keerringen verwijderen. – Motorolie volledig laten uitlopen. – Onderdelen en afdichtvlakken grondig reinigen. F00583-10 –  Oliezeef met keerringen op een pijpsleutel positioneren. –...
  • Pagina 176 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR –  Sluitschroef met keerring monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde Sluitschroef oliezeef M20x1,5 15 Nm F00587-10 – Oliezeef  met keerringen positioneren. –  Sluitschroef met keerring monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde Sluitschroef oliezeef M20x1,5 15 Nm F00584-10 –...
  • Pagina 177 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR –  Nieuw oliefilter plaatsen. –  Keerring van het oliefilterdeksel insmeren met olie. Oliefilterdeksel positioneren. –  Schroeven monteren en vastdraaien. Voorgeschreven waarde Schroef oliefilterdop 6 Nm – Motorolie bij koppelingsdeksel bijvullen. Motorolie 1,70 l Motorolie (SAE 10W/50) ( pag.
  • Pagina 178 SERVICEWERKZAAMHEDEN MOTOR 18.4 Motorolie bijvullen Info Te weinig motorolie of olie van onvoldoende kwaliteit leidt tot voortijdige slijtage van de motor. Hoofdwerk –  Olievulschroef met keerring van het koppelingsdeksel verwijderen en motorolie bijvullen. – Motorolie tot midden van kijkglas vullen. Motorolie (SAE 10W/50) ( pag.
  • Pagina 179 REINIGING, ONDERHOUD 19.1 Motorfiets reinigen Aanwijzing Materiaalschade Door verkeerd gebruik van een hogedrukreiniger worden componenten beschadigd of onbruikbaar. Het water dringt door de hoge druk in de elektrische componenten, stekkers, bowdenkabels, lagers etc. Te hoge druk veroorzaakt storingen en maakt componenten onbruikbaar. –...
  • Pagina 180 REINIGING, ONDERHOUD – Uitlaatsysteem afsluiten om het indringen van water te voorkomen. – Grove vervuiling eerst met een zachte waterstraal verwijderen. – Sterk vervuilde plekken met een normale in de handel verkrijgbare motorfietsreiniger inspuiten en met een kwastje behandelen. Info Warm water met een in de handel verkrijgbare motorfietsreiniger en een zachte spons gebruiken.
  • Pagina 181 REINIGING, ONDERHOUD – Ketting reinigen. ( pag. 89) – Blank metalen onderdelen (met uitzondering van de remschijven en het uitlaatsys- teem) met antiroestmiddel behandelen. Conserveringsmiddel voor lakken, metaal en rubber ( pag. 204) – Alle gelakte onderdelen behandelen met een onderhoudsmiddel voor lakken. Info In de leveringstoestand matte kunststofonderdelen niet polijsten, omdat de materiaalkwaliteit anders sterk beperkt wordt.
  • Pagina 182 REINIGING, ONDERHOUD – Motorfiets reinigen. ( pag. 177) – Remsysteem reinigen. Info Na IEDERE rit op wegen met strooizout moeten de remklauwen en remplaket- ten in afgekoelde en gemonteerde toestand, grondig met koud water worden gereinigd en goed worden gedroogd. Na het rijden op met zout bestrooide wegen moet de motorfiets grondig met koud water worden gereinigd en goed worden gedroogd.
  • Pagina 183 STALLING 20.1 Stalling Info Als u de motorfiets voor langere tijd niet wilt gebruiken, moet u volgende maatregelen nemen of laten nemen. Controleer voordat u de motorfiets gaat stallen eerst of alle onderdelen goed werken en niet zijn versleten. Als er servicewerk- zaamheden, reparaties of wijzigingen nodig zijn, kunt u dat het beste doen tijdens de overwintering (minder drukte bij de gara- ges).
  • Pagina 184 STALLING Info Husqvarna Motorcycles adviseert de motorfiets op te krikken. – Motorfiets met hefbok opkrikken. ( pag. 78) – De motorfiets afdekken met een luchtdoorlatend dekzeil of een deken. Info In geen geval mogen hiervoor luchtdichte materialen worden gebruikt, omdat er dan geen vocht kan ontsnappen en er roest ontstaat.
  • Pagina 185 Steekverbinding van de brandstoflei- Steekverbinding van de brandstofleiding verbin- ding niet verbonden den. – Fout in brandstof-inspuitsysteem Foutgeheugen met diagnostisch hulpmiddel van Husqvarna Motorcycles uitlezen. – Bij starten gashendel bediend Bij starten GEEN gasgeven – Werkstappen voor het starten uitvoeren. pag. 49) –...
  • Pagina 186 Motor heeft te weinig vermogen Brandstoffilter sterk vervuild Brandstofdruk controleren. – Fout in brandstof-inspuitsysteem Foutgeheugen met diagnostisch hulpmiddel van Husqvarna Motorcycles uitlezen. – Motor wordt overmatig heet Te weinig koelmiddel in koelsysteem Koelsysteem controleren op lekkage. – Koelmiddelpeil controleren. ( pag.
  • Pagina 187 – ABS-waarschuwingslampje brandt Wieltoerental van voor- en achterwiel Stoppen, ontsteking uitschakelen, opnieuw wijkt sterk af starten. – Fout in ABS ABS-foutgeheugen met Husqvarna Motorcycles-diagnosetool uitlezen. – Hoog olieverbruik Slang van de motorontluchting Ontluchtingsslang knikvrij leggen en indien geknikt nodig vervangen.
  • Pagina 188 TECHNISCHE GEGEVENS 22.1 Motor Bouwwijze 1-cilinder 4-takt bezinemotor, gekoeld met vloeistof Cilinderinhoud 692,7 cm³ Slag 80 mm Boring 105 mm Compressie 12,7:1 Stationair toerental Temperatuur koelmiddel: ≥ 70 °C 1.600… 1.700 1/min Distributie OHC, inlaat met nokvolgers, uitlaat met tuimelaars bestuurd, aan- drijving via ketting Klepdiameter inlaat 42 mm...
  • Pagina 189 TECHNISCHE GEGEVENS Overbrengingsverhouding 1e versnelling 14:35 2e versnelling 16:28 3e versnelling 21:28 4e versnelling 21:23 5e versnelling 23:22 6e versnelling 23:20 Mengselsamenstelling Elektronisch aangestuurde brandstofinspuiting Ontstekingssysteem Contactvrij aangestuurd volledig elektronisch ontstekingssysteem met digitale ontstekingsvertraging Dynamo 12 V, 300 W Bougie Binnenste bougie NGK LKAR9BI‑10 Buitenste bougie...
  • Pagina 190 TECHNISCHE GEGEVENS – Overige schroeven motor 6 Nm Schroef axiale zekering van de nok- 6 Nm Loctite ® 243™ kenas – Schroef dekplaat voor olieretourgelei- 6 Nm ding – Schroef koppelingsveer 6 Nm Schroef lagerborging 6 Nm Loctite ® 243™ –...
  • Pagina 191 TECHNISCHE GEGEVENS – Schroef klepdop 10 Nm – Schroef koppelingsdeksel 10 Nm Schroef koppelingsnemercilinder M6x20 10 Nm Loctite ® 243™ – Schroef koppelingsnemercilinder M6x20 10 Nm – Schroef motorhuis 10 Nm – Schroef nokkenaslagerplaat M6x80 10 Nm – Schroef nokkenaslagerplaat M6x90 10 Nm Schroef oliepompdeksel onder...
  • Pagina 192 TECHNISCHE GEGEVENS Schroef cilinderkop Draaivolgorde: Geolied met motorolie Diagonaal vastdraaien, beginnen met de achterste schroef aan de distributiekettingschacht. 1e niveau 15 Nm 2e niveau 30 Nm 3e niveau 45 Nm 4e niveau 60 Nm – Bougie buiten M10x1 11 Nm –...
  • Pagina 193 TECHNISCHE GEGEVENS Vulschroeven motorhuis M16x1,5 25 Nm Loctite ® 243™ – Moer rotor M18x1,5 100 Nm Moer ketting-aandrijfwiel M20x1,5 80 Nm Loctite ® 243™ Moer koppelingmeenemer M20x1,5 100 Nm Loctite ® 243™ Moer primair tandwiel M20LHx1,5 90 Nm Loctite ® 243™...
  • Pagina 194 TECHNISCHE GEGEVENS 22.4 Chassis Frame Buisframe met staalbuizen van chroommolybdeen, geëloxeerd WP Performance Systems Up Side Down 4860 MXMA 4CS Voorvork WP Performance Systems 4618 met Pro‑Lever omkering Schokdemper Veerweg voor 275 mm achter 275 mm Remsysteem voor Schijfrem met remklauw met dubbele zuiger, vlottend gelagerd achter Schijfrem met remklauw met enkele zuiger, vlottend gelagerd Remschijven - diameter...
  • Pagina 195 TECHNISCHE GEGEVENS achter 1,5 bar Secundaire overbrenging 15:46 Ketting 5/8 x 1/4" X-ring Balhoofdhoek 63° Wielstand 1.515±15 mm Zadelhoogte onbelast 950 mm Afstand van bodem, onbelast 304 mm Gewicht zonder brandstof ca. 150,4 kg Maximale asbelasting voor 150 kg Maximale asbelasting achter 200 kg Maximaal toegestaan totaalgewicht 350 kg...
  • Pagina 196 90/90 - 21 M/C 54S TT 140/80 - 18 M/C 70R TT Continental TKC 80 Continental TKC 80 De aangegeven banden zijn één van de mogelijke standaardbanden. Meer informatie vindt u in het servicegedeelte onder: www.husqvarna-motorcycles.com 22.7 Voorvork Artikelnummer voorvork 24.15.7P.10...
  • Pagina 197 TECHNISCHE GEGEVENS Veerconstante Gemiddeld (standaard) 5,2 N/mm Luchtkamerlengte 100 mm Vorklengte 915 mm Oliehoeveelheid per vorkpoot 630 ml Vorkpootolie (SAE 4) (48601166S1) ( pag. 203) 22.8 Schokdemper Artikelnummer schokdemper 15.15.7P.10 WP Performance Systems 4618 met Pro‑Lever omkering Schokdemper Ingaande demping low speed Standaard 15 klikken Ingaande demping high speed...
  • Pagina 198 TECHNISCHE GEGEVENS 22.9 Aanhaalmomenten chassis – EJOT PT ® Schroef kettingbescherming K50x18 2 Nm – EJOT PT ® Schroef radiateurafdekking K50x12 2 Nm – EJOT PT ® Schroef tachometer 50x12‑Z 1 Nm – EJOT PT Schroef zijstandaardschakelaar ® K50x12 2 Nm –...
  • Pagina 199 TECHNISCHE GEGEVENS – Schroef koplampkap 5 Nm – Schroef radiateurkap 4 Nm – Schroef remkabelhouder aan achter- 4 Nm brug Schroef trapvlak rempedaal 6 Nm Loctite ® 243™ Schroeven wieltoerentalsensor houder 3 Nm Loctite ® 243™ – Spaaknippel achterwiel 4 Nm –...
  • Pagina 200 TECHNISCHE GEGEVENS – Schroef nummerplaathouder boven 8 Nm – Schroef nummerplaathouder onder 8 Nm – Schroef radiateurbevestiging bovenaan 10 Nm – Schroef radiateurbevestiging onder 8 Nm – Schroef radiateurkap 3,2 Nm Schroef remleidingklem 6 Nm Loctite ® 243™ – Schroef rempedaalcilinder 10 Nm Schroef remschijf achter 14 Nm...
  • Pagina 201 TECHNISCHE GEGEVENS Schroef einddemperbevestiging 12 Nm Koperpasta – Schroef einddemperreservoir 25 Nm – Schroef einddemperreservoir aan de 25 Nm brandstoftank – Schroef greep 10 Nm Schroef hielbescherming M8x12 5 Nm Loctite ® 243™ – Schroef onderste glijblok 15 Nm Schroef remklauw voor 25 Nm Loctite ®...
  • Pagina 202 TECHNISCHE GEGEVENS – Holle schroef remkabel M10x1 25 Nm – Schroef achterbrugbout 80 Nm Lambdasonde M12x1,25 25 Nm Koperpasta – Moer bochtstuk aan haakse hendel M14x1,5 100 Nm – Moer haakse hendel aan achterbrug M14x1,5 100 Nm – Schroef temperatuursensor koeler 20 Nm –...
  • Pagina 203 GEBRUIKSSTOFFEN Brandstof super loodvrij (ROZ 95) Norm / classificatie – DIN EN 228 (ROZ 95) Voorgeschreven waarde – Gebruik uitsluitend loodvrije superbenzine die voldoet aan de aangegeven norm of van dezelfde kwaliteit is. – Een aandeel van maximaal 10 % ethanol (E10 brandstof) kan daarbij zonder bezwaar worden gebruikt. Info Gebruik geen brandstof van methanol (bijv.
  • Pagina 204 GEBRUIKSSTOFFEN Neem de gegevens van de koelvloeistoffabrikant met betrekking tot vorstbescherming, verdunning en mengbaarheid (verdraagbaar- heid) met andere koelmiddelen in acht. Aanbevolen leverancier Bel‑Ray ® – Moto Chill Racing Coolant Motorolie (SAE 10W/50) Norm / classificatie – JASO T903 MA ( pag.
  • Pagina 205 GEBRUIKSSTOFFEN Stootdemperolie (SAE 2,5) (50180751S1) Norm / classificatie – SAE ( pag. 205) (SAE 2,5) Voorgeschreven waarde – Alleen oliesoorten gebruiken die voldoen aan de aangegeven normen (zie gegevens op de verpakking) en over de geschikte eigen- schappen beschikken. Vorkpootolie (SAE 4) (48601166S1) Norm / classificatie –...
  • Pagina 206 HULPSTOFFEN Conserveringsmiddel voor lakken, metaal en rubber Aanbevolen leverancier Bel‑Ray ® – Silicone Detailer & Protectant Spray Duurzaam vet Aanbevolen leverancier Bel‑Ray ® – Waterproof Grease Kettingspray offroad Voorgeschreven waarde Aanbevolen leverancier Bel‑Ray ® – Blue Tac Chain Lube Universele oliespray Aanbevolen leverancier Bel‑Ray ®...
  • Pagina 207 NORMEN JASO T903 MA Door verschillende technische ontwikkelingsrichtingen is een eigen specificatie voor 4-takt motorfietsen nodig - de norm JASO T903 MA. Vroeger werd voor 4-takt motorfietsen motorolie voor auto's gebruikt omdat er geen eigen motorfietsspecificatie was. Voor motoren van auto's zijn lange service-intervallen vereist, bij motoren van motorfietsen staat een hoog vermogensrendement bij hoge toerentallen op de voorgrond.
  • Pagina 208 LIJST MET VAKBEGRIPPEN Anti Blokkeer Systeem Veiligheidssysteem, dat het blokkeren van de wielen bij het recht- uit rijden zonder inwerking van zijwaartse krachten voorkomt Boorddiagnose Voertuigsysteem dat emissie- en veiligheidsgerelateerde waarden bewaakt...
  • Pagina 209 LIJST MET AFKORTINGEN Artikelnr. Artikelnummer bijv. bijvoorbeeld circa e.d. en dergelijke enz. enzovoort etc. et cetera evt. eventueel evt. eventueel Nummer o.a. onder andere resp. respectievelijk vgl. vergelijk...
  • Pagina 210 LIJST MET SYMBOLEN 28.1 Rode pictogrammen Rode pictogrammen geven een storingstoestand aan, waarbij meteen moet worden ingegrepen. Waarschuwingslampje koelmiddeltemperatuur brandt rood – Koelmiddeltemperatuur heeft een kritische waarde bereikt. Waarschuwingslampje oliedruk brandt rood – Motoroliedruk is te laag. 28.2 Gele of oranje pictogrammen Gele of oranje pictogrammen geven een storingstoestand aan, waarbij binnen korte tijd moet worden ingegrepen.
  • Pagina 211 LIJST MET SYMBOLEN Controlelampje richtingaanwijzer knippert groen – Richtingaanwijzer is ingeschakeld.
  • Pagina 212 INDEX INDEX Bandentoestand controleren ....... . 131 ABS ........104 Bedieningshandleiding .
  • Pagina 213 INDEX Gebruiksdefinitie ....... . 9 instellen ........92 Grepen .
  • Pagina 214 INDEX monteren ........88 Onjuist gebruik ....... . . 9 Milieu .
  • Pagina 215 INDEX Rijden ........Stuurstand .
  • Pagina 216 INDEX Toebehoren ........14 Transport ........57 Werkinstructies .
  • Pagina 217 *3402114nl* 3402114nl 09/2016 Husqvarna Motorcycles GmbH Foto: Mitterbauer, Stallhofnerstraße 3 5230 Mattighofen Oostenrijk Husqvarna Motorcycles GmbH www.husqvarna-motorcycles.com...