Aichi SP 18/21 AJ
De criteria voor windsnelheden gemeten op 10 m boven de grond zijn als volgt:
Windsnelheid*
Situatie beneden
5,5 — 8,0 m/s
Er waait stof op en papier dwarrelt rond. Kleine takken bewegen.
8,0 — 10,8 m/s
Loofbomen zwaaien heen en weer en er ontstaan golven in vijvers en meren.
10,8 — 13,9 m/s
Grote bomen gaan heen en weer. Bovenleidingen van elektriciteitsmasten maken
een zoemend geluid. Paraplu's zijn nauwelijks re gebruiken.
13,9 — 17,2 m/s
.
Bomen schudden heen en weer. Tegen de wind in lopen is moeilijk.
.
.
gemeten op lu m Ooven de gron
Algemeen is het zo, dat de windsnelheid toeneemt met de hoogte. Om die reden dient u er bij
•
omhoog geplaatst platform op te letten dat de windsnelheid op het platform niet meer dan 12,5 m/s
bedraagr.
•
Voer geen werkzaamheden uit op een gladde of met ijs bedekte ondergrond. Indien dit onvermijdelijk is,
denk er dan aan om antislipvoorzieningen als kettingen aan te brengen op de banden van het voertuig.
▪
Voer geen modificaties aan de machine uit zonder de toestemming van de fabrikant.
OPMERKING
Bevestig geen voorwerpen op de machine, waardoor de windbelasting toeneemt, zoals reclameborden of
dergelijke op het werkplatform.
•
Reinig machinedelen waarop stickers met de tekst "Reinigen verboden" zijn aangebracht. Gebruik zeker
geen hogedruk-slang om de machine schoon re spuiten.
OPMERKING
Reinig elektrische onderdelen met droge poetsdoeken.
Voer geen handelingen uit terwijI 11 op de onderwagen of op het machinechassis staat.
17