8
verticale-
en schuine
lift
EEEt^rl-EEMEtLtFT
¿=12
Transport
o
Controleer
bij
ontvangst
de levering van de
lift
op
transportschade
en
controleer
of
ze met uw
bestelling overeenkomt.
.
Blj
transportschade
onmiddellijk
de
transporteur
en de
handelaar op
de
hoogte brengen!
¡
De
lift
kan
voor
het
transport naar
de
bouwplaatsen
in afzonderlijke
delen
worden
gedemonteerd.
-
zwaarste deel
=
104
kg
-
langste
deel
=2,2m
LET
OP
Om het laadplatform op open voertuigen te transporteren,
moet de montagebeschermplaat (1) worden neergelaten.
o
De beugel
(2)
van
de
montagebeschermplaat
iets optillen
en
boven
voorbij
de
geleidingen
naar beneden
laten zakken.
Fig.
1
1
Montagebeschermplaat neerlaten
9
Montage
De
lift
moet
conform
de montage- en
gebruiksaanwijzing onder leiding
van
een
door
de
ondernemer
aangewezen
vakman worden opgebouwd!
Deze
vakman moet met de montage- en gebruiksaanwijzing vertrouwd zijn,
over
voldoende
ervaring
beschikken
en over de
bestaande gevaren
in
de
omgang met de
lift
geinformeerd zijn.
Montagepersoneel
De
GEDA-lift
mag alleen
door geschoolde personen (vakmensen) worden gemonteerd,
gedemonteerd
en onderhouden
die op basis van hun opleiding
of
kennis en praktijkervaring de garantie bieden voor
een deskundig gebruik
en over de
gevaren
zijn
geïnformeerd.
Deze
personen moeten
door
de
ondernemet
zijn
aangewezen
voor het monteren, demonteren
en
instandhouden.
9.L
Algemeneveiligheidsinstructies
o
Controleer elke keer voordat u de
lift
opbouwt,
of alle
onderdelen
van
de
lift
zoals
bijv.
onderdelen van
de
ladder met tandheugels, elektrische leidingen
en
besturing
in
een
onberispelijke
staat
zijn. In
geval
van beschadigingen
lift
niet in
bedrijf
nemen!
-
Beschadigde onderdelen
onmiddellijk
vervangen.
o
Maakt
u zich op
de
werþlaats
met de werkomgeving,
bijv.
hindemissen
in
de
werk-
en
verkeerszone,
draagvermogen
van de grond en noodzakelijke afscherming
van
de bouwplaats t.o.v. het
openbare
verkeersgebied,
vertrouwd.
o
De
exploitant moet ervoor zorgen
dat de
gevarenzone
van de
onderste
losplaats afgezet
is
(met
uitzondering van
de
toegang
tot het transportmiddel)
(frg.
12
en
l3).
o
De ondernemer dient ervoor
te zorgeî
dat de toegang
tot
de onderste losplaats
beveiligd
is
als gevaar
voor vallende voorwerpen
bestaat.
r
Onder
de
lift
mogen
zich
geen
personen bevinden.
o
De nationale voorsch¡iften inzake het voorkomen van ongelukken van de overheden voor veiligheid op
het
werk
(VBG
35)
en
alle geldende wetten
en
richtlijnen
aanhouden.
o
Persoonlijke beveiligingsuitrusting dragen
(bij veiligheidshelm,
veiligheidshandschoenen).
Montage-
en gebruiks
aanw
ijzing
Pagina 19 van 52
B 071 N uitgave 03.2000