Inhoudsopgave
Advertenties
22. DIAGNOSE
De volgende tabel toont enkele problemen die tijdens het gebruik kunnen
optreden.
ONGEMAK
De riem slipt
De machine trilt
overdreven
De motor raakt tijdens het werk
overbelast
MOTOR
ONGEMAK
De motor heeft moeite om te
starten
OORZAAK
1. de riemspanning is
onvoldoende
2. de gekozen werkdiepte is te
groot
3. de riem is versleten
1. de bandjes zijn
beschadigd
2. het mes is verbogen of
gebroken
1. het motortoerental is
onvoldoende
2. de messen zijn versleten
3. de rijsnelheid is te hoog
4. de werkdiepte is te groot
OORZAAK
1.
het gaspedaal staat niet in
de startpositie
2.
De starter is niet
geplaatst
er komt geen benzine aan
3
luchtbellen of water in de
4
brandstofleidingen
.
5
stroperige olie belemmert
de rotatie
defecte bobine of
6
regeleenheid
kaars in slechte staat
7.
- 28 -
OPLOSSING
1. pas de spanning aan van de
riem
2. kies een lagere werkdiepte
3. Vervang de riem
1. Vervang de riemen
2. Vervang het mes
1. Geef de motor volledig gas
2. Vervang het mes
3. Verlaag de rijsnelheid
4. verklein de werkdiepte
OPLOSSING
1. zet het gaspedaal in de
middenpositie
2. Als het koud is, plaatst u de
starter om te starten
3. Controleer de brandstoftank en
reinig deze van water en bezinksel.
Controleer of de brandstofkraan
open is.
4.
Controleer
slangen
klemmen, repareer of vervang ze
indien beschadigd
5. Gebruik olie met een geschikte
viscositeit voor de temperatuur
6. Vervang de bobine of de
ontstekingsregeleenheid
7. Reinig of vervang de bougie.
Pas
de
afstand
tussen
elektroden aan.
en
de
Advertenties
Inhoudsopgave
