Montage
Montage beklede flenzen
Let op het volgende bij beklede flenzen:
• Gebruik hetzelfde aantal flensbouten als dat er flensgaten aanwezig zijn.
• Zet de bouten vast met het gespecificeerde aandraaimoment (zie tabel).
• Draai de bouten na 24 uur of na de eerste temperatuurcyclus na.
• Controleer afhankelijk van de procesdruk en procestemperatuur de bouten met
regelmatige tussenpozen en trek deze na indien nodig.
Normaal gesproken dient de PTFE-flensbekleding ook als afdichting tussen de nozzle en
de flens van het instrument.
Flensmaat
EN
DN50 PN10/16
DN50 PN25/40
DN80 PN10/16
DN80 PN25/40
DN100 PN10/16
DN100 PN25/40
DN150 PN10/16
ASME
NPS 2" Cl.150
NPS 2" Cl.300
NPS 3" Cl.150
NPS 3" Cl.300
NPS 4" Cl.150
NPS 4" Cl.300
NPS 6" Cl.150
NPS 6" Cl.300
NPS 8" Cl.150
NPS 8" Cl.300
JIS
10K 50A
10K 80A
10K 100A
10K 150A
14
Micropilot FMR53, FMR54 FOUNDATION Fieldbus
Aantal bouten
4
4
8
8
8
8
8
4
8
4
8
8
8
8
12
8
12
4
8
8
8
Aandraaimoment
45 ... 65 Nm
45 ... 65 Nm
40 ... 55 Nm
40 ... 55 Nm
40 ... 60 Nm
55 ... 80 Nm
75 ... 115 Nm
40 ... 55 Nm
20 ... 30 Nm
65 ... 95 Nm
40 ... 55 Nm
45 ... 70 Nm
55 ... 80 Nm
85 ... 125 Nm
60 ... 90 Nm
115 ... 170 Nm
90 ... 135 Nm
40 ... 60 Nm
25 ... 35 Nm
35 ... 55 Nm
75 ... 115 Nm
Endress+Hauser