Algemene informatie
1.4
Additionele warmte
De CTC EcoLogic kan een externe extra warmtebron besturen (pellet,
olie, gas of elektrische tank), die wordt aangesloten voor of na het
warmwatersysteem.
In het menu Installateur/Instellingen/Add. warmte kunnen systemen 1,
2 en 3 worden ingesteld op basis van het cumulatieve warmteverlies in
graadminuten waarop de EcoLogic de additionele warmte start, alsmede
het verschil tussen het starten en stoppen van de additionele warmte.
Extra warmte wordt in de fabriek ingesteld om te starten wanneer er een
verlies van 500 graadminuten is en te stoppen wanneer het verlies 400
graadminuten bedraagt (ingesteld verschil = 100 graadminuten).
Voor EcoLogic systemen 4, 5 en 6 kan extra warmte worden ingesteld die
start op een bepaald tijdstip nadat er warmteverlies optreedt in de tank. De
fabrieksinstelling is 180 minuten.
1.4.1
Houtketel
De CTC EcoLogic in systeem 1 kan worden aangesloten op een houtketel,
zoals de CTC V40.
Wanneer de houtverbrandingsinstallatie wordt gestart en de rookgasvoeler
de waarde bereikt die is ingesteld in het menu Installateur/Instellingen/
Add.
warmte/Start rookgassen °C
(in de fabriek ingesteld op Uit), opent de
besturing de houtverbrandingsstatus.
Als houtverbranding actief is, worden er geen warmtepomp(en) of extra
warmte gebruikt voor verwarmingsdoeleinden. Wanneer de rookgasvoeler
onder de ingestelde waarde is, wordt de houtverbrandingsstatus
onderbroken.
Een laadsysteem, zoals Laddomat 21, wordt aanbevolen voor de houtketel
voor optimale prestaties. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld het gebruik van
een fornuis met watermantel, kan een laadpomp worden gebruikt die direct
door de rookgastemperatuur wordt gestuurd.
De houtketel kan zelfs geactiveerd worden wanneer de primaire flowsensor
(B1) 10 °C boven (setpoint) is.
14
CTC EcoLogic Pro/Family