Aandrijfkettinggeleider
In sp e c te e r d e a a nd rij fke ttin g g e lei de r
regelmatig, zie ONDERHOUDSSCHEMA.
Vervang de kettinggeleider als hij versleten is.
Doe hiervoor een beroep op een erkend
Bombardier ATV-dealer.
Kettingwiel en rondsel
Controleer de kettingwielas en het rondsel op
vervorming.
V02H02Y
1. Goed
2. Vervangen
LET OP: Vervang de ketting, de kettingwie-
las en het rondsel altijd samen om snelle
slijtage van ketting en kettingwiel te ver-
mijden. Installeer telkens een nieuwe bor-
gring wanneer u het rondsel verwijdert.
98
Banden/Wielen
WAARSCHUWING
Let er bij de vervanging van de banden
op dat u nooit een diagonaalband
combineert met een radiaalband. Deze
combinatie kan tot besturings- en/of
stabiliteitsproblemen leiden.
Combineer geen banden van verschil-
lende types en/of maten op dezelfde as.
De voorbanden en de achterbanden
moeten telkens van hetzelfde merk en
hetzelfde type zijn.
Let erop dat u banden met een unidirec-
1
tioneel profiel in de juiste draairichting
monteert.
Radiaalbanden moeten als complete
set worden gemonteerd.
De niet-naleving van deze instructies
kan tot ernstige of dodelijke verwondin-
gen leiden.
2
Bandenspanning
WAARSCHUWING
De bandenspanning heeft een grote in-
vloed op de besturing en stabiliteit van
het voertuig. Door een te lage spanning
kan de band leeglopen en loskomen
van het wiel. Door een overdreven
spanning kan de band klappen. Houd u
altijd aan de aanbevolen bandenspan-
ning. Gebruik altijd een handpomp,
aangezien het banden van het lage-
druktype betreft.
Controleer de spanning wanneer de banden
KOUD zijn , voordat u het voertuig gebruikt.
De bandenspanning varieert onder invloed
van temperatuur en hoogte. Controleer de
bandenspanning opnieuw wanneer een van
deze factoren verandert.
Voor uw comfort zit er een drukmeter in het
gereedschapskistje.
AANBEVOLEN
BANDENSPANNING
VOORAAN
35 kPa
(5 PSI)
ACHTERAAN
35 kPa
(5 PSI)