NEDERLANDS
PROBLEEMOPLOSSING
Raadpleeg uw installateur als de tabel hieronder geen uitkomst biedt.
Geen uitgangsspanning
Alle LED-indicatoren staan uit.
Output-LED knippert groen,
Sinusgolf-LED knippert groen,
Power-LED continu groen.
Output-LED uit,
Sinusgolf-LED continu rood,
Power-LED continu groen,
Continue pieptoon.
Output-LED uit,
Sinusgolf-LED continu rood,
Power-LED continu groen,
elke 2 s een korte pieptoon.
Output-LED uit,
Sinusgolf-LED continu rood,,
Power-LED continu groen,
elke 2 s drie korte pieptonen.
Output-LED uit,
Sinusgolf-LED knippert
langzaam rood,
Power-LED continu groen,
elke 2 s een korte pieptoon.
Output-LED uit,
Sinusgolf-LED knippert snel
rood,
Power-LED continu groen,
Elke 2 s een korte piep.
6
HANDLEIDING AC MASTER 12/300, 12/500, 24/300, 24/500
Mogelijke oorzaak
De hoofdschakelaar (afbeelding 9)
staat in de positie 0 ("OFF").
DC-zekering(en) doorgebrand.
AC feedback, feedbackbeveiliging
heeft de inverter uitgeschakeld.
Inverter is in Spaarstand.
Inverterfout: Te hoge temperatuur.
Verlaag de lat en laat de inverter
afkoelen. Hij schakelt in zodra de
inwendige temperatuur voldoende is
gedaald.
Inverterfout: Overbelasting.
Inverter probeert 5 maal te
herstarten. Als dit nog steeds niet
lukt, blijft de AC Master in
Overbelasting en geeft een continue
pieptoon.
Inverterfout: ventilatorfout.
Accuspanning laag: DC
ingangsspanning te laag (accu leeg).
DC ingangsspanning te laag: er is te
veel spanningsval over de kabels
vanwege te lange of te dunne
kabels.
Accuspanning hoog: DC
ingangsspanning is te hoog.
Kortsluiting. Inverter probeert 5 maal
te herstarten. Als dit nog steeds niet
lukt, blijft de AC Master in
kortsluitingmodus en geeft een
continue pieptoon.
Wat te doen?
Zet de hoofdschakelaar (afbeelding 9)
op positie I ("ON").
Vervang de zekering(en).
Neem de extra AC-bron weg en schakel
de AC Master weer in. Schakel om
schade te voorkomen de AC Master
nooit parallel met een andere inverter.
Verhoog de last of zet de
hoofdschakelaar (afbeelding 9) op
positie I ("ON").
Controleer de luchtstroom door de
inverter. Zie paragraaf Installatie.
Verlaag de last en/ of controleer de AC-
kabels op kortsluiting. Reset dan de
inverter met de hand door de
hoofdschakelaar op Off en On te zetten.
Neem contact op met uw
Mastervoltleverancier.
Controleer de accu. Schakel de last uit
als de spanning te laag is en laad de
accu. De inverter schakelt weer in als
de ingangsspanning hoger is geworden
dan 11.0 V / 22.0 V.
Verkort de DC-kabels of gebruik kabels
met een grotere diameter.
Controleer de accu. Schakel de lader
uit. De inverter schakelt weer in als de
ingangsspanning lager is geworden dan
14.5 V / 29.0 V.
Controleer de AC-kabels op kortsluiting.
Schakel de inverter alleen in als het
probleem verholpen is. Reset dan de
inverter met de hand door de
hoofdschakelaar op Off en On te zetten.