VOORZORGSMAATREGELEN
Ventileer de ruimte regelmatig wanneer u de
airconditioner in combinatie met andere
verwarmingsapparatuur gebruikt.
Door
onvoldoende
zuurstoftekort in de ruimte ontstaan.
Voorkom dat uw huisdier(en) of planten in
de uitgeblazen luchtstroom aanwezig zijn.
De luchtstroom kan schadelijk voor hen zijn.
Bedien de airconditioner niet met natte
handen.
Wanneer u dat niet doet bestaat een risico
van elektrische schokken.
Plaats geen apparatuur met open vuur in de
luchtstroom van de airconditioner, omdat
daardoor de verbranding in deze apparatuur
onvolledig zal worden.
Gebruik nooit ontbrandbare sprays in de buurt
van de airconditioner, omdat daardoor brand
kan ontstaan.
N
AMES AND FUNCTIONS OF THE OPERATING
SECTION
Zie
afbeelding
1, (afbeelding 1B is de afstands-
bediening met geopend frontpaneel weergegeven.)
1
DISPLAY "
" (SIGNAALOVERDRACHT)
Dit symbool brandt wanneer een signaal wordt
verzonden.
2
DISPLAY "
" "
" "
MODUS)
Hiermee kunt u zien welke werkingsmodus voor het
systeem is geselecteerd.Bij de modellen voor directe
koeling zijn de standen "
(verwarmen) niet beschikbaar.
3
DISPLAY "
" (INGESTELDE TEMPERATUUR)
De display toont de ingestelde temperatuur.
4
DISPLAY
"
MEERDE TIJD)
Dit symbool toont de GEPROGRAMMEERDE TIJD
waarop het systeem wordt in- of uitgeschakeld.
5
DISPLAY "
" (LUCHTSTROOMKLEP)
Raadpleeg
"DE RICHTING VAN DE LUCHT-
STROOM INSTELLEN" op pagina
6
DISPLAY "
" "
Dit symbool geeft de ingestelde ventilatorsnelheid
weer.
7
DISPLAY "
" (INSPECTIE/WERKINGSTEST)
Wanneer u de toets INSPECTIE/WERKINGSTEST
indrukt, wordt de actieve modus van het systeem
mode in het display weergegeven.
Gebruiksaanwijzing
2
ventilatie
kan
" "
" "
" (WERKINGS-
" (auto) en "
"
(GEPROGRAM-
6.
" (VENTILATORSNELHEID)
8
AAN/UIT-TOETS
Wanneer u deze toets indrukt, wordt het systeem
ingeschakeld. Door de toets nogmaals in te drukken
schakelt het systeem uit.
9
TOETS VOOR HET INSTELLEN VAN DE SNELHEID
een
VAN DE VENTILATOR
Druk op deze toets om de ventilatorsnelheid op de
stand HOOG of LAAG in te stellen.
10 TOETS VOOR HET INSTELLEN VAN DE TEMPE-
RATUUR
Gebruik deze toets om de temperatuur in te stellen.
(Werkt alleen wanneer het frontpaneel van de
afstandsbediening is gesloten.)
11 PROGRAMMATOETS
Gebruik deze toets voor het programmeren van de
START en/of STOPTIJD. (Werkt alleen wanneer het
frontpaneel van de afstandsbediening is geopend.)
12 TIMER START/STOP-TOETS
Raadpleeg
"STARTEN/STOPPEN MET DE TIMER"
op pagina
6.
13 TOETS TIMER INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
Raadpleeg
"DE TIJD PROGRAMMEREN" op pagina
14 LUCHTSTROOMRICHTING-REGELAAR
Raadpleeg
STROOM INSTELLEN" op pagina
15 KEUZETOETS VOOR HET SELECTEREN VAN DE
FUNCTIE
Druk deze toets in om de gewenste bedrijfsstand te
selecteren.
16 TOETS OM WAARSCHUWING VERVUILD FILTER
TE WISSEN
Meer informatie vindt u in de paragraaf ONDER-
HOUD in de bedieningshandleiding bij de binnenunit.
17 INSPECTIE/WERKINGSTEST-TOETS
"
Deze toets wordt alleen door erkend onderhouds-
personeel gebruikt voor onderhoudsdoeleinden
Zie
afbeelding
18 NOODSCHAKELAAR
Gebruik deze schakelaar wanneer bediening met de
afstandsbediening niet mogelijk is.
19 ONTVANGER
Deze ontvanger ontvangt de signalen van de
afstandsbediening.
20 WERKINGSINDICATIELAMPJE(Rood)
Dit indicatielampje brandt wanneer de airconditioner
in werking is en knippert wanneer er een probleem is
met apparaat.
21 TIMERINDICATIELAMPJE (Groen)
Dit indicatielampje brandt wanneer de timer is
ingeschakeld.
22 INDICATIELAMPJE TIJD OM LUCHTFILTER TE
REINIGEN (Rood)
Brandt
wanneer
gereinigd.
23 INDICATIELAMPJE ONTDOOIEN (Oranje)
Brandt wanneer de ontdooifunctie is ingeschakeld.
(Bij apparaten voor alleen-koelen gaat deze lamp niet
branden.)
4PW23711-1
"DE RICHTING VAN DE LUCHT-
6.
3, (ontvanger van de airconditioner)
het
luchtfilter
BRC7E530+531W8
Draadloze afstandsbedieningset
6.
moet
worden