Tweede uitgave • Derde druk
Platformbedieningspaneel
1
Claxonknop
Druk op deze knop om de claxon te laten klinken.
Laat de knop los om de claxon te stoppen.
2
Indicatielampje 'platform niet vlak'
Plaats het platform horizontaal tot het lampje
uitgaat. De platformnivelleringstuimelschakelaar
werkt alleen in de richting waarin het platform
wordt genivelleerd.
3
Indicatielampje 'machine op helling'
Een brandend lampje geeft aan dat alle functies
zijn gestopt. Zie de instructies in de sectie
Bedieningsinstructies.
4
Indicatielampje 'arm neerlaten'
Laat de arm neer tot het lampje uitgaat.
5
Indicatielampje 'arm omhoog/inschuiven'
Laat de arm neer of schuif deze in tot het lampje
uitgaat.
6
Gebruikt voor optionele uitrusting
7
Generatorschakelaar met indicatielampje
Beweeg de generatorschakelaar om de
generator in te schakelen. Beweeg de
schakelaar opnieuw om de generator uit te
schakelen.
8
Hulpvoedingschakelaar
Gebruik de hulpvoeding als de primaire
krachtbron (motor) niet werkt.
Druk de voetschakelaar in en beweeg
tegelijkertijd de hulpvoedingschakelaar en
activeer de gewenste functie. Het indicatielampje
brandt als de hulpvoeding wordt gebruikt.
9
Dieselmodellen:Indicatielampje 'gloeibougie'
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat de
gloeibougies actief zijn.
Onderdeelnr. 1301106DUGT
Bedieningselementen
10 Motorstartschakelaar met indicatielampje
Beweeg de motorstartschakelaar om de motor te
starten. Het indicatielampje 'motorstart' knippert
wanneer de motor wordt gestart, en gaat continu
branden zodra de motor draait.
11 Motortoerentalkeuzeschakelaar met
indicatielampje
Beweeg deze schakelaar om het
stationair motortoerental te
kiezen. Als het lampje met het
konijnsymbool brandt, duidt dit
aan dat hoog stationair is
geselecteerd. Als het lampje met
het schildpadsymbool brandt,
duidt dit aan dat laag stationair
is geselecteerd.
12 Indicatielampje 'beperkt werkbereik'
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat het
werkbereik beperkt is.
13 Indicatielampje 'onbeperkt werkbereik'
Als het lampje brandt, duidt dit aan dat het
werkbereik onbeperkt is.
14 Indicatielampje 'overbelasting platform'
Een knipperend lampje geeft aan dat het
platform is overbelast. De motor stopt en er
treden geen functies in werking. Verwijder
gewicht tot het lampje uitgaat en start vervolgens
de motor opnieuw.
15 Voedingsindicatielampje
Een brandend lampje geeft aan dat de machine
is ingeschakeld.
16 Indicatielampje 'motor controleren'
Een brandend lampje geeft een motorstoring
aan.
17 Indicatielampje 'brandstoftank bijna leeg'
Een brandend lampje geeft aan dat de
brandstoftank van de machine bijna leeg is.
18 Storingsindicatielampje
Een brandend lampje geeft een systeemstoring
aan.
SX
™
-135 XC
™
Bedieningshandleiding
29