Inhoudsopgave
Advertenties
gebruikt bij de berekening van het aantal verbruikte
ampère-uur (paragraaf 6.2) en de functie resterende
tijd (paragraaf 6.1).
Een standaard natte loodzwavelzuuraccu heeft een
rendement van ongeveer 89%, een AGM ongeveer
95% en een gel-accu heeft een rendement van
ongeveer 94%. Het rendement van een accu neemt
gedurende de eerste 5-10 cycli nog toe. Voor de rest
van de levensduur van een accu neemt het
rendement geleidelijk af, afhankelijk van de leeftijd en
het aantal ontlaadcycli. Wanneer een rendement van
70% wordt bereikt, betekent dit meestal dat de accu
het einde van de levensduur heeft bereikt en moet
worden vervangen.
U kunt het laadrendement voor elke op de Masterlink
BTM III aangesloten accuset instellen. Zie hoofdstuk
10. Alleen bij accubank 1 wordt het laadrendement
telkens automatisch door de Masterlink BTM III
opnieuw berekend (na twee volledige ladingen tot
100% die zijn voorafgegaan door twee ontladingen
van tenminste 5%). Deze herberekende waarde (zie
paragraaf 8.7) wordt telkens weer gebruikt voor
nieuwe berekeningen van het aantal verbruikte
ampère-uur, de functie resterende tijd en de
ladingstoestand (State Of Charge)
11.3 PEUKERT EXPONENT
Standaardaccu's hebben een capaciteit die geldt bij
een constante ontlading gedurende 20 uur. Dit
betekent dat een accu van 100Ah 20 uur lang 5A kan
leveren voordat een spanning van 1,75V/cel (10,5V
voor accu's van 12V en 21,0V voor accu's van 24V)
wordt bereikt. Wanneer de ontlaadstroom hoger is,
bijvoorbeeld 10A, zal de accu niet de volledige 100Ah
kunnen leveren. In dit geval wordt de spanning van
1,75V/cel of 10,5V/21,0V bereikt voordat de accu het
volledige nominale vermogen van 20 uur heeft
geleverd.
De maximale tijd dat de accu in het hierboven
genoemde voorbeeld kan worden belast is ongeveer
8 uur, dus 80Ah
De formule van Peukert beschrijft het effect van een
afwijkende ontlaadstroom op de accucapaciteit en
kan worden toegepast om de werkelijke beschikbare
capaciteit te berekenen wanneer deze afwijkt van de
20 uurs ontlading.
Deze formule wordt ook door de Masterlink BTM III
toegepast bij de berekening bij de berekening van het
aantal verbruikte ampère-uur (paragraaf 6.2) en de
functie resterende tijd (paragraaf 6.1)
NL / Masterlink BTM-III / augustus 2020
Onder normale omstandigheden hoeft u de Peukert
exponent niet te wijzigen. Alleen wanneer u
tractieaccu's
gebruikt,
vorkheftruck, zal aanpassing wenselijk kunnen zijn
Zie hoofdstuk 10om de Peukert exponent voor elke
accubank aan te passen.
11.4 LADINGSTOESTAND (STATE OF CHARGE)
De
ladingstoestand
weergegeven als een percentage. Dit percentage
wordt
automatisch
gecompenseerd
laadrendement (C.E.F.) en de Peukert exponent.
Wanneer de accu volledig geladen is, wordt de
ladingstoestand (zie hoofdstuk 6) op 100% gesteld.
Een accu wordt als volledig (100%) geladen
beschouwd wanneer aan een van de onderstaande
voorwaarden is voldaan:
1
(alleen van toepassing bij accubank 1) aan de
volgende twee voorwaarden wordt tenminste
gedurende 30 seconden voldaan:
•
Alle ontladen Ah zijn weer in de accu geladen
(werkelijke telling zonder compensatie van
het laadrendement).
•
De laadstroom is minder dan de instelling
voor laadstroom bij volle accu (zie hoofdstuk
10.7).
2
Gedurende tenminste 4 uur is de spanning op de
accupolen hoger dan de float-spanning (zie
paragraaf 10.8) plus 1.0 / 2.0V (bij een nominale
accuspanning van 12/24V)
3
Gedurende tenminste 8 uur is de spanning op de
accupolen hoger dan de float-spanning (zie
paragraaf 10.8) plus 0.3 / 0.6V (bij een nominale
accuspanning van 12/24V)
4
Gedurende tenminste 12 uur is de spanning op
de accupolen hoger dan de float-spanning (zie
paragraaf 10.8) minus 0.1 / 0.2V (bij een
nominale accuspanning van 12/24V)
11.5 VERVANGEN VAN ACCU'S
Raadpleeg hoofdstuk 4 (installatie) indien u de accu's
wilt vervangen.
Bij het installeren van nieuwe accu's dient u de
historische gegevens van de vorige accu's te
verwijderen zodat de historische gegevens alleen nog
betrekking hebben op de nieuw geïnstalleerde
accu's. Zie hoofdstuk 10 om de historische gegevens
voor iedere accubank te wissen. Indien de nieuwe
geïnstalleerde accu's een afwijkende capaciteit
hebben, dient u ook de instelling voor nominale
capaciteit aan te passen. (zie hoofdstuk 9.3)
AANVULLENDE INFORMATIE
bijvoorbeeld
op
(zie
hoofdstuk
6)
wordt
met
een
het
67
Advertenties
Inhoudsopgave
