16. DE MACHINE REINIGEN
Ga in de volgende volgorde te werk:
-
Zet de motor uit en koppel de bougiekabel los;
Maak de motor en de buitenkant van de machine schoon met een doek gedrenkt in olie
-
Maak elk onderdeel van de machine schoon, vooral de starter, het luchtfilter, de geluiddemper en
-
de carburateur. Het wordt aanbevolen de instructies in de motorhandleiding te volgen.
Reinig de binnenkant van de riemafdekking (Fig. 1, Ref. F) met een luchtstraal.
-
-
Om het mes (Fig. 1 Ref. G) schoon te maken, moet u het mes onmiddellijk na het werk wassen
met een waterstraal, terwijl het nog vochtig is
Tijdens het wassen de elektrische onderdelen van de motor, de carburateur, het luchtfilter en de
-
uitlaatdemper zorgvuldig afdekken en beschermen tegen de waterstraal om motorproblemen te
voorkomen.
Om het mesgedeelte schoon te maken kan het nodig zijn een hulpgereedschap (houten stok) te
gebruiken).
17. SEIZOENSTOPS
Ga als volgt te werk om de grasmaaier tijdens perioden van inactiviteit te beschermen:
Parkeer de machine op een vlakke, stevige en schone ondergrond.
-
Eventuele olieresten op de grond waar de machine staat, kunnen onherstelbare schade
aan de banden veroorzaken.
Maak de bougiekabel los;
-
Maak de machine zorgvuldig schoon zoals aangegeven in de paragraaf (machine
-
reinigen).
-
Controleer of de schroeven en bouten correct zijn vastgedraaid.
Werk de tijdens het gebruik blootliggende delen bij met verf.
-
Bewaar de machine in een droge en schone omgeving.
-
Leeg de tank door zorgvuldig de instructies in de motorhandleiding te volgen;
-
Controleer regelmatig de bandenspanning en herstel deze indien nodig
Smeer alle bewegende delen en voer eventuele reparaties uit die de machine nodig
heeft.
Figuur 11
- 25 -