Een aanpassende curve met automatische bochtdetectie karteren:
1.
Rijd naar het beginpunt van de curve.
2.
Druk op
3.
Aan het einde van de eerste curve maakt u een U-bocht. Het systeem detecteert
de bocht en genereert de volgende lijn.
Een aanpassende curve handmatig karteren:
1.
Rijd naar het beginpunt van de curve.
2.
Druk op
3.
Aan het einde van de eerste curve drukt u op
volgende lijn.
4.
Ga door met werkgangen rijden en zet aan het einde van elke lijn het B punt.
Gebruik van het aanpassende curve patroon om rijen te bepalen
1.
Zet Auto U-bocht detectie op Uit
2.
Maak een geleidingslijn aan op basis van het aanpassende curve patroon.
3.
Zet het B punt aan het einde van elke rij.
4.
Wend het voertuig naar de volgende rij. Als het voertuig de helft van de bocht
heeft gemaakt, verschijnt de geleidingslijn voor de volgende rij.
Pivot
Gebruik het pivot patroon op percelen die vanuit het
midden draaiend worden geïrrigeerd. Met dit patroon
kunt u in concentrische cirkels rond het middelpunt
rijden.
Een pivot karteren:
NB – Zet de hoofdlijn altijd aan de buitenste rand van het
perceel.
1.
Rijd naar het beginpunt voor de pivot.
2.
Plaats één wiel van het voertuig in een wielspoor van de pivot, met de
achterkant van het voertuig naar de pivot arm. Als het perceel geen volledige
cirkel is, plaatst u het voertuig met de achterkant naar de rand van het perceel
toe.
3.
Druk op
display genereert geleidingslijnen.
4.
Wend naar links of rechts voor de volgende lijn. Terwijl u naar de volgende lijn
rijdt, verschijnt die op het scherm en wordt hij oranje, om aan te geven dat hij
geselecteerd is.
5.
Stuur het voertuig zo dat de middelste lampjes van de lichtbalk branden terwijl
u vooruit over de lijn rijdt.
en rijd de eerste curve.
en rijd de eerste curve.
en rijd het perceel rond. Houd het voertuig in het wielspoor. De
Karteren en geleiding
. Het systeem genereert de
FM-750 Display Gebruikershandleiding
6
A
B
105