Instellingen
Met de volgende instellingen kunt u
de elektronische besturing van de
wasautomaat aan uw specifieke
wensen aanpassen.
Deze instellingen kunt u om het even
wanneer wijzigen.
Instellingen oproepen
Voorwaarde:
– De wasautomaat is ingeschakeld.
– Het display bevindt zich in de basis‐
weergave
Raak de sensortoetsen en tege‐
lijkertijd aan.
Instellingen
Taal
Doseereenheid
Vuilgraad
Nu hebt u de instellingen opgeroepen.
Instellingen kiezen
Druk op de sensortoets of , tot
de gewenste instelling op het display
een witte achtergrond heeft.
– De sensortoets verschuift de keu‐
zelijst naar beneden.
– De sensortoets verschuift de keu‐
zelijst naar boven.
Druk op de sensortoets OK, om de
instelling met de witte achtergrond te
bewerken.
98
Instelling bewerken
Op het display worden de verschil‐
lende keuzemogelijkheden van de in‐
stelling aangegeven.
– De sensortoets verschuift de keu‐
zelijst naar beneden.
– De sensortoets verschuift de keu‐
zelijst naar boven.
De ingestelde keuze wordt met een
haakje gemarkeerd.
Als de gewenste keuze een witte ach‐
tergrond op het display heeft, raakt u
de sensortoets OK aan om deze te
activeren.
Instellingen afsluiten
Raak de sensortoetsen of net zo
vaak aan tot
verschijnt.
Druk op de sensortoets OK.
Tip: Na enige tijd schakelt het display
automatisch weer over naar de basis‐
weergave.
op het display
Terug