De tapecassette plaatsen
In dit gedeelte worden de soorten tape opgesomd die met de printer kunnen worden gebruikt.
Daarnaast wordt beschreven hoe u de tapecassettes plaatst.
Goedgekeurde tape
Hieronder worden de soorten tape opgesomd
die u met de printer kunt gebruiken. Zie
"Accessoires" (→ p. 52) voor informatie over
de tapes.
■ TZ-tape
Standaardtape, gelamineerd
Standaardtape, niet-gelamineerd
Tape met stevige plakstrook,
gelamineerd
Flexibele ID-tape, gelamineerd
Opstrijktape, niet-gelamineerd
Veiligheidstape, gelamineerd
Stenciltape, niet-gelamineerd
■ HG-tape
Bij gebruik van HG-tape zijn drie combinaties
van hogere afdruksnelheid en hogere
afdrukresolutie mogelijk. Zie "Sneller
afdrukken of afdrukken met een hogere
resolutie" (→ p. 31) voor informatie over snel
afdrukken.
De tapecassette plaatsen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de
tapecassette plaatst.
Houd de aan/uit-knop aan de voorkant
1
van de printer ingedrukt tot het
stroomlampje uitgaat.
Druk op de ontgrendelknop van het
2
deksel en open het deksel van de
tapehouder.
15
Ontgrendelknop van
deksel
Plaats de tapecassette.
3
Zorg dat het uiteinde van de tape onder
de tapegeleider doorloopt.
Gekarteld wieltje
Tapegeleider
Einde van
de tape
• Als het inktlint loszit, draait u met een
vinger het gekartelde wieltje in de
richting van de pijl op de cassette.
Sluit het deksel van de tapehouder en
4
druk op de aan/uit-knop aan de
voorkant van de printer.
Druk op de doorvoer-/snijknop om de
5
tape strak te trekken.
Opmerking
De tapecassette kan alleen worden
●
verwijderd als de rolhouder van de
printer ontgrendeld is. De rolhouder
wordt automatisch ontgrendeld wanneer
u op de aan/uit-knop aan de voorkant
van de printer drukt of als er binnen 10
minuten nadat een label is afgedrukt
geen handeling wordt verricht.