12. Regelknop draadaanvoersnelheid: hiermee kan de
draadaanvoersnelheid worden geregeld voordat het
lassen begint, binnen een bereik van 0,1 tot 1,0 van
de waarde ingesteld door de knop "Regelknop
draadaanvoersnelheid" [2].
13. Toortsmodusschakelaar:
gekozen tussen de 2-staps- of 4-stapstoortsmodus.
De functionaliteit van de 2T/4T-modus wordt in de
onderstaande afbeelding aangegeven:
Trekker ingedrukt
Trekker losgelaten
A
Lasstroom
B
Burnback-tijd
C
WFS
G
Gas
Afbeelding 5.
14. Regelknop Burnback-tijd: hiermee kan de gewenste
lengte van de elektrodedraad worden ingesteld, deze
steekt uit de punt van de toorts na het lassen; het
bereik is 8 tot 250 ms.
15. De schakelaar Cold inch / Gas purge: met deze
schakelaar is draadaanvoer of gasstroming mogelijk
zonder de uitvoerspanning in te schakelen.
16. Regelknop pot Tijd puntlassen: met deze knop kan de
tijd worden ingesteld van 0,2 tot 10 s.
17. Voorgas: hiermee wordt de tijd tussen het starten van
het gas en het starten van de stroom ingesteld, van
0,01 tot 1 s.
Afbeelding 6.
Nederlands
hiermee
kan
worden
18. Draadaandrijving: draadaandrijving met 4 rollen
compatibel met aandrijfrollen van 37 mm.
19. Draadhaspelsteun: maximaal haspels van 15 kg.
Geschikt voor kunststof, stalen en fiberhaspel op een
as van 51 mm. Ook geschikt voor Readi-Reel-
haspels op de bijgeleverde asadapter.
20. Zekering F1/4A (alleen WF24): automatische zekering
voor
overbelastingsbeveiliging
draadaandrijfmotor.
Tijdens het lassen moeten er WF-draadaanvoerunits
worden gebruikt met de deur tijdens het lassen volledig
gesloten.
Gebruik de draaghendel niet om de WF tijdens het
werken te verplaatsen.
Lasdraad invoeren
Open het zijdeksel van het apparaat.
Draai de bevestigingsdop van de bus.
Plaats de haspel zodanig met de lasdraad op de bus dat
de haspel rechtsom draait (met de klok mee) als de draad
in de draadaanvoerunit wordt gevoerd.
Let op dat de lokaliseerpen in het daarvoor bedoelde gat
in de haspel komt te zitten.
Draai de bevestigingsdop weer op de bus.
Zet de lasdraad op en gebruik daarbij de geschikte groef
die overeenkomt met de dikte van de draad.
Maak het uiteinde van de draad vrij en knip het gebogen
einde eraf. Daarbij mag geen braam ontstaan.
Het scherpe uiteinde van de lasdraad kan pijn doen.
Draai de haspel rechtsom en voer het uiteinde van de
lasdraad in de draadaanvoerunit tot aan de Euro-
aansluiting.
Stel de kracht van de drukrol van de lasdraad goed in.
7
Afbeelding 7.
van
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
de
Nederlands