Eerste uitgave • Derde druk
Rij-inschakelsysteem testen
35 Druk de voetschakelaar in en laat de arm neer
in de transportstand.
36 Roteer de draaitafel totdat de arm voorbij een
van de achterwielen of niet-sturende
rupsbanden wordt bewogen.
Resultaat: Het
indicatielampje 'rijden
ingeschakeld' dient te
knipperen zolang de arm
zich in het aangegeven
bereik bevindt.
37 Verplaats de rij-joystick uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie mag niet in werking
treden.
38 Houd de rij-tuimelschakelaar naar een van
beide zijden vast en verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Resultaat: De rijfunctie moet in werking treden.
Opmerking: Als het rij-inschakelsysteem in gebruik
is, kan de machine gaan rijden in een richting die
tegengesteld is aan de richting waarin de joystick
voor rijden en sturen wordt bewogen.
Gebruik de kleurgecodeerde
richtingpijlen op de
platformbediening en het
rijchassis om de rijrichting te
bepalen.
Onderdeelnr. 1274725DUGT
Beperkte rijsnelheid testen
39 Druk de voetschakelaar in.
40 Breng de arm omhoog tot ongeveer 10° boven
41 Verplaats de joystick langzaam naar de
42 Laat de arm neer in de transportstand.
43 Schuif de arm 17 cm uit.
44 Verplaats de joystick langzaam naar de
™
• S
-40/45 HF • S
®
®
S
-40/45 XC
www.duma-rent.com
Bedieningshandleiding
de horizontale lijn.
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid
met geheven arm mag niet hoger zijn dan
32 cm/s.
maximale rijstand.
Resultaat: De maximaal haalbare rijsnelheid
met geheven arm mag niet hoger zijn dan
32 cm/s.
Als de rijsnelheid met geheven of
uitgeschoven arm hoger is dan 32 cm/s, dient
de machine onmiddellijk te worden voorzien
van een label en uit bedrijf te worden
genomen.
™
®
-40/45 TRAX
Inspecties
37