Het juiste wasmiddel
U kunt alle wasmiddelen gebruiken die
voor huishoudelijke wasautomaten ge‐
schikt zijn. De gebruiks- en doseeraan‐
wijzingen vindt u op de verpakking van
het wasmiddel.
De dosering hangt af van:
– de mate waarin het wasgoed vuil is
– de hoeveelheid wasgoed
– de waterhardheid
Als u de waterhardheid niet kent,
kunt u inlichtingen inwinnen bij uw
waterdistributiemaatschappij.
Onthardingsmiddel
Om wasmiddel te sparen kunt u een
onthardingsmiddel toevoegen aan wa‐
ter met hardheid II en III. De juiste dose‐
ring daarvan vindt u op de verpakking
terug. Doe eerst het wasmiddel en dan
pas het onthardingsmiddel in het laad‐
vakje.
Het wasmiddel kunt u dan doseren zo‐
als voor water met hardheid I.
Waterhardheid
Hardheidsca‐
Totale hard‐
tegorie
heid in mmol
I (zacht)
0 – 1,5
II (medium)
1,5 – 2,5
III (hard)
hoger dan 2,5
Doseerhulpen
Gebruik voor de dosering van het was‐
middel de door de wasmiddelfabrikant
geleverde doseerhulpen (kogels), met
name bij de dosering van vloeibaar
wasmiddel.
Navulverpakkingen
Gebruik bij de aankoop van wasmidde‐
len indien mogelijk navulverpakkingen
om het afval te verminderen.
Componentenwasmiddel
Als u met meerdere componenten wast,
doe de middelen dan altijd in de onder‐
staande volgorde samen in vakje II:
1. Wasmiddel
2. Onthardingsmiddel
3. Vlekkenmiddel
Zo worden de middelen beter opgeno‐
men.
Nabehandelingsmiddel voor
wasgoed
Wasverzachter
zorgt ervoor dat de was zacht aanvoelt
en vermindert de elektrostatische opla‐
Duitse hard‐
ding tijdens machinaal drogen.
heid °d
0 – 8,4
Vormspoeler
is een vloeibaar synthetisch stijfsel. Het
8,4 – 14
zorgt ervoor dat het wasgoed wat ste‐
hoger dan 14
viger aanvoelt.
Stijfsel
geeft het wasgoed een stijver en voller
effect.
Wasmiddel
63