SECTIE 8 |
TABEL 8.4 AANBEVOLEN GROOTTE VAN DE AC-UITVOERBEDRADING EN CONTACTPUNT
Model Nr.
(1)
SWI 400-12/24
SWI 700-12/24
SWI 1100-12/24
SWI 1600-12/24
SWI 2100-12/24
8.6 AARDEN NAAR DE AARDE OF NAAR GROUND
Voor de veiligheid moet het metalen chassis van de omvormer naar de aardings-
ground of een andere type aarding worden geaard (in een caravan bijvoorbeeld
wordt het metalen frame ervan gebruikt als de negatieve DC-aarding). Er is een
aardingspunt (zie sectie 6) voor het aarden aangebracht in het metalen chassis van
de omvormer voor een goede aarding.
Als de omvormer in een gebouw wordt gebruikt, dan moet een geïsoleerd
koperdraad van 2,5 mm
apparatuur op de aardingsaansluiting (een aansluiting verbinding maakt met de
aardingsstaaf of met een begraven metalen waterpijp of een andere aansluiting
die stevig is aangesloten op het aardnet). De aansluitingen moeten strak tegen het
blanke metaal aanliggen. Gebruik sterringen om verf en corrosie te doorboren.
Als de omvormer in een caravan wordt gebruikt, dan moet een geïsoleerd
koperdraad van 2,5 mm
van de apparatuur op de hoofdaardingsgeleider van de caravan (verbonden met
het chassis van het voertuig. De aansluitingen moet strak tegen het blanke metaal
aanliggen. Gebruik sterringen om verf en corrosie te penetreren.
Installatie
Maximum
continue
belastings-
AC-uitgangs-
capaciteit van de
stroom A
AC-uitvoerkabel
en neutrale
overeenkomstig
NEC (125%
(2)
1.8
3
4.8
7
9.1
worden aangesloten vanuit aardingspunt van de
2
worden aangesloten vanuit aardingspunt in het chassis
2
Minimum
Maximum
grootte van het
externe AC-uit-
voercontactpunt
(op basis van
geleiders
kolom 3)
kolom 2)
(3)
2.25
3.75
6
8.75
11.4
De minimum
grootte van
de kabel- en
neutrale
geleiders op
basis van de
belastings-
capaciteit
in kolom 3
(belastings-
capaciteit
gebaseerd op
een geleider-
temperatuur
90˚C).
(4)
(5)
2
1.5 - 2.5
4
1.5 - 2.5
6
1.5 - 2.5
10
1.5 - 2.5
13
1.5 - 2.5
99