SECTIE 9 |
9.1 DE OMVORMER IN- OF UITSCHAKELEN
Voordat de omvormer wordt ingeschakeld, moet eerst worden gecontroleerd of
alle AC-gebruikers zijn uitgeschakeld. De tuimelschakelaar met 3 standen met de
tekst ON/OFF/EXT (sectie 6) op het frontpaneel van de omvormer wordt gebruikt
om de omvormer in- of uit te schakelen. Deze schakelaar bedient een regelcircuit
met laagspanning, van waaruit alle circuits met hoogspanning wordt gestuurd. Het
apparaat kan als volgt ook op afstand in en uit worden geschakeld:
• Door middel van optionele Remote Control. Bekijk sectie 8.7 voor het juiste
model.
• Omvormer in- of uitschakelen met behulp van externe by-pass of spanning, zie
sectie 8.8.
OPGELET!
!
Merk op dat de ON/OFF-schakelaar het ingangscircuit van de accu met
hoog vermogen niet overschakelt. Delen van het DC-circuit zullen nog
steeds onder stroom staan als de schakelaar in de OFF-stand wordt gezet.
Daarom moeten de DC en AC worden afgekoppeld voordat er aan de
circuits die op de omvormer zijn aangesloten wordt gewerkt.
Als de omvormer wordt ingeschakeld, zal de groene LED met "POWER" gaan
branden. Deze LED geeft aan dat de ingang van de omvormer normaal functioneert.
In normale omstandigheden zal het AC-uitgangsspanning nu beschikbaar zijn bij de
AC-aansluiting(en).
9.2 DE GEBRUIKERS INSCHAKELEN
Nadat de omvormer werd ingeschakeld, duurt het enige tijd voordat het in staat is
op vol vermogen te leveren. Daarom moet de gebruiker altijd pas enkele seconden
na het inschakelen van de omvormer worden ingeschakeld. Voorkom het inschakelen
van de omvormer met de gebruiker reeds ingeschakeld. Hierdoor kan de beveiliging
tegen overbelasting per ongeluk worden ingeschakeld.
Als een gebruiker wordt ingeschakeld, dan heeft het misschien een hoog
piekvermogen nodig in het begin om te starten. Dat is de reden dat als er meerdere
gebruikers worden gevoed, ze een voor een moeten worden ingeschakeld zodat
de omvormer niet overbelast raakt door de hoge piekstroom bij het starten als alle
gebruikers tegelijkertijd worden ingeschakeld.
102
Werking